Beschrijving:                       

De oudste melding van deze stins stamt uit een schriftelijke bron van1383.  In dat document lezen we dat Feicke Sickinga en zijn neef Sicke Albada een geschil hadden om de tol met de Hamburgers. Uit andere bronnen weten we dat de Sickinga’s in Goënga woonden, de stins wordt gezien als het stamgoed van de Sickinga’s. Feicke Sickinga wordt in september 1400 nog een keer genoemd, nu als bondgenoot van de graaf. Hij ontving ten tijde van zijn ballingschap een jaargeld van 50 Hollandse guldens, en behoorde dan ook toe tot de kern van de Hollandse partij in Westergo. Feicke had een dochter Bott Sickinga die met de Sneker hoofdeling Rienck Bockema trouwde. Een dochter uit dit huwelijk trouwde in 1402 met Age Haringsz Harinxma waardoor Sickinga state in handen van de Harinxma’s kwam. Omdat de Harinxma’s al een groot aantal stinsen in hun bezit hadden werd Sickinga gedegradeerd tot een pachtboerderij. In 1483 vermaakte Yde Harinxma een deel van Sickinga “Sickyngha goet tho Goyngum” voor de armen zorg en een deel aan de familie. Hierna komen we Sickinga nog een aantal malen tegen in testamenten van Harinxma’s. Op de kaart van Schotanus 1720 staat op deze locatie een wier afgebeeld. De huidige boerderij en de weg erlangs heten nu nog steeds Hege Wier.