Klepspeling

De klepspeling wordt om de 10.000 km of jaarlijks gecontroleerd.

 

Klepspeling wordt geregeld met koude motor, en op 0.15 mm voor in- en uitlaatklep.(raadpleeg zo nodig een technische handleiding voor de juiste klepspeling !)

 Draai de krukaspoelie tot de kerf vertikaal staat, dit is het BDP (bovenste dode punt)    van  cilinder 1 of 3. 

Om te weten op welke cilinder hij nu juist staat verwijder je de delcokap en kijk je naar de rotor.

Staat deze toevallig op bougiekabel van cilinder 3, draai dan de motor 1 toer verder (rechtsom).

Begin nu met het regelen van de klepspeling van cilinder 1

Draai voor het regelen van cilinder 2 de motor ½ toer terug (linksom)

Voor de cilinders 3 en  4 weer telkens een ½ toer terug draaien.

 

TIP : De ontstekingsvolgorde van de kevermotor is 1-4-3-2

Door te beginnen bij cilinder 1, en terug te draaien, krijg je dus volgorde 1-2-3-4

Bij deze methode moet je dus niet teveel nadenken, gemakkelijk toch ?

 

TIP : Vergeet ook niet van de pakkingen van het kleppendeksel te vernieuwen, zo vermijd je olielekken !