06 De volwassene die stottert

< terug

De volwassene die stottert moet de realiteit: ik ben het die stottert, ik veroorzaak mijn stotteren zelf, met mijn eigen spieren, onder ogen zien voordat er iets veranderen kan. Kan hij deze realiteit aannemen, dan kan hij ook aannemen dat hij door anders met zichzelf om te gaan, door anders te denken en te doen, het stotteren zal kunnen beïnvloeden en zich er van zal kunnen bevrijden. Daarom .... niet proberen jezelf als vloeiend spreker voor te doen, niet de realiteit uit de weg gaan, niet het stotteren onderdrukken, niet bang zijn.

Zeg maar eens tegen jezelf: ‘ik mag stotteren’ en lach er een beetje bij. Dan neem je de eerste ontspanning al waar. Het vermijden en verbergen is een aangeleerde reactie, waar je het meest effectief tegen in gaat door heel open en eerlijk met je stotteren te voorschijn te komen. juist het omgekeerde van wat je altijd gemeend hebt te moeten doen. Want hoe zit het eigenlijk?

Iemand stottert om door de luisteraar voor vol te worden aangezien.

Iemand die stottert kan vrij en gemakkelijk leren praten, ook in situaties die nu nog als zeer bedreigend worden ervaren. Familieleden en vooral levenspartners kunnen degene die stottert helpen door vertrouwen te hebben in de behandeling en in hemzelf, toon dit vertrouwen op alle manieren die u kunt bedenken. Leer hem of haar dit begrijpen, speciaal door zelf niet meer bang te zijn voor het stotteren. Humor en begrip baat, angst schaadt.

Stotteren is iets waar vaak om gelachen wordt. We verbinden die manier van praten immers intuïtief met onzekerheid en angst. En als er ogenschijnlijk niets is om bang voor te zijn, dan kan het stottergedrag komisch werken. Als ik zelf niet bang ben voor muizen, dan is iemand die meteen trillend op een stoel staat als zich een muis vertoont, voor mij komiek. Leer uw stotterende medemens dit begrijpen, leer hem begrijpen dat om een al te hevige reactie gelachen kan worden, lach met hem samen maar eens om het stotteren.

Er om lachen in een veilige omgeving, d.w.z. samen met iemand bij wie je je veilig voelt, is bevrijdend. We zeiden het al eerder. Maar die angst die ons luisteraars zo onnodig toeschijnt, is voor de stotteraar heel reëel. Het zweet staat hem in de handen, zijn hart bonkt, er is een waas voor zijn ogen.

Het is gemakkelijk om te zeggen: je moet niet bang zijn. Maar het is lang niet gemakkelijk om telkens opnieuw de therapeut als wegwijzer te vertrouwen en telkens opnieuw juist datgene te doen wat je altijd vermeden hebt.

Gelooft u het niet?

Gelooft u niet dat stotterende mensen zelf, hun ouders of echtgenoten, zo bang zijn, zich zo schamen voor het stotteren dat ze er niet voor uit durven komen tegenover anderen?

Wat vindt u dan van de volgende historische voorbeelden.

- Een echtpaar is al drie jaar getrouwd. De man stottert erg, er is geen enkele situatie waarin hij vloeiend spreekt. Hij is daardoor vrij zwijgzaam geworden. In de loop van de behandeling is er een gesprek van man en vrouw samen met de logopediste. Het blijkt dan dat het onderwerp ’stotteren’ tussen de echtgenoten nooit eerder is aangeroerd.

- Een vader belt op en vraagt hoe hij het geld voor de behandeling moet overmaken. Hij heeft er weliswaar schriftelijke aanwijzingen voor gekregen, maar verontschuldigt zich met de opmerking dat hij op een bank werkt en zich er voor schaamt een bankgiro aan de Stichting Stottertherapie voor de behandeling van zijn zoon uit te schrijven. Wat zullen zijn collega’s wel denken?

- Henk, 18 jaar oud, laat liever geen post nazenden, omdat hij dan het adres van een instituut voor stottertherapie moet opgeven.

- Een jongeman die stottert is verloofd. Het meisje heeft nog niet gemerkt dat hij stottert. Steeds als hij merkte dat het niet vloeiend zou kunnen gaan, heeft hij liever gezwegen. De moeilijkste situaties, kaartjes kopen of iets in een restaurant bestellen, heeft hij tot nu toe door allerlei trucs succesvol uit de weg weten te gaan.

- Een moeder belt op. Ze is een beetje in de war. Haar dochter heeft een oproep gekregen voor stotterbehandeling. Moeder dacht dat die behandeling in de vakantie zou plaats vinden, maar dat blijkt maar voor een gedeelte het geval te zijn. En nu vindt moeder het zo opvallend als haar dochter een paar keer 5 dagen van school weg moet blijven. Weten de leraren dan niet dat zij stottert? Ja, natuurlijk weten ze dat, want ze stottert erg. Wat is er dan tegen die behandelingsperioden in te brengen? Het meisje zal er zeker vrij voor krijgen. Ja, kijk, als je er niets bijzonders van zegt, valt het stotteren misschien niet zo op, maar als het meisje daarvoor een aantal dagen van school moet, dan is het voor iedereen duidelijk dat er wat aan de hand is. En dat wil moeder haar kind maar liever besparen.

Gelukkig is de openheid over stotteren de laatste jaren erg toegenomen en zulke krasse voorbeelden komen nu niet meer zo vaak voor. Toch is het aantal ouders dat bezorgd is over, zich ergert aan of zich schaamt voor het stotteren van zoon of dochter nog steeds groter dan het aantal ouders dat rustig met stotterverschijnselen kan omgaan. Volwassenen die er gemakkelijk voor uit komen dat ze stotteren hebben dat wel eerst moeten leren.

Niet bang zijn voor het woord stotteren. Als we voor het woord al weglopen, hoe zullen we dan het verschijnsel zelf kunnen aanpakken?

07 Meer inspanning leidt tot betere prestaties – of juist niet?