14 Stotterende kinderen op school

< terug

Wat nu volgt is speciaal bedoeld voor onderwijzers en leraren. Wij hopen dat de ideeën die in de voorafgaande hoofdstukken werden ontwikkeld ook u aangesproken hebben. Daarnaast vraagt de specifieke schoolsituatie ook een specifieke beschrijving van wat in de klas gedaan kan worden om de behandeling van de logopedist(e) te ondersteunen en om het verblijf op school voor kinderen die stotteren te bevrijden van nodeloze druk.

De moeilijkheid is dat men enerzijds de mens die stottert in zijn geheel wil accepteren: hij mag stotteren; het is zijn probleem. Anderzijds voelt men duidelijk de opdracht, en dat geldt bij kinderen extra, om iemand die onder een handicap lijdt en bereid is er zelf aan te werken, zoveel mogelijk te stimuleren.

Hoe doen we dat het beste? Stimuleren is: belonen, bemoedigen, positieve verwachtingen koesteren. Te grote beloning blijkt ontmoedigend te kunnen werken: ‘zo bijzonder is het nu ook weer niet, ze maken er zo’n drukte van uit medelijden...’ En te weinig aandacht en waardering werkt zeker ontmoedigend. Als ik alles maar goed vind, toon ik geen vertrouwen in de kracht van het kind om te veranderen. Als ik te hoge eisen stel is het ook niet prettig. Hoe vinden we het juiste midden tussen aanvaarden en stimuleren?

Als we het kind accepteren helemaal zoals het is, met zijn gaven en met zijn tekortkomingen, dan voelt het zich veilig bij ons. Als het zich veilig voelt kan het zich openstellen voor onze beloning, onze bemoediging. Die betekenen veel, die stelt het op prijs. Wanneer in onze instelling tegenover het kind de acceptatie optimaal is, is ook het beste klimaat geschapen voor onze hulp. Het kind zal het fijn vinden aan onze verwachtingen te voldoen.

De balans kan echter uit haar evenwicht zijn door een tekort aan positieve verwachting: de stimulans ontbreekt.

We accepteren nu niet alleen het kind, maar we accepteren ook de uitwijk- en afleidingstactieken waarmee het zich aan verantwoordelijkheden onttrekt. ‘Het heeft het met zijn stotteren toch al zo moeilijk!’ We verwachten niet dat het sterk genoeg is om dingen die anderen kunnen ook te doen. We geloven feitelijk niet in zijn vermogen tot groei en ontwikkeling. Het wordt niet gestimuleerd te veranderen.

Maar ook omgekeerd kan het evenwicht verstoord zijn doordat te weinig veiligheid wordt geboden:

Als onze acceptatie van het kind zelf onvoldoende is voelt het zich niet echt veilig bij ons. We kunnen het dan door onze verwachtingen bang maken in plaats van te stimuleren. Het is bang voor onze reactie als het niet aan onze verwachtingen voldoet.

Veel kinderen vertellen ons dat ze na een behandeling van enkele maanden op veel plaatsen al beter spreken, maar thuis en op school juist niet.

Met behulp van de voorafgaande figuren kunnen we nagaan waarom dat zo is. Soms wordt nauwelijks aandacht geschonken aan wat er ten goede is veranderd, men merkt de min of meer geslaagde pogingen wat minder krampachtig te spreken niet op of zegt dat het feitelijk weinig uitmaakt of er gestotterd wordt of erg langzaam gesproken. Als het nieuwe gedrag, dat nog veel concentratie van iemand vergt, weinig wordt gestimuleerd, zal hij het niet meer toepassen. Hij laat zich de uitzonderingspositie, het ontzien worden, weer aanleunen (fig. 2).

Het kan ook gebeuren dat het nieuwe spreekgedrag uitbundig wordt begroet. Iedereen moet het horen, hij is er haast van af, hij kan het nu anders. Zulk enthousiasme werkt verlammend, aan die verwachting is immers niet te voldoen? Hij stottert liever op zijn oude manier verder dan opgewonden illusies te wekken (fig. 3).

Wie gewend was te stotteren leert in de behandeling een nieuwe reactie. Hij leert zijn stotteren niet primair emotioneel maar nuchter en met humor te benaderen. Maar ook de omgeving, thuis en op school, moet een nieuwe reactie aanleren. De zojuist genoemde aanwijzingen kunnen daarbij een hulp zijn.

Als een stotterend medemens van u vraagt normaal behandeld te worden, betekent dat in feite dat hij vraagt geaccepteerd te worden met zijn stotteren, en te mogen rekenen op uw positieve verwachtingen voor zijn ontwikkeling.

15 De behandeling