Begrazing is in de duingebieden kwantitatief de belangrijkste beheervorm. Actueel worden ca. 1.200 ha begraasd, dit is bijna de helft van de beheerde duingebieden. De begraasde duinlandschappen bestaan vooral uit wastines met mozaïeken van struweel (2160, 2170), grasland (2130) en duinvalleivegetatie (2190) maar ook grotere aaneengesloten open gebieden komen voor, vaak door gerichte natuurontwikkelingsmaatregelen.
Het landschap van de kustduinen is in de voorbije eeuw sterk veranderd door een combinatie van factoren. Urbanisatie, havens en andere infrastructuuruitbouw hebben geleid tot een globale fixatie van het landschap waarbij nog weinig ruimte is voor natuurlijke geomorfologische processen zoals zeedoorbraken en grootschalige verstuiving. Maar vooral het wegvallen van begrazing in de duinen omstreeks WO2 heeft geleid tot een versnelde successie met sterke uitbreiding van struweel als gevolg. In eerste instantie speelden vooral Kruipwilg, Duindoorn en Wilde liguster een rol in die verstruweling maar geleidelijk aan nam het aantal struiksoorten toe en werden de struwelen diverser en complexer qua architectuur en dynamiek.
website ANB
vegetatiestructuur: 2021
vegetatie: 2022, 2023
flora: 2022, 2023
graasdruk: 2021-nu
ongewervelden: 2 j. sampling
broedvogels: 2021
De Zwinduinen
website ANB
vegetatiestructuur: 2020
vegetatie: 2021
flora: 2020-2021
graasdruk: 2021-nu
ongewervelden: 2 j. sampling
broedvogels: 2021