Ongeveer een jaar geleden kwam ik in de Engelse literatuur de term “Fit to practise” tegen, die naar mijn idee perfect beschreef wat het ultieme einddoel is van de opleiding geneeskunde en in het bijzonder de onderwijslijn Professionele Ontwikkeling: “Having the skills, knowledge, health and character to do the job safely and effectively”. Ik vond het mooi dat in mijn hoofd “fit” ook “passend maken” betekent, naast “fit” als in fitheid. Kortom, een positieve ontwikkelingsterm die ik graag gebruikte in de herkansingsgesprekken.
Ik had me niet meer kunnen vergissen. De studenten waarmee ik het besprak, hoorden bijna zonder uitzondering “UNfit to practise”, waarbij ze het idee hadden zich te moeten verdedigen voor hun afwezigheid.
Twee zaken hebben me hierin verbaasd: individuele psychologische of fysieke klachten kunnen nooit een reden zijn om andere eisen te stellen aan het behalen van een generiek diploma als basisarts (het Engels kent hiervoor de term “entitlement” (“recht menen te hebben op”), maar nog vreemder vond ik de veronderstelling van een afrekencultuur binnen een opleiding van jonge mensen! Immers de meesten van ons komen vroeger of later in hun leven fysieke of psychologische problemen tegen, die je plannen en je leven op zijn minst ophouden, dan niet omver gooien. Wat mij betreft gaat “fit to practise” vooral over het nemen van verantwoordelijkheid voor het probleem: onderkennen, passende hulp zoeken en er mee om leren gaan als onderdeel van je eigen leven, als arts in spé.
Het was vaak hard werken in de gesprekken om een en ander recht te breien. Heeft zeker bijgedragen aan mijn eigen professionele ontwikkeling….In een #PLC is Communicatie zeg maar echt een ding!
Ursula