In veel natuurgebieden wordt extensieve begrazing in grotere beheerblokken ingezet, vaak in combinatie met kleinschalig machinaal beheer. Hierdoor ontstaat op het niveau van een gebied een diverse vegetatie met gradiënten, mozaïeken en microbiotopen.
De begrazingsdruk en het landgebruik van deze grazers wordt opgevolgd aan de hand van zenders. Deze hangen om de de hals van een aantal dieren van de kudde om zo hun bewegingen en gedragingen te kunnen volgen over het jaar heen. Dieet wordt buiten beschouwing gelaten.
Vaak gaat het om paarden, pony's, runderen, schapen of een combinatie van een aantal soorten, die het begrazingsbeheer verzorgen.
We verzamelen de posities van deze grazers en vertalen deze naar de graasdruk om zo de interactie met de vegetatie te bepalen. Welke habitats worden bezocht en in welke periodes? Zijn er over- of onderbegraasde locaties? Door te werken met nauwkeurige posities willen we meer te weten komen over het exacte terreingebruik van de dieren en het effect op de vegetatie.