Je CBE organiseert een tweede kans of echt een nieuwe kans op leren voor veel volwassenen die laaggeletterd zijn.
Elk CBE bereikt een gevarieerde groep cursisten, heel wat 'kansengroepen' dus. De doelgroep van de Basiseducatie is in zijn geheel zo mogelijk nog veel gevarieerder.
Wie bereiken jullie?
Via de eigen administratie kan je CBE de maatschappelijke situatie van de cursisten onderzoeken: scholingsgraad, tewerkstelling, inkomenssituatie, gezinssituatie,...
Zo kan je de balans maken.
Worden bv. veel mensen bereikt die afhankelijk zijn van een vervangingsinkomen? Zijn veel cursisten beroepsactief?... Wie zijn onze doorverwijzers, e.d..
Wat zegt dit?
Je kan de cijfers over de eigen cursistenpopulatie bv. vergelijken met statistische informatie over de eigen regio. Daaruit kan je dan conclusies trekken... eventuele tekorten en blinde vlekken benoemen.
Want misschien stel je vast dat - bepaalde groepen - mensen de stap niet zetten naar CBE.
En wie zijn dat dan? Zijn dat mensen in armoede? En zouden deze mensen wel bereikt kunnen worden?
Het is belangrijk om dat te onderzoeken.
We kunnen je hier verwijzen naar gegevens over armoede in je regio. Bekijk bv. eens de armoedebarometer of gegevens van je lokaal bestuur.
De cursistenpopulatie doorlichten zal ook veel duidelijk maken over mensen in armoede die wél al in de cursussen zitten. Ook zij verdienen extra aandacht.
Voor hen zijn het dagelijks gevecht tegen armoede en hun ervaringen met uitsluiting immers onderdeel van hun 'leven als cursist'. Al zal dat niet altijd even sterk op de voorgrond komen...
Ook over het deelnemen aan cursus in een CBE kregen we signalen van de organisaties van mensen in armoede.
Voor mensen in armoede en uitsluiting blijkt het vaak erg moeilijk om goed 'te passen' in onze organisatie.
Waar hebben zij nood aan? Hoe ervaren zij onze organisatie? En hoe ziet hun leven buiten onze cursussen eruit? Hoe overleven zij de problemen waarmee ze geconfronteerd worden? Hoe gaan zij om met ervaringen van uitsluiting?
En hoe gaat CBE daarmee om?
Ook dat kan onderzocht worden.
Je CBE doet er goed aan om visie te vormen over 'hoe' aandacht hebben voor/werken met mensen die leven in armoede en sociale uitsluiting.
Deze visie wordt best algemeen gedragen... want het is nodig om ze te laten doordringen op verschillende niveaus en verschillende vlakken: cursusorganisatie, houding van leraren, contact met cursisten, onthaal, educatief aanbod, promotie, samenwerken met partners, enz..
Om tot een goede aanpak te komen zijn reflectie en inhoudelijke verdieping nodig.
Ook dialoog met 'ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting' is nuttig. Nodig zelfs!
Ervaringsdeskundigen helpen om de binnenkant van armoede en sociale uitsluiting te zien, om dichter bij de mensen te komen. Ze kunnen de drempels benoemen... en ook de echte leerkansen voor meer mensen.