Onderwijs en toetsing, rapportage en overgangsbeleid

Onderwijs en Toetsing

In de school is de docent samen met de collega’s verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijsaanbod. Dit houdt in dat de docent uitdagende leersituaties creëert met de daarbij behorende werkvormen en leeractiviteiten en dat hij studiewijzers en leerstofplanningen maakt voor de leerlingen, waarin de te behandelen leerstof, de leerdoelen en de toetsmomenten overzichtelijk zijn vermeld. De docent leert de leerling de leerstof zelfstandig te verwerken en houdt rekening met de capaciteiten en leerbelemmeringen van leerlingen.

De leerling heeft de inspanningsverplichting om een goed leerproces mogelijk te maken: dit betekent onder meer dat de leerling de, volgens de studiewijzer opgegeven, leerstof bestudeert, leert zichzelf te controleren en leert om zijn eigen leertijd in de Daltonuren te structureren.

Het toetsen en beoordelen van leerprestaties is een belangrijke taak van de docent. Op de cijfers/letters die de leerling krijgt voor toetsen, proefwerken en werkstukken of praktische opdrachten worden de rapportage-cijfers en -letters gebaseerd en op basis van deze gegevens worden de overgangs-beslissingen genomen. In het Leerlingenstatuut staan de regels en afspraken met betrekking tot het geven van onderwijs, de toetsing en de beoordeling.

Hieronder een beperkte opsomming:

Doorlopend rapport / voortgangsrapportage

Het schooljaar voor de klassen 1 en 2 is verdeeld in vier lesperioden.
Na elke lesperiode wordt een cijfer- of letterrapportage gegeven volgens het systeem van het 'doorlopend rapport'. Dat betekent dat de gegevens van de voorgaande periode meetellen bij de bepaling van het nieuwe rapport. 

De leerlingen van 3-HAVO, 3-VWO, 3-VMBO, 4-HAVO en 4- en 5-VWO (Tweede Fase) krijgen 4 keer per jaar een voortgangsrapportage gebaseerd op 4 (toets)-perioden. 

De examenkandidaten 4-VMBO, 5-HAVO en 6-VWO krijgen 3 maal per jaar een cijferoverzicht, gebaseerd op de 3 toetsperioden.

Overgangsnormen

De overgangsnormen zoals die op het Dalton College gelden, zijn beschreven in de brochure overgangsnormen 2023-2024. 

Overgang van klas 1 naar klas 2

In de 1e klas wordt gewerkt met de beoordelingsschaal A t/m F.

De betekenis van de letters in de heterogene brugklas is als volgt:

A = voldoende voor vwo-niveau

B = voldoende voor havo-niveau

C = voldoende voor vmbo tl-niveau

D = onvoldoende

F = slecht

Cijfergroepen onderbouw

We onderscheiden twee cijfergroepen onderbouw (klas 1, klas 2, 3 havo, 3 vwo) in de overgangsnorm: 

In groep 2 wordt er gewerkt met: slecht/ onvoldoende/ voldoende/ goed/ zeer goed.

Cijfergroepen bovenbouw

We onderscheiden twee cijfergroepen bovenbouw (3vm, 4vm, 4h, 5h, 4v, 5v, 6v) in de overgangsnorm: 

In groep 2 wordt er gewerkt met een beoordelingsschaal: onvoldoende/ voldoende/ goed.

Overgangsnprm 23-24

Slaag-/zakregeling examen: wanneer ben je geslaagd?

4-VMBO-theoretische leerweg: slaagnorm voor het examenjaar 2024

De kandidaat die eindexamen VMBO heeft afgelegd, is geslaagd als het rekenkundig gemiddelde van de behaalde resultaten voor alle bij het centraal examen betrokken vakken ten minste 5,5 is;

a. als het eindcijfer voor het vak Nederlands niet lager is dan een 5;

b. als voor één vak een 5 en voor de overige vakken een 6 of hoger is behaald, of

c. als voor twee vakken een 5 of voor één vak het eindcijfer 4 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger waarvan tenminste één 7;

d. als de vakken LO, Kunstvakken/KCKV en het profielwerkstuk met “voldoende” of “goed” zijn beoordeeld.

N.B.: Voor leerlingen met wiskunde in het pakket worden de rekenvaardigheden geïntegreerd in de eindtoetsing voor wiskunde.
Leerlingen zonder wiskunde krijgen vanaf schooljaar 2020-2021 een verplicht schoolexamen rekenen. Het behaalde cijfer wordt niet betrokken in de uitslagregeling. 

Judicium cum laude VMBO

Een VMBO-kandidaat kan met de toekenning Judicium cum laude (met lof) op het diploma slagen indien het gemiddelde eindcijfer van de vakken van het gemeenschappelijk deel (Nederlands, Engels en Maatschappijleer), het profieldeel en één vak uit het vrije deel tenminste een 8,0 is. 

5-HAVO en 6-VWO: slaagnorm voor het examenjaar 2024

De kandidaat die eindexamen HAVO of VWO heeft afgelegd, is geslaagd:

a. als het rekenkundig gemiddelde van de behaalde resultaten voor alle bij het centraal examen betrokken vakken ten minste 5,5 is;

b. als voor maximaal één van de vakken Nederlandse taal, Engelse taal en voor zover van toepassing wiskunde-A of wiskunde-B (VWO: wiskunde-C) het eindcijfer 5 is behaald;   

c. als voor alle vakken het eindcijfer 6 of meer is behaald, of

d. als voor één van de vakken het eindcijfer 5 en voor de overige vakken een eindcijfer 6 of meer is behaald, dan wel

e. als voor één van de vakken het eindcijfer 4 en voor de overige vakken het eindcijfer 6 of meer is behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt, dan wel

f. als voor twee van de vakken het eindcijfer 5 is behaald dan wel voor één van de vakken het eindcijfer 4 en voor één van deze vakken het eindcijfer 5 is behaald,en voor de overige vakken het eindcijfer 6 of meer is behaald en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt.

g. indien het vak Lichamelijke Opvoeding is beoordeeld met  “voldoende” of “goed”

h. indien geen van de eindcijfers van de vakken van het combinatiecijfer lager is dan een 4. Het combinatiecijfer is het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers schoolexamen van de “kleine vakken” uit het gemeenschappelijk deel en het cijfer voor het profielwerkstuk, waarbij alle vakken en het profielwerkstuk even zwaar meetellen.
Deze vakken en het profielwerkstuk moeten voldoen aan de eis van een afgerond eindcijfer niet lager dan een 4: 

N.B.: Voor leerlingen met wiskunde in het pakket worden de rekenvaardigheden geïntegreerd in de eindtoetsing voor wiskunde. HAVO-leerlingen met het profiel C&M zonder wiskunde krijgen vanaf schooljaar 2020-2021 een verplicht schoolexamen rekenen. Het behaalde cijfer wordt niet betrokken in de uitslagregeling. 

Judicium cum laude HAVO en VWO

Een kandidaat HAVO of VWO kan met de toekenning Judicium cum laude (met lof) op het diploma slagen indien het gemiddelde eindcijfer van de vakken van het gemeenschappelijk deel, het profieldeel en één vak uit het vrije deel tenminste een 8,0 is.