Hoe weet jij dat nou? Misschien is het antwoord wél correct….
Het was een mistige woensdagochtend in de winter ergens midden jaren 90. Het eerste uur had ik wiskunde. Ik herinner het me maar al te goed. Het was koud die dag en ik had absoluut geen zin om mijn dag met wiskunde formules te beginnen. Zoals altijd moet je er als middelbare scholier maar aan geloven en gaf ik mezelf maar over aan de orde van de dag. Er werd een nieuw thema herhaald door mijn docent en dit keer wilde hij het klassikaal oefenen om zo te leren van elkaar. Waar ik zo zoetjes aan de dag aardig had geaccepteerd wekte deze mededeling echter de nodige zenuwen bij me op. Niets is zo erg om iets wat je nog niet helemaal snapt voor je klasgenoten te moeten uitproberen. Weliswaar op je eigen plek en niet op het bord maar je snapt de strekking wel.
En ja, het moment was daar. Aan mij de beurt om de volgende formule op te lossen. Ik deed een verwoede poging wetende dat het antwoord niet goed was. Wat het nog erger maakte is dat ik halverwege ook nog werd onderbroken door een betweterige klasgenoot die keihard riep; “Maar dat klopt helemaal niet”! Ik begon me nóg erger te schamen dan ik toch al deed toen ik verrast werd door de reactie van mijn docent die heel droogjes maar heel pertinent zei: “Hoe weet jij dat nou? Misschien is het antwoord wél correct!”, waarop hij mij mijn antwoord liet afmaken.
Uiteraard was het antwoord inderdaad fout maar de manier waarop hij voor me opkwam gaf mij een dergelijke boost in zelfvertrouwen die ik toch kenmerk als één van mijn beste PLC-momenten. Ik leerde namelijk om minder zwaar aan fouten te tillen. Ik had er namelijk een handje van om onredelijk streng voor mezelf te zijn. De veiligheid die mijn docent creëerde door het zo voor mij op te nemen was dermate waardevol dat het nu nog bijblijft zoveel jaren verder.
Lucretia