Een mondeling examen kan voor sommigen best stresserend moment zijn. Je krijgt slechts x-aantal minuten om je leerkracht te bewijzen dat je de leerstof beheerst. Je krijgt maar x-aantal vragen. Maar uit onderzoek blijft dat je juist meer kans hebt om te slagen voor een mondeling examen dan voor een schriftelijk. Bij mondelinge oefeningen en examens heb je de kans om uit te leggen wat je bedoelt. Soms kan je je zelfs redden uit een bepaalde situatie. Dat geldt niet voor schriftelijke examens.
Vooraf
Enkele tips om goed te starten.
• Wees stipt. (De meeste leerkrachten verwachten dat je 5 minuten op voorhand op post bent in de gang.)
• Laat je vlak voor het binnengaan niet nerveus maken door medestudenten. Geloof in jezelf en heb vertrouwen dat het goedkomt; Je kan niet meer doen dan je best.
• Begroet de leerkracht bij het binnenkomen (in de juiste taal).
• Zorg ervoor dat je hebt geslapen en dat je iets hebt gegeten.
• Zorg voor deftige kledij, maar investeer niet meer in je voorkomen dan in de inhoud (wat je te vertellen hebt).
• Bij het studeren is het beter 100% van je cursus 80% te kennen dan 80% van je cursus voor 100% te kennen. Zorg m.a.w. voor overzicht (belang inhoudstafel!). Weet wat je studeert! Vragen kunnen redelijk diepgaand zijn en veronderstellen dat je verschillende onderdelen van de cursus met elkaar in verband brengt.
Voorbereiding
• Je krijgt meestal weinig voorbereidingstijd. Schrijf je antwoord niet uit, maar maak een gestructureerd schema/kapstok met kernwoorden.
• Bedenk hoe je het antwoord zal opbouwen. Wat zeg je als inleiding, wat is je voornaamste argument, wat is je besluit? Je kan structuur brengen in je antwoord: “Het belangrijkste is …”. “Nu geef ik nog een paar voorbeelden”, “Een tweede kenmerk is …”.
• Probeer te vermijden om je voorbereiding af te lezen. Schrijf daarom in je voorbereiding enkel uitgewerkte antwoorden indien dit uitdrukkelijk wordt gevraagd. Probeer je uiteenzetting boeiend en helder te houden.
Tijdens
• Spreek gedurende het volledige examen de taal van de ondervrager. In die taal kan je gerust een fout herstellen, op iets terugkomen of bedenktijd vragen.
• Pas je stemgeluid aan. Wees zelfzeker (of doe alsof). Studenten die hakkelen, zinnen niet afmaken en onzeker overkomen, krijgen soms minder punten, ook al is de inhoud ok. Het omgekeerde geldt ook. Een vlotte prater die zelfzeker is, krijgt meer, ook al is niet alles juist.
• Geef geen commentaar op de vragen of op je antwoorden. Zeg dus niet: “Het zijn moeilijke vragen.”, “Is dat juist? Ik had nochtans gegokt.”, “Het is de enige vraag die ik goed kan.”
• Situeer het onderwerp in de cursus of in een ruimer kader.
• Formuleer nauwkeurig je antwoorden. Zo zeg je niet: "enzovoort", "je weet wel", “snap je....”. Op een examen weet de leerkracht “niets”!.
• Geef voorbeelden of bewijzen van wat je zegt. Deze kan je ook uit je eigen leven/ervaring halen. Zo is je leerkracht mogelijk erg onder de indruk.
• Formuleer een besluit aan het einde van je antwoord. Om te besluiten kan je eventueel je persoonlijke visie geven.
• Als je redeneert over een bepaalde vraag, doe dat dan luidop. Je kan je vermoedens uiten, maar zorg wel dat je kritisch blijft.
• Een (bij)vraag niet goed begrepen? Vraag aan de docent om ze opnieuw te formuleren en vraag eventueel voor extra uitleg.
• Hoe onmogelijker de bijvragen worden, hoe beter je bezig bent. Vaak zijn deze bedoeld om je kennis te testen tot het uiterste. Bijvragen kunnen aansluiten op de vraag die je net beantwoord hebt, maar dit kunnen ook compleet nieuwe vragen zijn. Luister daarom goed en neem gerust je bedenktijd!
• Probeer niet te letten op de mimiek van je leerkracht. Hij/zij heeft misschien slecht geslapen of luistert al voor de tigste keer naar dit antwoord. Die frons ligt vast niet aan jou. Laat je niet van de wijs brengen.
• Ook al is het slecht gegaan, blijf vriendelijk. Wees optimistisch en vertrouw erop: je jaartotaal/schoolcarrière staat of valt niet met dit ene mondelinge examen.
Hiernaast vind je de begrippenlijst met literaire termen, zowel thematisch als alfabetisch.
Je krijgt deze lijst ook op papier.
Hier vind je de link naar de reader. Je kreeg/krijgt op voorhand een exemplaar in de les. Op het proefwerk mag je dit exemplaar niet gebruiken, maar je krijgt een blanco kopij.