22 augustus 2019
“Hebben we truien nodig, en poncho’s?”, vraagt Tiny ’s morgens voordat we vertrekken. Ze wil altijd op alles voorbereid zijn. “Nee” is het antwoord, “het wordt warm en het blijft droog”. We rijden naar Kevelaer en parkeren daar de auto aan de achterzijde van het station
Als we treinkaartjes kopen voor Goch vraagt de juffrouw of we ook retourkaartjes moeten hebben. Als Jack antwoordt dat we terug lopen fronst een aanwezige man zijn wenkbrauwen en kijkt hij ons verbaasd aan.
In Goch komen we toch niet langs de warme bakker zonder er iets te nuttigen. We drinken er koffie en eten er een heerlijk krentenbroodje. Daarna beginnen we bij de Susbrücke aan de tocht.
We passeren de Susmühle ( oude watermolen) en steken een drukke straat over, waarna we in een park komen. We volgen een pad dat langs de Niers loopt en verlaten Goch, het stadje waar de wieg van de Hl. Arnold Janssen stond, de grondlegger van de kloosters in het Limburgse Steyl.
We lopen onder een aantal bruggen door, steken de Niers over en volgen dan het riviertje aan de overzijde.
Het is een mooie omgeving om te wandelen. Na ruim 2 kilometer gaan we over een brug weer naar de linkerzijde. We lopen iets door en komen op een verhard weggetje dat we naar rechts volgen. Op het einde van dit weggetje staat een monument dat herinnert aan de spoorlijn van de NBDS, de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij.
De NBDS had een spoorlijn tussen Boxtel en Wesel, en deze lijn was onderdeel van de rechtstreekse treinverbinding tussen Vlissingen en St. Petersburg. Op het einde van de 19e eeuw reden treinen over dit traject. Na de 1e wereldoorlog gingen de zaken minder voortvarend en in 1922 werd het faillissement uitgesproken. In Gennep - waar destijds het Nederlandse grensstation was - staat een grote locomotief als herinnering aan deze spoorlijn.
We steken een verkeersweg over en wandelen verder door het bos. Langs het pad staat een grote paddenstoel, een mooi exemplaar, licht van kleur. Via enkele bochten bereiken we weer het riviertje. Hier zouden we met een handveertje de oversteek kunnen maken naar het café-restaurant Jan an de Fähr, maar helaas, het veertje is defect.
Tiny is teleurgesteld, ze had zich er zo op verheugd. Natuurlijk op het café, maar vooral ook om weer als “veervrouw” te kunnen acteren.
We zouden de oversteek ook via de nabijgelegen brug kunnen maken, maar we besluiten om door te lopen. Met de Niers aan onze rechterhand en links de weiden en akkers gaan we verder. Bomen langs het pad zorgen voor schaduw. En dat is wel prettig, want er staat een stralende zon aan de hemel. Onderweg zien we enkele fazanten vluchten. Waarom? We hebben geen kwade bedoelingen. Nadat we onder de autoweg (A57) zijn doorgelopen maken we een bocht naar links. We passeren een meer, en nadat ons pad een grote boog naar links maakt nog een meer. Ze liggen allebei verscholen achter struiken, bomen en een hek. Het pad eindigt bij een weggetje dat we na 50 mtr alweer verlaten. We komen op een grindweg waar we gewaarschuwd worden voor de eikenprocessierups. “Zie je wel”, zegt Tiny. “Had ik toch maar de vesten mee genomen”.
Gelukkig laat de pluizige rups zich niet zien. Bij een houten bruggetje zien we een bankje en hier nemen we een korte pauze.
Terwijl we een broodje eten komt een jong paartje in een opblaasbare kajak voorbij over de Niers. Het is nog geen hecht team, het bootje slalomt als het ware over het water.
We gaan weer verder en bereiken de rand van het plaatsje Weeze, bekend vanwege zijn vliegveld. Nadat we een speelveld gepasseerd hebben komen we bij een drukke verkeersweg. We gaan even naar links en steken dan de weg over. We komen bij een dierentuin. Op het eind hiervan gaan we weer naar links, onder een tunnel door en dan naar rechts. Links van lopen enkele reeën en herten. We zijn weer bij de Niers en blijven de oever volgen. Na 2 km zien we rechts van ons een imposant kasteel: Schloss Wissen. Het kasteel is al eeuwen in het bezit van de familie Von Loë. Jammer dat het aan de andere kant van het riviertje ligt. Er is verderop wel een brug, maar hier wordt gewaarschuwd voor vallende takken en andere zaken. We gaan er maar niet naar toe. Als we op de brug staan zien we een leuk schouwspel beneden. Op het riviertje liggen 2 vlotten gereed voor het vervoeren van een groep mensen. Het duurt even voordat iedereen plaats heeft genomen.
Maar dan gaan ze dan toch, 2 mannen manouvreren de vlotten met houten stokken.
Het is maar goed dat het water niet al te snel stroomt………
Wij moeten terug onder de brug door en dan naar links over een parkeerplaats. Uiteindelijk bevinden we ons op een breed grindpad. Het is warm, en Tiny is toe aan een pauze. Maar vooralsnog zien we geen bankje. Het pad komt weer bij de Niers en maakt een grote boog. We zien verderop een grote manege, en gelukkig, een bankje. We rusten en kijken naar de paarden voor ons in de wei. Die moeten het toch ook warm hebben. Na een kwartiertje beginnen we aan het laatste gedeelte van de wandeling van vandaag. Als we de manege hebben verlaten zien we in de verte de kerktorens van Kevelaer. Bij een viersprong gaan we rechtsaf en steken de Niers over. We komen in een regio waar veel kwekers van heideplantjes zijn. Bij de T-splitsing gaan we links en vervolgens weer naar rechts en steken de spoorlijn over. We bevinden ons nu in de bebouwde kom van Kevelaer.
We blijven de markeringen volgen en komen bij de beroemde Gnadenkapelle van Kevelaer. Het stadje is een van de grootste bedevaartsoorden van West-Europa. Ook nu is het druk. We bezoeken de Gnadenkapelle en ook de basiliek. En uiteraard wordt er een kaarsje gebrand. Het was een fijne, maar door het warme weer ook vermoeiende dag vandaag.
Meer foto's:
Lees verder Kevelaer - Geldern