Hyppolite Mertens
Architecte Berchemois - Berchemnaar Architect
100 Anniversaire / Jarig !
Architecte Berchemois - Berchemnaar Architect
Hyppolite Mertens est un architecte berchemois qui résidait au 24 de l'avenue Selliers de Moranville à Berchem-Sainte-Agathe. Dans les années 1920 et 1930, il a grandement contribué au développement architectural de la commune, notamment à travers ses créations résidentielles situées dans les nouveaux quartiers issus du Plan Gisseleire-Versé. Il est répertorié dans l’Inventaire du patrimoine architectural de Bruxelles pour l’immeuble de rapport de 1933 situé rue des Palais Outre‑Ponts n° 446 à Laeken.
Ses œuvres se distinguent par une harmonieuse combinaison d'éléments traditionnels et de touches Art Déco, caractéristiques de cette époque, intégrant des bow-windows centraux qui apportent luminosité et verticalité, ainsi que des pignons ornés. Les façades, souvent en brique rouge et ponctuées d'éléments en pierre bleue belge peinte en blanc, reflètent le style des maisons bourgeoises de l'époque.
Le pignon en façade, orné de détails décoratifs, accentue la verticalité et donne du caractère aux maisons. Dans plusieurs de ses réalisations, ce pignon intègre la date de construction, soulignant l’attention portée aux détails architecturaux.
Mertens a su répondre aux évolutions de son temps, notamment à l’essor de l’automobile. À une époque où les voitures restaient rares, il a intégré les garages dans ses plans, anticipant ainsi les besoins des nouveaux habitants. Ces maisons étaient principalement destinées à une clientèle aisée s'installant dans les quartiers en plein essor projetés par les familles Gisseleire et Versé. Le Plan Gisseleire-Versé, approuvé en 1911, a en effet permis l'urbanisation de certaines des plus belles avenues de Berchem, telles que l'avenue Roi Albert, l'avenue de Koekelberg, l’avenue de la Basilique et l’avenue Gisseleire-Versé.
L’intégration d’un garage dans ses maisons des années 1920-1930 témoigne ainsi d’une réflexion pragmatique sur l’évolution des modes de vie, inscrivant son architecture dans la modernité de son époque.
Hyppolite Mertens was een Berchemnaar architect die woonde op nummer 24 van de Selliers de Moranvillelaan in Sint-Agatha-Berchem. In de jaren 1920 en 1930 droeg hij aanzienlijk bij aan de architecturale ontwikkeling van de gemeente, vooral door zijn woonprojecten in de nieuwe wijken die voortkwamen uit het Gisseleire-Versé-plan. Hij is opgenomen in de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed van Brussel voor het opbrengstgebouw uit 1933 in de Paleizenstraat Over de Brug nr. 446 in Laken.
Zijn werken onderscheiden zich door een harmonieuze combinatie van traditionele elementen en Art Deco-invloeden, kenmerkend voor die tijd. Ze bevatten centrale bow-windows die zorgen voor lichtinval en verticale accenten, evenals versierde geveltoppen. De gevels, vaak opgetrokken in rode baksteen en verfraaid met witgeschilderde Belgische blauwe steen, weerspiegelen de stijl van de burgerhuizen uit die periode.
De geveltop, versierd met decoratieve details, versterkt de verticaliteit en geeft de woningen karakter. In verschillende van zijn ontwerpen is ook het bouwjaar van het huis in de geveltop verwerkt, wat Mertens’ oog voor detail benadrukt.
Mertens speelde in op de maatschappelijke veranderingen van zijn tijd, met name de opkomst van de auto. In een periode waarin auto's nog zeldzaam waren, integreerde hij garages in zijn ontwerpen en anticipeerde zo op de behoeften van nieuwe bewoners. Zijn woningen waren vooral bedoeld voor welgestelde gezinnen die zich vestigden in de in ontwikkeling zijnde wijken, opgezet door de Gisseleire en Versé. Het in 1911 goedgekeurde Gisseleire-Versé-plan maakte de verstedelijking mogelijk van enkele van de mooiste lanen van Berchem, zoals de Koning Albertlaan, de Koekelberglaan, de Basilieklaan en de Gisseleire-Versélaan.
De integratie van een garage in zijn woningen uit de jaren 1920-1930 getuigt van een vooruitziende blik op de evolutie van de levensstijl en verankert zijn architectuur in de moderniteit van zijn tijd.
Construite en 1929 par Hyppolite Mertens, cette maison est un exemple typique de l'architecture résidentielle belge des années 1920. Elle dispose de grandes fenêtres avec un bow-window central, une baie vitrée courbée qui apporte une luminosité à l'intérieur. Le pignon en façade, orné et portant la date "1929", accentue la verticalité et confère un caractère unique à la maison.
Un élément particulièrement innovant pour l'époque est la présence d'un garage. En 1929, les garages étaient rares car peu de ménages possédaient une voiture. Le garage est également équipé d'un radiateur pour chauffer le moteur de la voiture, facilitant ainsi son démarrage par temps froid. Ce détail innovant souligne la modernité de cette réalisation et la réponse aux besoins croissants de la mobilité automobile.
Gebouwd in 1929 door Hyppolite Mertens, is dit huis een typisch voorbeeld van de Belgische residentiële architectuur van de jaren 1920. Het huis heeft grote ramen met een centrale erker, een gebogen glazen wand die veel licht naar binnen brengt. De geveltop, versierd en dragend de datum "1929", benadrukt de verticaliteit en verleent het huis een uniek karakter.
Een bijzonder innovatief element voor die tijd is de aanwezigheid van een garage. In 1929 waren garages zeldzaam omdat weinig huishoudens een auto bezaten. De garage is ook uitgerust met een radiator om de motor van de auto te verwarmen, waardoor het starten bij koud weer wordt vergemakkelijkt. Dit innovatieve detail onderstreept de moderniteit van deze realisatie en de reactie op de groeiende behoeften van de mobiliteit.
En 1928, Hyppolite Mertens avait déjà laissé son empreinte avec une maison remarquable située avenue de Koekelberg 14. Cette maison présente plusieurs similitudes avec celle de l'avenue Gisseleire-Versé 76, mais aussi des caractéristiques uniques.
Un élément distinctif de cette maison est le bow-window central sur deux étages, apportant une grande luminosité à l'intérieur et ajoutant une élégance architecturale. Le balcon au troisième étage, initialement équipé d'une balustrade complète, offrait une dimension supplémentaire de sophistication et de fonctionnalité extérieure. Le pignon en façade, orné et portant la date "1928", marque la verticalité et le caractère distinctif de la maison, une signature de Mertens.
Cette maison intègre également un garage, témoignage de la vision avant-gardiste de l'architecte et de son adaptation à l'essor de l'automobile. Le garage, rare à cette époque, montre une compréhension des besoins des ménages aisés et une adaptation de l'architecture résidentielle aux évolutions de la société.
In 1928 had Hyppolite Mertens al zijn stempel gedrukt met een opmerkelijk huis gelegen aan de Avenue de Koekelberg 14. Dit huis vertoont verschillende gelijkenissen met dat van de Avenue Gisseleire-Versé 76, maar heeft ook unieke kenmerken.
Een onderscheidend element van dit huis is de centrale erker over twee verdiepingen, die veel licht binnenlaat en een architectonische elegantie toevoegt. Het balkon op de derde verdieping, oorspronkelijk uitgerust met een complete balustrade, bood een extra dimensie van verfijning en functionaliteit, hoewel de balustrade nu gedeeltelijk ontbreekt. De geveltop, versierd en dragend de datum "1928", markeert de verticaliteit en het kenmerkende karakter van het huis, een kenmerk van Mertens.
Dit huis heeft ook een garage, een getuigenis van de vooruitziende blik van de architect en zijn aanpassing aan de opkomst van de auto. De garage, zeldzaam in die tijd, toont een begrip van de behoeften van welgestelde huishoudens en een aanpassing van de residentiële architectuur aan de veranderingen in de samenleving.
Hyppolite Mertens a construit la maison du 38, avenue Roi Albert en 1930 (plans de 1929). Elle fait partie d’un ensemble architectural très harmonieux, où chaque façade présente des variations subtiles pour éviter l’effet de répétition. Une approche qui tranche avec les alignements uniformes des « maisons anglaises », peu appréciés à l’époque, et que les Gisseleire-Versé souhaitaient éviter. Si l’auteur de l’ensemble reste à confirmer, les nombreuses similitudes entre plusieurs maisons suggèrent un projet cohérent, pensé dans ses moindres détails par le même architecte.
L’ornementation florale qui couronne les baies et souligne le bow-window attire immédiatement le regard. Elle s’inscrit dans une approche éclectique, mêlant influences classiques et touches de modernité. Ces motifs sculptés, riches en relief et en détails, rappellent encore l’ornementation de la fin du XIXe siècle, tout en annonçant la stylisation plus épurée de l’Art déco.
Si vous êtes voisin(e) de cet ensemble ou si vous possédez des informations sur son architecte, n’hésitez pas à nous les partager !
Hyppolite Mertens bouwde het huis op Koning Albertlaan 38 in 1930 (plannen uit 1929). Het maakt deel uit van een architecturaal geheel met een zeer harmonieuze uitstraling, waarbij elke gevel subtiele variaties vertoont om herhaling te vermijden. Dit stond in contrast met de uniforme rijen van de zogenaamde "Engelse huizen", die destijds weinig gewaardeerd werden en die de Gisseleire-Versé wilde vermijden. Hoewel de architect van het geheel nog bevestigd moet worden, wijzen de vele overeenkomsten tussen verschillende huizen op een coherent project, tot in de kleinste details uitgedacht door dezelfde architect.
De florale ornamenten die de vensters bekronen en de bow-window benadrukken, trekken onmiddellijk de aandacht. Ze passen in een eclectische benadering, waarin klassieke invloeden en moderne accenten samenkomen. Deze gebeeldhouwde motieven, rijk aan reliëf en details, doen nog denken aan de decoratie van het late 19e-eeuwse tijdperk, terwijl ze tegelijkertijd de strakkere stilering van de Art Deco aankondigen.
Bent u een buur van dit huizenblok of heeft u informatie over de architect? Deel het gerust met ons! 📩
Toutes les maisons conçues par Hyppolite Mertens étaient à l’origine dotées de grilles en façade, un élément typique de son approche architecturale. Toutefois, comme pour une grande majorité des maisons de cette époque, ces ferronneries ont aujourd’hui disparu.
Nous conservons néanmoins les dessins des grilles d’origine des maisons de l’avenue Gisseleire-Versé et de l’avenue de Koekelberg (voir photos ci-dessous).
Pour les admirer in situ, il suffit de se rendre devant la maison de l’avenue Roi Albert, où le grillage d’origine est toujours en place et remarquablement bien conservé. Un autre élément intéressant à observer est la ferronnerie de la porte d’entrée. Sa partie supérieure, constituée d’une imposte vitrée (fixe et non ouvrante, conçue pour laisser passer la lumière), correspond exactement aux plans d’origine de l’architecte. Un bel exemple de préservation qui permet d’apprécier l’attention portée aux détails dans l’œuvre de Mertens
Alle huizen ontworpen door Hyppolite Mertens waren oorspronkelijk voorzien van smeedijzeren hekwerken aan de gevel, een typisch kenmerk van zijn architecturale benadering. Echter, zoals bij de meeste huizen uit die periode, zijn deze hekwerken in de loop der jaren verdwenen.
We bewaren gelukkig nog de originele ontwerpen van de hekwerken van de huizen in de Gisseleire-Versélaan en de Koekelberglaan (zie foto’s hieronder).
Wie ze in situ wil bewonderen, hoeft alleen maar naar de Koning Albertlaan te gaan, waar het oorspronkelijke hekwerk nog steeds aanwezig is en opmerkelijk goed bewaard is gebleven. Een ander interessant element is het smeedwerk van de voordeur. Het bovenste deel, een vast glasraam (impost) dat niet geopend kan worden en bedoeld is om licht door te laten, komt exact overeen met de oorspronkelijke plannen van de architect. Een prachtig voorbeeld van behoud, dat de aandacht voor detail in het werk van Mertens benadrukt.
Les variations entre les trois maisons pourraient s'expliquer par l'évolution de Mertens au fil des années et sa capacité à intégrer les idées et les besoins spécifiques des futurs propriétaires dans ses conceptions. Cette approche flexible et collaborative a permis à Mertens de créer des maisons qui non seulement reflètent son style unique mais répondent également aux exigences fonctionnelles et esthétiques de ses clients.
De variaties tussen de drie huizen kunnen worden verklaard door de evolutie van Mertens door de jaren heen en zijn vermogen om de ideeën en specifieke behoeften van toekomstige eigenaren in zijn ontwerpen te integreren. Deze flexibele en collaboratieve aanpak stelde Mertens in staat om huizen te creëren die niet alleen zijn unieke stijl weerspiegelen, maar ook voldoen aan de functionele en esthetische eisen van zijn klanten.
La cheminée affiche des nuances de gris et de bleu avec des lignes géométriques simples et épurées. Les panneaux de pierre sont disposés de manière à créer des formes rectangulaires et angulaires, ce qui donne à la cheminée une apparence nette et ordonnée.
La construction de la cheminée met en avant la symétrie, avec des panneaux latéraux qui encadrent une partie centrale proéminente. Cette disposition équilibrée est typique du style Art Déco, qui valorise les formes géométriques et la symétrie.
Style Art Déco : la cheminée semble s'inspirer du style Art Déco, qui était populaire dans les années 1920 et 1930. Le choix des matériaux, les lignes géométriques et la symétrie sont des éléments caractéristiques de ce style.
De schoorsteen toont nuances van grijs en blauw met eenvoudige en strakke geometrische lijnen. De stenen panelen zijn zo geplaatst dat ze rechthoekige en hoekige vormen creëren, wat de schoorsteen een nette en ordelijke uitstraling geeft.
De constructie van de schoorsteen benadrukt symmetrie, met zijpanelen die een prominente centrale sectie omlijsten. Deze evenwichtige opstelling is typisch voor de Art Deco-stijl, die waarde hecht aan geometrische vormen en symmetrie.
Art Deco-stijl: de schoorsteen lijkt geïnspireerd te zijn door de Art Deco-stijl, die populair was in de jaren 1920 en 1930. De keuze van materialen, de geometrische lijnen en de symmetrie zijn kenmerkende elementen van deze stijl.