Historie

In kader van het decreet maatwerk kreeg VDAB de opdracht een instrument te ontwikkelen waarmee de afstand

tot de arbeidsmarkt kon gemeten en aangetoond worden. Deze nieuwe tool zou de bemiddelaar een duidelijk zicht geven op

het functioneren van een klant waarbij er ook doelstellingen gesteld konden worden.

Een werkgroep binnen VDAB koos om ICF te gebruiken en deze werkgroep ging aan de slag. Onderzoek en overleg met verschillende

partners en organisatie zorgden voor een bruikbare gegevensset met 43 categorieën. Elke categorie werd aangevuld met een operationele

definitie (officiële ICF-definitie) en gedragsindicatoren.

Binnen het decreet maatwerk moet VDAB, als arbeidsmarktregisseur, beslissen over een loonpremie en over begeleiding

op de werkvloer (omkadering). De gegevensset wordt ook gebruikt om tijdens de begeleiding of de tewerkstelling evaluatiemomenten in

te lassen en de kans op doorstroom te evalueren.

Onderzoekers gebruiken ICF om het functioneren van de klant in kaart te brengen en experten beoordelen over adviezen en rechten.

Onderzoekers krijgen hiervoor ondersteuning van provinciale ICF-coachen en van de 'Vlaamse' ICF-trainers.


p a r t i c i p a t i e l a d d e r

Binnen het indiceringsinstrument 'Gegevensset Werk' moet je het huidige participatieniveau en het groeipotentieel van de werkzoekende bepalen

om zo de afstand tot de arbeidsmarkt in te schalen.

Dit participatieniveau is gebaseerd op de participatieladder die uit zes treden bestaat:

(c) http://www.themanieuws.nl

6: Betaald werk = betaald werk in het normaal economische circuit/reguliere arbeidsmarkt, zonder enige vorm van ondersteuning of begeleiding.

5: Betaald werk met ondersteuning = tewerkstelling in de sociale economie, maar ook tewerkstelling in het normaal economische circuit met ondersteuning van VOP, een jobcoach, IBO, ….

4: Onbetaald werk = tijdelijke activerende trajecten. Bijvoorbeeld: AMA sociale economie, wijk-werken, GLOW, vrijwilligerswerk, stage, ... .

3: Deelname georganiseerde activiteiten = arbeidsmatige activiteiten onder begeleiding met welzijn- en zorgbegeleiding. Bijvoorbeeld: AMA- welzijn.

2: Sociale contacten buitenshuis = betrokkene heeft contacten buitenshuis

1: Geïsoleerd levend = contacten beperkt tot de huiselijke kring