Op een kille maandagochtend begin februari loop ik de studieruimte binnen waar mijn studiegroep zich bevindt. Daar zitten ze, twaalf, wat stille, jonge dames. Het komende semester ben ik hun tutor en zal ze iedere week op maandag en vrijdag twee uur lang begeleiden vanaf de zijlijn. Daarnaast beoordeel ik hun portfolio tijdens een kort gesprek. Op maandag krijgen de studenten vier opdrachten en wordt er verwacht dat ze gaan brainstormen over deze opdrachten. Op vrijdag presenteren ze de opdrachten aan elkaar.
Na een, naar later blijkt te kort, voorstelrondje gaan ze aan de slag tijdens de eerste bijeenkomst. Slechts een paar studenten zijn actief tijdens de brainstormsessie, terwijl de rest zich op de achtergrond houdt. ’s Avonds aan de eettafel vroeg mijn vriendin of het een leuke groep studenten was. Ik moet toegeven, ik was niet laaiend enthousiast…. “Wellicht hebben ze even tijd nodig om hun draai te vinden in een nieuwe groep” zei ze. Echter na een aantal weken was er weinig veranderd. Ik besloot dat het tijd werd voor een gesprek met de groep en gaf iedereen het woord om te spreken over hun eigen functioneren binnen de groep en het functioneren van de groep als geheel. Stress, veeleisende ouders, prestatiedruk, maar vooral faalangst, bleken eerder regel dan uitzondering te zijn en de tranen stroomden rijkelijk die middag. De week erop ben ik met de groep uit eten geweest. Op het terras in de voorjaarszon verschenen de eerste kannen Sangria en werden de gesprekken steeds persoonlijker. “Wij hebben het jou wel vertelt Jack, maar waar lig jij nou ’s nachts wakker van?” Daar moest ik even over nadenken. Ik zei ‘hoe vanaf oktober mijn leven er gaat uitzien met de komst van een kleine”. Er werd enthousiast geproost op dit nieuws door de dames en de avond duurde lang. Vanaf die tijd veranderde de chemie binnen de groep. De brainstormsessie verliepen steeds beter en ik heb met alle twaalf een goed portfoliogesprek gehad. De laatste bijeenkomst kreeg ik, met een knipoog, een fles Sangria en een te schattig rompertje met als tekst De Bulk. Die snapte ik niet en ze begonnen allemaal hard te lachen. “Jack, dit is toch echt jouw stopwoord tijdens colleges”.
Er is al het nodige onderzoek verricht over wat bijdraagt aan een ‘positive learning culture’. Termen als trust, good relationships and engagement worden vaak genoemd als belangrijke factoren voor het creëren van een PLC. Ook ik hecht waarde aan deze factoren en had eerder in actie moeten komen, wat meer over mezelf moeten vertellen en meer betrokkenheid moeten tonen. Het motto van Meester Bart, bekend van Facebook en Twitter en zijn columns in de Trouw, is: Laat de mens achter de docent zien. Je bent niet soms mens en soms docent. Je bent mens en docent tegelijk. We hoeven als opleidingsdirecteur, cursuscoördinator of docent echt niet ons hele persoonlijke leven te delen, maar de mens achter deze functies mag best wel wat meer naar voren komen.
Jack