Bekende Kortrijkse Esperantisten

Esperanto was in Kortrijk vertegenwoordigd vanaf het begin van de twintigste eeuw, al is er, voor zover bekend, slechts net voor WO1 een georganiseerde Esperantovereniging ontstaan (de groep Ĉiam Antaŭen en 1914). Misschien had dit te maken met de verschillende achtergrond van de twee protagonisten: Mattelaer (student aan de Katholieke Universiteit Leuven) en Seynaeve (student aan de Rijksuniversiteit Gent).

Sommige vroege Esperantosprekers zijn gedurende lange tijd actief geweest in Esperantokringen en hun namen zijn nu nog bekend. Anderen zijn minder actief geweest of zijn verhuisd, maar hebben elders carrière gemaakt. Over het algemeen is over hen weinig geweten en er is ook weinig terug te vinden omdat Kortrijk tijdens de wereldoorlogen getroffen werd door bombardementen en hierdoor veel archiefmateriaal verloren gegaan is. Hierna worden een twintigtal Kortrijkzanen vermeld met de gegevens die op dit ogenblik over hen bekend zijn (overgenomen uit https://vikiflandrio.alcl.be/ , de site waarop de historische informatie over Esperanto in Vlaanderen verzameld wordt). Aanvullingen (via het contactformulier op Vikiflandrio of aan fonds.vanbiervliet@gmail.com) zijn welkom.

Cognie Albert (1880-1955, gehuwd met Prudence De Smet)

Hij was één van de meerdere meester-kleermakers met (bijna) dezelfde naam die in Kortrijk actief waren en had een belangrijk atelier in de Moeskroenstraat (Conservatoriumplein); stichter-voorzitter van de Kortrijkse Meester-Kleermakersbond. Hij was bestuurslid van de Kortrijkse Esperantogroep La Konkordo en was in 1930 medeoprichter van het Flandra Esperanto-Instituto, voorloper van de huidige vzw Vlaamse Esperantobond. Zijn achterkleindochter herinnert zich nog levendig de verhalen die haar grootmoeder vertelde over de Esperantocongressen waaraan ze als meisje met haar vader deelnam.

De Brabandere – Feys

Plaatste advertenties in een der eerste Belgische Esperantotijdschriften (Belga Sonorilo, 1904) als kantverkoper in de Rue des Grandes Halles 10. Een dokter De Brabandere, misschien een familielid, was in 1902 beschermend abonnee van dat tijdschrift.

Decoene Alberic (1881-1958)

Zoon van Constantin, vlashandelaar, en Eudoxia Callebert. In 1911-1913 vermeld als lid van Katholieke Liga voor Esperanto; verbonden aan de normaalschool van Kortrijk. Niet meer gekend in Esperantokringen na WO1. Wordt in 1930 diocesaan hoofdinspecteur van het lager onderwijs in West-Vlaanderen en sticht in hetzelfde jaar de Sint-Jozef- en Kristoffelparochie te Assebroek (Brugge).

De Coene Joseph (1878-1959)

Zoon van Henri Decoene en Marie Thérèse Wyseur. Pater-Redemptorist, actief in Canada, Antillen en Polen. Hij was 43 jaar voorzitter van de Belgische katholieke Liga voor Esperanto. Wellicht is hij te zien op twee filmpjes over Esperantocongressen rond 1930.

De Coene Leo(n)

Broer van Joseph, gehuwd met Alice Hautekeete. Hadden een winkel in Rue Savery; reklame in tijdschrift Belga Katoliko rond 1910.

Debrouwere Gerard (1901-1991)

Gehuwd met Yvonne Boudens, wellicht zoon van Gabriel Debrouwere (politieagent uit de Papegaaistraat, vroeg overleden) en Stephania Maebe (Aalbekesteenweg). Volgde waarschijnlijk middelbaar onderwijs in Doornik, maar voltooide zijn studies niet. Solliciteerde op het einde van of kort na WO1 voor de betrekking bij een bank, toen zijn moeder al weduwe was. Het gezin moet toch niet onbemiddeld geweest zijn, aangezien hij een (voor die tijd) dure hobby had: internationale uitwisseling van postkaarten. Kwam in 1923-24 in contact met Esperanto via Frans Vandommele. Was in 1927, met o.a. Cesar Vanbiervliet, medestichter van de Kortrijks Esperantogroep “La Konkordo”. In 1930 stadsambtenaar en dus collega van Vanbiervliet. Ging na WO2 werken in het damesconfectiebedrijf “Magdeleine” dat zijn echtgenote en haar zuster rond 1930 opgericht hadden. Gedurende tientallen jaren drijvende kracht achter de Kortrijkse en Vlaamse Esperantobeweging.

Demey Urbain (1883-1952)

Gehuwd met Marie Louise Pardoen. Was voor WO1 hoofdtreinwachter, volgens zijn bidprentje later expert-boekhouder. Stichtte in 1914 in Kortrijk de Esperantogroep Ĉiam Antaŭen (Steeds Voorwaarts); voor het geven van de cursus deed hij een beroep op een zekere Van de Putte uit Wevelgem – een gemeente met toen een verrassend groot aantal esperantisten. Misschien was hij met Esperanto in contact gekomen via de enkele jaren voordien in Frankrijk opgerichte internationale Esperantovereniging van spoorwegpersoneel (maar zijn naam wordt niet teruggevonden in ledenlijsten). Tijdens de oorlog was hij als militair geïnterneerd in kampen in Nederland, waar hij een vereniging met dezelfde naam oprichtte en Esperanto-lessen gaf. Foto’s en postkaarten in dit verband werden in 1974 door zijn zoon Guy aan het Esperantofonds Cesar Vanbiervliet geschonken. Volgens het Kortrijks Oorlogsblad waren er tientallen militairen uit Kortrijk geïnterneerd in Nederland. Nog in 1939 kwamen zij bijeen in “Den Hogen Tuin”, ook het lokaal van de Kortrijkse Esperantogroep; verder te onderzoeken. Alfred Nachtergaele was een collega-esperantist in Nederland. Medestichter van La Konkordo in 1927.

Doornaert Antoon

Onderwijzer uit Harelbeke. Geen vaststaande identiteitsgegevens; misschien 1900-1972 en gehuwd met Suzanne Decoussemaker. Behaalde in 1932, samen met Pierre Misschaert, met grootste onderscheiding het diploma Esperanto. Maakte in hetzelfde jaar via Nederland en Duitsland een fietstocht naar Denemarken, om daar een correspondente te bezoeken. Is na WO2 niet meer te vinden in Esperantokringen. Zou dat de vader van gewezen De Standaard-journaliste Mia Doornaert kunnen zijn?

Goethals Ernest (1877-1961)

Gehuwd met Josephe Mols. Advocaat, later arrondissementscommissaris. Was bij de eerste esperantisten in Kortrijk (steunend abonnee van Belga Sonorilo in 1902), nog lid in 1928 maar waarschijnlijk nooit actief in het groepsleven.

Goethals Paul

Nauwelijks gegevens bekend. Actief tussen de wereldoorlogen. Het stadsarchief (Trezoor) heeft van hem een postkaartenalbum met als adressen o.m. 1ere Escadrille, Ecole de l Aéro, Wevelgem en Beheerstraat (rue Du Gouvernement) 77 of 27, Kortrijk. Collega’s-esperantisten in Wevelgem waren Maxime Roel, Hubert Pigne en Joseph Guillaume.

Mattelaer Pierre (1880-1941)

Gehuwd met Philomena Briers uit Pellenberg. Begon eerst ingenieursstudies aan de Leuvense universiteit, maar schakelde dan over op farmacie. Tijdens zijn studies maakte hij kennis met Esperanto. In Leuven richtte hij in 1903 een Esperantista Katolik-Universitata Grupo op met 50 leden. Die groep is misschien de oorzaak van het aanzienlijk aantal apothekers onder de Vlaamse esperantisten uit de pioniersperiode. In 1907 startte hij een apotheek in Kortrijk en was wellicht actief in Esperantokringen, maar hierover in geen informatie bekend. Pas na WO1 wordt zijn naam regelmatig vermeld in Esperantotijdschriften. In 1984 publiceerde Bernard Mattelaer een boekje over hem (Het leven van Apotheker Pierre Mattelaer (1880-1941)), maar dat is thans onvindbaar. Er bestaat een Wikipedia-pagina in het Esperanto (https://eo.wikipedia.org/wiki/Pierre_Mattelaer) die misschien een Nederlandse vertaling verdient.

Misschaert Palmer en Pierre

In tijdschriften en archiefstukken wordt meestal alleen de familienaam en eventueel de eerste letter van de voornaam van de broers vermeld; daardoor is niet altijd duidelijk wie wie is. Pierre (ook Petro) was in 1928 lid van de pas opgerichte groep La Konkordo en in 1933 penningmeester. Eind 1934 moet er een conflict geweest zijn, waardoor hij ontslag nam.

Nachtergaele Alfred (1890-1964)

Zoon van Emiel, spoorwachter. Was samen met Urbain Demey Esperanto-lesgever in de Nederlandse interneringskampen van Zeist en Harderwijk tijdens WO1. Volgens een door zijn dochter (Lea, x Pierre Meersschaert) geschonken document was hij daar “Professeur à l’Ecole du Travail” (werkschool). Was na WO1 op verschillende vlakken actief in Desselgem (maar voor zover bekend niet meer met Esperanto): Davidsfonds, oprichter “Verbond der Kleine Vlasbazen”, auteur van “Geschiedenis van Desselgem”… In Gent was een onderwijzeres Juliette Nachtergaele (1891-1978) lange tijd actief als Esperanto-lesgeefster, maar zij was wellicht geen familie.

Seynaeve Maurice (Ieper 1877- ? )

Maurice Seynaeve studeerde geneeskunde in Gent en stichtte daar, zoals Mattelaer in Leuven, een studentengroep van esperantisten. Tegelijk was hij ook een van de belangrijkste medewerkers van het maandblad Belga Sonorilo. In 1902-1903 schreef hij artikelen over Esperanto voor de Gazette van Kortrijk. In 1904 verscheen in Belga Sonorilo de aankondiging dat Seynaeve zijn diploma van geneesheer behaald had en dat hij zou verhuizen van Kortrijk naar Heule. Hij wordt nog vermeld in 1907 en 1910, maar sedertdien is hij uit de Esperantowereld verdwenen. Volgens Gerard Debrouwere (1974) is hij overgestapt naar Ido, een variant van Esperanto, maar ook in Ido-tijdschriften is zijn naam niet te vinden.

Vanbiervliet Cesar (1905-1992)

Cesar Vanbiervliet is de enige Kortrijkse esperantist die een Wikipedia-pagina in het Nederlands heeft: https://nl.wikipedia.org/wiki/César_Vanbiervliet. Daarin staat alle belangrijke informatie, maar er blijven nog vraagtekens: wie weet bijvoorbeeld iets meer over het Systeem Vanbiervliet, een fichestelsel voor het bijhouden van bevolkingsregisters dat voor de invoering van computers in veel gemeenten gebruikt werd. Meerdere mondelinge bronnen bevestigen het bestaan van dit systeem, maar op papier is er nog niets over teruggevonden.

Vandommele Frans (1900-1987)

Gehuwd met Rachel Dermaux, zoon van Cyrille en Hélène Cottenie, stichter van bvba Frans Vandommele en zoon, Plein 23 (graveerwerk, stempelmachines, later, tot 2020 Vandommele Visual Communications Systems, Wevelgem). Kwam in 1923 in contact met Esperanto en interesseerde Gerard Debrouwere voor de taal. Was zeker tot 1978 actief lid. Zijn jongere zus Celina (° rond 1911) huwde rond 1950 met Ernesto Guerra, een ex-generaal betrokken bij de Mexicaanse revolutie van 1910, die al tussen de wereldoorlogen in Europa rondgereisd had en rond 1930 Kortrijk bezocht had. Celina overleed in Mexico.

Waegenaere Julien

Over Julien Waegenaere zijn nauwelijks biografische gegevens bekend. Hij kwam uit Blankenberge en woonde in Kortrijk in de Steenpoortstraat 19 (1892) en de Doorniksewijk 5 (1896). Hij had voor zover bekend niets met Esperanto te maken, maar was tussen 1886 en 1896 een belangrijke figuur in de Belgische Volapük-kringen. In de tweede helft van de negentiende eeuw leefde er wereldwijd in culturele en wetenschappelijke kringen een gevoel dat een gemeenschappelijke, geplande taal veel problemen zou kunnen oplossen. Hiervoor zijn talloze projecten geweest, maar de eerste bruikbare dergelijke taal was Volapük (1880, https://nl.wikipedia.org/wiki/Volapük). De taal had een redelijke aanhang, maar werd rond 1900 weggeconcurreerd door het veel eenvoudiger Esperanto (1887, https://nl.wikipedia.org/wiki/Esperanto). Waegenaere gaf Volapük-cursussen in Au Moulin, rue Steenpoort. Het is niet bekend of er in Kortrijk ooit een georganiseerde groep Volapük-sprekers geweest is en of die, zoals in meerdere andere steden gebeurde, overgestapt zijn naar het Esperanto.