Tijdlijn

Woonplaatsen in België

Chiel, de vader van Hilda is als eerste in België aangekomen op 19 september 1926. Hij is vermoedelijk met zijn gezin tussen 1926 - 1931 in Charleroi gaan wonen.

De familie Hamburski verhuist naar Seraing-sur-Meuze in Luik, op 28 juli 1931. Hier wordt later dat jaar op 10 december het dossier van de ouders geopend, 5 dagen later bevestigt de politie officieel hun woonplaats te Luik.

Na 9 jaar in Luik te wonen, verhuist de familie naar de Veeartsenstraat 72 te Anderlecht. Op 29 februari 1940 worden ze hier ingeschreven in het vreemdelingenregister en later ook nog in het Jodenregister. Ze huren later ook nog een woning bij Slachmilder in de Rue de Transvaal 40, in Anderlecht.

Jodenregister

Op 8 januari 1941 wordt Hilda ingeschreven in het Jodenregister. Ook haar ouders, broers en grootouders zijn hier bij geschreven.

KD_00008_228390.02

" Zoals in andere bezette landen stellen de Belgische secretarissen-general in oktober 1940 gewillig de ambtenarij ten dienste van de bezetter voor de registratie van de Joden. Van Aarlen tot Oostende gaan ambtenaren de uitdaging aan: naast Belgen en vreemdelingen zijn er nu ok Joden. De bedoeling van deze officiële apartheid is duidelijk: de discriminatie en uitsluiting van de Joodse bevolking. De ambtenaren hakken dus in op de wortels van de Belgische grondwet. De Jodendiscriminatie is bovendien en inbreuk op Conventie IV van Den Haag (1907).

'Jood' is voortaan wie afstamt van drie Joodse grootouders. Omdat de nazi's gen raciale definitie kunnen geven, hanteren ze en godsdienstig criterium. Een grootouder is Joods als hij of zij tot de joodse godsdienstgemeenschap heeft behoord'. De Joden moeten zichzelf en hun gezin in het gemeentehuis laten registreren. Doen ze dat niet, dan wachten hun zware straffen.

Het gemak waarmee de Jodenregistratie wordt voltrokken, moet vooral worden toegeschreven an de verpletterende Duitse overwinning. In het najaar van 1940 lijkt het vanzelfsprekend dat het Groot-Duitse Rijk oppermachtig zal blijven, en dat de Joden dus uit het nieuwe Europa zullen worden verjaagd. Zelf hopen de Joden toch te mogen blijven als ze zich stilhouden en gehoorzamen. Ze riskeren in ieder geval zware straffen als ze dat niet doen. Vluchten lijkt het enige - erg gevaarlijke - alternatief. Maar hoe, en waarheen?"
Uit Busch, C. B. en anderen (2019). Kazerne Dossin - Holocaust en Mensenrechten. Tijdsbeeld & Pièce Montée, Ghent Kazene Dossin, Mechelen.

Het Jodenregister is een manier om alle namen van joodse families te verzamelen en hun bijkomende informatie zoals hun adres, beroep en geboortedatum te verkrijgen. In 1941 wordt een tweede registratie voorgeschreven om het Jodenregister te actualiseren. Tijdens deze registratie wordt de identiteitskaart zichtbaar bestempeld met 'JOOD-JUIF'. Vanaf 15 jaar moest er een apart register gemaakt worden met daarbij de rest van de familiestamboom.

U moet zich aanmelden...

"In juli 1942 begint de deportatie van de Joden uit West-Europa. Naar buiten toe heet het 'verplichte tewerkstelling', maar in eite luidt dit het begin in van de uitroeiing. In Polen zijn dan al enige tijd 'industriële' uitroeiingscentra actief. In die context ungeert de Dossinkazerne als verzamelcentrum voor de raciale deportatie vanuit Belgiè en Noord-Frankrijk. Telkens als er 1000 gedetineerden zijn, zal en transport naar Auschwitz-Birkenau vertrekken. Dat "'enkel' de niet-Belgische Joden worden weggevoerd, wordt door de Militärverwaltung als een toegeving voorgesteld, maar het betreft wel circa 90% van de Joden in België.

Vanaf juli 1942 mot de Jodenvereniging Arbeitseinsatzbefehle [tewerkstellingsbevelen.] uitdelen aan 12.000 Joden, die zich moeten melden in de Dossinkazerne. Wie niet opdaagt, riskeert een ware straf. Parallel daarmee loopt en ander Duits initiatief: de verplichte tewerkstelling van ongeveer 2250 Joodse mannen uit Belgiè aan de Atlantikwall in Noord-Frankrijk, voor de Organisation Todt - regelrechte slavenarbeid. In oktober 1942 zullen ok zij via Mechelen naar Auschwitz worden gedeporteerd."
Uit Busch, C. B. en anderen (2019). Kazerne Dossin - Holocaust en Mensenrechten. Tijdsbeeld & Pièce Montée, Ghent Kazene Dossin, Mechelen.

Ook Hilda ontvangt een tewerkstellingsbrief en besluit om naar Mechelen te gaan met haar familie en zich daar aan te melden.

Aankomst Kazerne Dossin

Nadat Hilda een tewerkstellingsbrief krijgt van de Jodenvereniging, meldt ze zich eind juli 1942 aan in Kazerne Dossin. Hier wordt ze kort na aankomst op een deportatielijst gezet. Haar paspoort moet ze afgeven. In ruil krijgt ze nummer 202 en haar kleine broer Max krijgt nummer 623.

KD_00013_01_0001_000021.tif

KD_00013_01_0001_000063.tif

Kazerne Dossin in Mechelen wordt vanaf 1942 gebruikt als deportatiecentrum. Het wordt een verzamelpost van Joden en Roma en Sinti. Zij worden opgepakt of via een tewerkstellingsbrief van de Jodenvereniging opgeroepen om te komen werken. In werkelijkheid is dit een lokaas om hen te verzamelen en later te deporteren. Naast de kazerne ligt een treinspoor, dit is dus de perfecte locatie om Joden zeer snel naar Auschwitz-Birkenau te transporteren. In totaal zijn er
25.490 Joden en 353 Roma en Sinti gedeporteerd naar het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau.

Vertrek naar Auschwitz

Hilda en haar jongere broer Max worden op 4 augustus 1942 op het eerste transport gezet naar Auschwitz-Birkenau. Op dit transport zaten 999 passagiers waarvan er slechts 8 mensen de oorlog hebben overleeft.

Van deze 999 passagiers zijn er 831 van hen opgeroepen door een tewerkstellingsbrief en zo naar Kazerne Dossin getrokken.

Na 3 dagen op een volgepropte trein te staan, komen de Joden, Roma en Sinti aan in concentratie- en werkkamp Auschwitz-Birkenau. Hier worden mannen gesplitst van de vrouwen en kinderen. Het grootste deel wordt meteen na aankomst vergast in de gaskamers. Het ander deel moet werken in het werkkamp. Het concentratiekamp werd opgericht in 5 mei 1940.