Ted Bachenheimer

Inleiding

Ted Bachenheimer was een naar Amerika gevluchte joodse Duitser die zich op 18 jarige leeftijd meldde bij het Amerikaanse leger om tegen de Nazi's te gaan vechten. Hij wordt paratrooper van het 504e PIR (Parachute Infantry Regiment) onder leiding van Col. Tucker. Dit regiment is onderdeel van de 82e Airborne Division onder leiding van gen. Gavin. Op 10 juli 1943 worden ze ingezet op Sicilië. Daarna zijn ze gesproken in Salerno, Napels, midden Italie en Anzio. In maart 1944 gaan ze terug naar de UK worden worden daarna ingezet bij Operatie Market Garden.

Ted springt op 17 september bij Overasselt en komt op 18 september met het 2e bataljon van het 504e PIR bij de 'Honinghutje' brug, die ingenomen wordt. Ted speelt vervolgens een belangrijke rol als 'liaison' naar de verzetsgroepen aan de westkant van Nijmegen. Zodoende ontstaat ook het contact met de verzetsgroep van Jos en Jos zelf. Ted geeft Jos en Ton een opdracht om de omgeving van Kleef te verkennen , wat uiteindelijk een hachelijk missie blijkt die 9 weken duurt. Uiteindelijk heeft Ted de oorlog niet overleefd. Volgens de officiële lezingen wordt hij bij 't Harde op de vlucht neergeschoten op 21 oktober 1944.

Contacten tussen Ted en Jos

Uit een verklaring van Jan Postulart maken we op dat er al contact was tussen Ted en het verzet op 18 september 1944. Jos maakt pas melding van contacten met Ted nadat hij op 28 september voor de GDN ging werken. Wat Ted in die tussentijd heeft gedaan weten we niet. In het boek van Norbert de Groot "Als Sterren van de Hemel' op bladzijde 205 is een groepsfoto afgedrukt waarvan het origineel tussen de papieren van Jos zit. Daarop staat Ted met o.a. Mies, de zus van Jos. Datum van deze foto is niet bekend. In datzelfde boek, op bladzijde 206 is ook een pasje afgedrukt dat door Ted ondertekend is, gedateerd 21 September 1944.

Jos gaat voor de GDN (Geheime Dienst Nederland) werken op 28 september 1944. In zijn verslag staat: 'Op 28 September door den Heer Fischer [W.H. Visser red] (GDN) toendertijd hoofd I.D. te Nijmegen ingeschreven als medewerkende. Opdracht voor verkenning van gebied ten N.O. van Nijmegen. Capt. Gorham 10 504 regt. Prcht.Inf. U.S.A. m& wien ik in contact stond via de bekende Amerikaan Tal Baggenheimer verzocht tevens bij hem verslag uit te brengen en verschafte tevens de nodige inlichtingen'.

Ted heeft Jos en Ton een missie gegeven en zij zijn 7 oktober 1944 op pad gegaan: 'Na enige verkenningen samen met Anton Ermers (I.D.) op de nacht van 7-8 October vanuit de steenfabriek te Kiewaert met bestemming Millingen en zo mogelijk de omgeving Kleef. Na veilig het tevoren uitgestippelde mijnenveld (Amerikaans) gepasseerd te zijn werden we al spoedig gesnapt door een wacht (dit was volgens plan. zie cover-story)'.Daaruit leiden we af dat er op of voor 7 oktober nog contact moet zijn geweest tussen Jos en Ted.

Waar Ted precies was tussen 21 september 1944 en 7 oktober 1944 is lastig vast te stellen. Na de Waalbrug ingenomen te hebben verdedigde het 504e PIR het onrustige front aan de oostkant van Nijmegen bij Erlecom en later Mook. Gezien de kwaliteiten van Ted zou je verwachten dat hij bij zijn regiment was om verkenningen langs dat oostfront te doen. Maar dat weten we niet zeker. Jos heeft Ted niet meer gezien. Toen Jos en Ton terugkwamen van hun missie in december 1944, was Ted al 'Missing in Action' en het 504e PIR vetrokken.

Ted en IS9

Wat Ted precies voor rol had weten we niet. Terwijl zijn regiment (het 504e PIR) het front verdedigde ten oosten van Nijmegen, is Ted kennelijk betrokken geraakt bij andere activiteiten en diensten zoals de OSS of CIC. Of was hij wellicht daar al eerder bij betrokken. In ieder geval beschrijft Airey Neave (hoofd van IS9) een missie (Operatie Windmill) van Capt. Peter Baker en Ted. Peter en Ted crossen de Waal bij Tiel en verblijven op boerderij De Wildt waar zij op 16 oktober gevangen genomen worden. Over de precieze data en aanleiding lopen diverse verklaringen uiteen. Gerard van Loenen heeft een aantal op een rijtje gezet:

  • 'In de biografie van Van Royen wordt op pag.115 gesproken over het gebruik van een kano voor de overtocht van Van Royen en Meyers over de Waal. In de nacht van 12/13 oktober 1944. Deze kano was de dag ervoor gebruikt door twee personen die na te zijn geland op de noordoever van de rivier de Waal die in het niets waren verdwenen. Of deze kano gebruikt is door Baker en Bachenheimer om de operatie Windmill vanuit het huis van Fekko Ebbens te gaan organiseren blijft onduidelijk. Bachenheimer kende het adres al. Hij was op een van zijn verkenningstochten vanuit Nijmegen op 5 oktober 1944 aanwezig op dat adres toen Heaps daar arriveerde voor zijn overtocht over de Waal naar bevrijd gebied. Zie “De gans is gevlogen”.'

  • 'Volgens “MI 9 Escape and Evasion 1939-1945” van Foot & Langley zijn Harrier en een Amerikaanse para in de nacht van 10/11 oktober de Waal over gestoken en verbleven bij de familie Ebbens. Een leidinggevende Nederlandse official, de latere ambassadeur Van Royen, crosste in dezelfde kano in tegenovergestelde richting naar bevrijd gebied.'

  • 'Volgens “Saterday at MI 99 van Airey Neave had hij op 6 oktober het fiat van Langley gekregen om een nieuwe ontsnappingslijn te openen via de Betuwe voor het geval de grootschalige operaties, Pegasus, zouden mislukken. Daarvoor zou een agent met codenaam Harrier naar bezet gebied worden gezonden. Op hetzelfde moment had een Amerikaanse para van de 101ste Airborne Division zich vrijwillig aangeboden om Harrier te vergezellen. Vastgesteld werd dat in de nacht van 11/12 oktober beiden over gezet zouden worden. ’S Avonds vertrok Neave met een kleine patrouille van de Highland Light Infantry, Fraser en Koch van het Nederlandse Bureau Inlichtingen naar de uiterwaarden van de Waal. Op de zuidoever verwachtte Neave ook een Nederlander. Dat zou Van Royen zijn die met Joop Meyers en nog een burger. Direct daarop zou Harrier en de Amerikaanse para in de boot zijn gestapt en naar bezet gebied zijn gevaren.'

  • 'Volgens de biografie van Van Royen is Van Royen met Joop Meyers en in de nacht van 12/13 oktober pas naar bevrijd gebied zijn gevaren in een kano. Daar zouden beiden een Britse patrouille hebben getroffen die hen opving.'

  • 'Volgens “Ten onrechte beschuldigd” van Conny van der Heyden heeft Eef Grisel in de nacht van 11/12 oktober een Britse kapitein Peter Baker door o.a Leo Lamers over gezet aan de oever van de Waal opgewacht en is door Lamers naar Ebbens gebracht. Volgens haar zou Ted Bachenheimer de nacht er na over de Waal zijn gekomen Hij zou een telefoonkabel hebben uitgerold om een telefonisch netwerk op te bouwen en om een nieuwe ontsnappingsroute uit te werken.'

  • 'Uit de persoonlijke correspondentie van Baker aan de echtgenote van Bachenheimer van 25 november 1945, die op dat moment nog steeds spoorloos was, spreekt Baker over zijn ontmoeting met Bachenheimer bij Ebbens enkele dagen nadat hij daar gearriveerd was. '

  • 'Volgens Boeree (Organisatie van het verzet in de Betuwe, collectie no. 62, pag 56) zou Baker op 7 oktober 1944 bij Ebbens zijn verschenen, terwijl Ted Bachenheimer op 14 oktober arriveerde.'

De precieze chronologie is niet duidelijk. Er ontbreekt ook elk spoor van Ted tussen 21 september en 5 oktober 1944. Dat wordt nog nader onderzocht als er nog iets over te vinden is. Het vermoeden is dat Ted recon (verkenningsmissies) deed, mogelijk in het kader van Operatie Windmill (back up route voor Operatie Pegasus). Norbert noemt in zijn boek op bladzijde 206 ook nog een ontsnappingsorganisatie 'River Line', maar daarover hebben we tot dusver niet kunnen vinden.

Ted is op 16 oktober zijn verrast en gevangengenomen bij de boerderij De Wildt in Tiel en op 21 oktober, onderweg naar een POW kamp (Prisoner of War kamp) in Duitsland, bij een vluchtpoging bij 't Harde zijn neergeschoten. Na de oorlog heeft Jos wel eens verzoeken gehad over Ted van amerikaanse onderzoekers en zijn ervaringen met Ted gedeeld.

Wat betekende Ted voor Jos?

Naar aanleiding van een verzoek van de heer Montgomery heeft Jos na de oorlog nog een keer op een rijtje gezet wat Ted voor hem betekend heeft. Dat is heel wat, het moet een indrukwekkende ervaring geweest zijn met hem te werken. Dat verzoek is hieronder opgenomen. Ook de 2 concept brieven die Jos in reactie op dat verzoek heeft geschreven.

In het boek van Norbert de Groot wordt de impact die Ted gehad moet hebben ook goed verwoord. De beroemde oorlogscorrespondente Martha Gellhorn heeft een artikel over de 82nd Airborne en Ted geschreven en er is ook een stripverhaal ( de 'GI General') over Ted verschenen.

Brief aan dhr Montgomery, eerste versie blz 1

Brief aan dhr Montgomery, eerste versie blz 1

Brief aan dhr Montgomery, tweede versie blz 1


Brief aan dhr Montgomery, tweede versie blz 2

Het leven van Ted Bachenheimer

Hieronder volgt de letterlijke tekst van Frank van Lunteren, met toestemming overgenomen van de website: http://www.go2war2.nl/artikel/2534/Bachenheimer-Theodore-H.htm

Bachenheimer, Theodore

Theodore Bachenheimer (1923-1944)

Theodore ‘Ted’ H. Bachenheimer werd geboren op 23 april 1923 in Braunschweig, Duitsland. Zijn vader was pianist, componist en operaregisseur, zijn moeder toneelspeelster. Beiden waren van joodse afkomst. Theodore was de oudste van twee kinderen. Na de Machtergreifung van Hitler besloten de Bachenheimers te emigreren.

Via Praag en Wenen belandde het gezin in Frankrijk om van daar in 1934 naar de Verenigde Staten te emigreren. Na aankomst vroegen zijn ouders het Amerikaanse staatsburgerschap aan. De Bachenheimers vestigden zich in Hollywood. Vanwege hun beroep vonden zijn ouders al snel werk in de amusementsindustrie. Het was dan ook niet vreemd dat Theodore zich in 1941 op het Los Angeles City College inschreef als student toneelkunst. Hij was toen achttien jaar oud. Op 7 december 1941 vielen de Japanners onverhoeds de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaii aan. De Verenigde Staten verklaarden daarop Japan de oorlog. Theodore Bachenheimer meldde zich daarom in het begin van het jaar 1942 aan als vrijwilliger in militaire dienst bij de kort tevoren gevormde paratroepen. Theodore volbracht de loodzware parachutistenopleiding en haalde daarmee zijn parachutistenbrevet.

Op 1 mei 1942 werd het 504th Parachute Infantry Regiment opgericht onder leiding van Colonel Reuben H. Tucker. Theodore werd ingedeeld bij Company C van het 1st Battalion. Aanvankelijk vroegen zijn kameraden zich af of hij wel geschikt was als parachutist. Hij had een jongensachtig uiterlijk, donkere krullen en volle, blozende wangen. Hij had een zachte stem en zijn hele voorkomen was rustig, hij leek in niets op een ruige parachutist. Achter dit jongensachtige uiterlijk ging echter een uitermate sterke wil schuil. Gevoed door zijn haat tegenover nazi-Duitsland was Bachenheimer vastbesloten om ten strijde te trekken. In deze periode overleed ook de vader van Bachenheimer.

In augustus 1942 werd Bachenheimer tegelijk met het hele 504th Parachute Infantry Regiment overgeplaatst naar Fort Bragg. Dit kwam doordat het 504th was toegevoegd aan de 82nd Airborne Division. Bachenheimer die tot dan toe altijd nog de Duitse nationaliteit had gehad, legde in Fort Bragg de eed voor het Amerikaanse staatsburgerschap af. Vlak voor zijn vertrek naar Europa trouwde hij met Ethel Murfield.

Op 29 april 1943 maakte de 82nd de overtocht naar Noord-Afrika. Elf dagen later, op 10 mei, kwamen ze aan in Casablanca, Marokko. Daar brachten ze twee maanden in de Algerijnse woestijn al oefenend en wachtend door. Begin juli 1943 werd de 82nd verplaatst naar het vertrekpunt voor hun eerste gevechtssprong in Sicilië.

In de nacht van 9 op 10 juli maakte het 504th Parachute Infantry Regiment haar eerste gevechtssprong. Deze sprong werd een mislukking. De troepen kwamen wijd en zijd verspreid neer. In deze nacht leek het er op dat Bachenheimer zijn oorlog er al op had zitten. Hij landde in een Duitse stelling en werd gevangen genomen. Hij werd gevangen gehouden bij een Duitse commandopost. Daar aangekomen, kon hij precies verstaan wat de Duitsers bespraken, aangezien Duits zijn moedertaal was. Diezelfde nacht nog vluchtte Bachenheimer door een onoplettendheid van zijn bewaker. Aangekomen bij zijn eigen troepen, vertelde hij alles wat hij gehoord had.

Tijdens de rest van de strijd op Sicilië openbaarde Bachenheimer zich als een uitstekende soldaat. ’s Nachts ondernam Bachenheimer patrouilles in zijn eentje. Vaak waren deze patrouilles vrijwillig. Tijdens dergelijke patrouilles kwam Bachenheimer op allerlei manieren aan informatie. Hij luisterde gesprekken af of hij kroop behoedzaam naar een Duitse loopgraaf of schuttersputje en begon in het Duits een gesprek met de desbetreffende soldaat. Als hij genoeg informatie had verzameld, zette hij zijn pistool op de buik van de soldaat en beval hem mee te komen. Bij weigering doodde hij de soldaat. In beide gevallen keerde hij kalm terug naar zijn eigen linies. Aan het eind van de campagne in Sicilië had Bachenheimer de reputatie een meesterverkenner te zijn.

In de nacht van 13 op 14 september sprong het 504th Parachute Infantry Regiment in Salerno. Het was een versterkingsoperatie die tot doel had de geallieerde situatie in Salerno te redden. Met betrekking tot de gevechten bij Salerno is weinig over Bachenheimer bekend. Dit komt omdat het 504th op 20 september al werd afgelost. Ruim een week nadat ze waren afgelost, op 1 oktober, was het 504th betrokken bij de inname van de zwaar beschadigde stad Napels. In de tweeënhalve maand die volgde werd het 504th ingezet als infanterie in Midden-Italië.

Midden november was Bachenheimer met een groep van ongeveer veertien man op patrouille. Plotseling bleek dat ze waren ingesloten door een groep zwaarbewapende Duitsers. De luitenant gaf Bachenheimer opdracht hulp te halen. Bachenheimer bereikte zijn eigen linies en wist net op tijd terug te keren met de nodige versterking. Helaas werd de luitenant gedood in het hevige vuurgevecht dat daar heeft plaatsgevonden.

Op 22 januari 1944 nam Bachenheimer samen met het 504th deel aan de amfibische landingen bij Anzio. In de eerste tien dagen in Anzio vonden er offensieven plaats. Echter, de laatste zeven dagen vond er een loopgravenoorlog plaats. In deze week zou Bachenheimer uitgroeien tot een levende legende. Zijn reputatie groeide onder zijn kameraden in deze periode uit tot bovenmenselijke proporties.

Op een nacht verlieten Bachenheimer en een kameraad, James McNamara, hun eigen linies onder dekking van hun kameraden. De twee kropen met een grote boog om de vijandelijke linies heen, totdat ze achter een Duitse mitrailleurpost waren beland. Bachenheimer beval McNamara te blijven waar hij was. McNamara vertelde na de oorlog dat Bachenheimer op vriendelijke toon met de Duitser begon te praten. Toen na enige tijd het gepraat ophield, hoorde McNamara het afgesproken signaal en hij ging op Bachenheimer af. Die stond daar nonchalant met de Duitse gevangene op McNamara te wachten. Met de gevangene tussen hen in keerden ze terug naar Company C.

Een andere opmerkelijke gebeurtenis is de volgende: op een andere nacht was Bachenheimer met drie kameraden op patrouille. In het niemandsland aangekomen, werd er een lichtkogel afgeschoten, waarna de patrouille werd bestookt door mitrailleurvuur. De drie kameraden die van mening waren dat hun opdracht het lokaliseren van de Duitse troepen was, keerden op hun schreden terug. Bachenheimer ging echter verder, helemaal alleen richting de vijand. Enkele minuten heerste er een doodse stilte. Plotseling hoorden zijn kameraden mitrailleurvuur uit de richting waarin Bachenheimer was vertrokken.

Toen er wederom een doodse stilte volgde, dachten de drie dat Bachenheimer was gesneuveld. Een half uur na terugkomst bij hun kameraden, belde de voorpost van het 504th: ‘Bachenheimer kwam hier net langs, hij heeft een Duitse sergeant op sleeptouw’. De Feldwebel die gevangen was genomen, was razend. Hij was door een ‘knulletje van tien jaar jonger’ ingerekend. Volgens betrouwbare bronnen zwierf Bachenheimer zo vaak achter de vijandelijke linies dat hij de namen van de Duitse compagniescommandanten kende en dat hij wist waar zich medische hulpposten en bevoorradingposten bevonden. In sommige gevallen wist hij zelfs of een commandant geliefd was bij zijn mannen of niet.

De verhalen die in deze tijd over Bachenheimer de ronde deden in het 504th Parachute Infantry Regiment breidden zich uit over de 82nd Airborne Division en zelfs ver daarbuiten. Naarmate de verhalen enkele keren door waren verteld, werden ze mooier gemaakt of aangedikt. Hierdoor is het achteraf moeilijk te bepalen wat feit en wat fictie is. Zo kon net als altijd het ene verhaal de aanleiding vormen voor het andere verhaal. Eén van die verhalen is het volgende: Bachenheimer besloop op één van zijn ‘normale’ missies samen met een kameraad een Duitser die worst met aardappeltjes zat te eten. De Duitser nodigde hen uit voor de maaltijd. Nadat ze een tijdje hadden gepraat, vertelde Bachenheimer de man dat hij maar goed moest eten, aangezien het wel een poosje kon duren voordat hij zijn volgende maaltijd kreeg. De Duitser die onraad rook, greep naar zijn geweer, maar werd door Bachenheimer in de hals geschoten. Waarschijnlijk is dit verhaal de basis voor het verhaal dat Bachenheimer tussen een paar Duitsers ging staan, die in de rij stonden voor het eten. Nadat hij was uitgegeten keerde hij met de gehele groep Duitsers terug naar het 504th Parachute Infantry Regiment.

Op 23 maart 1944 verliet het 504th Parachute Infantry Regiment Anzio en voegde zich weer bij de 82nd Airborne Division in Groot-Britannië. Op 14 juni 1944 werd Bachenheimer onderscheiden met de Silver Star wegens zijn betoonde dapperheid in de gevechten bij Anzio.

Ted Bachenheimer in Nederland

Bij het begin van operatie Market Garden sprong Bachenheimer met het 504th naar beneden bij Overasselt. Tijdens de gevechten in Nederland werd Bachenheimer de beroemdste soldaat van de hele 82nd Airborne Division. De opdracht van het regiment was het veroveren van de brug over de Maas bij Grave. Op deze eerste dag toonde Bachenheimer opnieuw zijn onverschrokkenheid. Hij nam deel aan een patrouille die onder vijandelijk vuur de Maasbrug bij Grave overstak. De volgende dag ging Bachenheimer alleen op pad. Soldaten van het 1st Battalion zagen een Amerikaanse parachutist richting Nijmegen fietsen. Deze para was Bachenheimer. Nadat de soldaten hem er op gewezen hadden dat de stad nog in Duitse handen was, zei Bachenheimer: ‘Ach, om het even! Ik ga kijken hoe het ervoor staat’! Dit was juist op het moment dat de Amerikanen haast alle troepen uit Nijmegen hadden teruggetrokken voor de verdediging van de landingszones.

Aan het eind van de middag meldde Bachenheimer zich op het hoofdkwartier van de Ordedienst (OD) in Nijmegen. Op aandringen van het hoofd van de OD nam Bachenheimer het bevel van deze groep op zich. Direct begon hij met de organisatie van zijn groep. Hij stuurde patrouilles de stad in, vroeg om inlichtingen, ondervroeg gevangen en gaf inlichtingen door aan zijn eigen hoofdkwartier. Op 19 september, twee dagen na het begin van Market Garden, ging Bachenheimer akkoord met een verzoek om enkele Nederlanders te helpen het treinstation te ontdoen van Duitsers. Om half vijf ’s middags arriveerde Bachenheimer in gezelschap van een Nederlander bij het station. De persoon die de leiding daar had verbaasde zich zeer: hij had een veel grotere strijdmacht verwacht. De drie overlegden even en bedachten een plan. Nadat ze een Duitse trein doorzocht hadden, slopen ze naar perron 2. Van daaruit werd de omroepinstallatie voor het station bediend. De persoon die de leiding had over het station schakelde de installatie in en verzocht in het Duits de troepen zich over te geven. Bachenheimer gaf, om die woorden kracht bij te zetten, een salvo met zijn Thompson-pistoolmitrailleur in de microfoon. Een veertigtal Duitsers gaf zich zonder slag of stoot over. Het station was in geallieerde handen. Diezelfde avond moesten ze hun post weer verlaten, omdat de Duitsers het station begonnen te beschieten. Toen zijn medepara’s van het 504th de stad op 20 september bereikten, troffen ze hun kameraad aan in zijn hoofdkwartier waar hij bevel voerde over zijn ‘troepen’.

Die middag nam hij deel aan een aanval om de Waal over te steken. Om een onduidelijke reden keerde hij echter spoedig terug naar zijn hoofdkwartier. Met behulp van twee medepara’s opende hij bakkerijen om de bevolking te voeden, zette hij telefoonlijnen uit en bleef hij patrouilles uitzenden om inlichtingen in te winnen.

Bachenheimer was nog altijd soldaat eerste klasse. Hoewel hij de rang van sergeant kreeg aangeboden, heeft hij deze geweigerd. Major-General James Gavin, de commandant van de 82nd Airborne Division, heeft Lieutenant-Colonel Tucker gevraagd naar de reden waarom zo’n waardevolle man nog steeds de rang van soldaat had. In september werden de papieren voor zijn bevordering tot tweede luitenant ingediend. Hij heeft deze promotie echter nooit ontvangen.

In deze periode kreeg Bachenheimer ook bezoek van Captain Peter Baker, een Britse inlichtingenofficier. Deze kapitein had van een lid van het verzet vernomen dat zijn groep onder leiding stond van een Amerikaanse majoor. Samen met zijn plaatsvervanger Pringle Dunn ging hij op onderzoek uit. Bij het hoofdkwartier aangekomen troffen ze daar soldaat eerste klasse Bachenheimer aan. Hij legde hen de gehele situatie uit. Baker en Dunn waren diep onder de indruk van zijn werk. Bakers eenheid, onder leiding van een majoor, was een eenheid die de ontsnappingen en de vlucht van geallieerde soldaten uit vijandelijk gebied organiseerde.

Na operatie Market Garden, werden er twee operaties door deze eenheid op poten gezet. In het kader van één van deze twee operaties, namelijk operatie Windmill, werden Baker en Bachenheimer ingezet. Het was hun taak om de Windmill-lijn op te zetten. Dat hield in dat ze een route moesten ontwerpen waarlangs de geallieerden zouden kunnen vluchten.

In de nacht van 11 op 12 oktober 1944 maakte Baker bij Tiel de overtocht over de Waal. Een nacht later volgde Bachenheimer die tijdens zijn overtocht een telefoonkabel uitrolde. Beiden werden ondergebracht bij boer Fekko Ebbens. Bachenheimer en Baker hielden zich niet aan de strikte voorwaarden om altijd in uniform te opereren en het schuiladres overdag niet te verlaten. Ze maakten in burger een wandeling door het dorpje. Waarschijnlijk heeft een Nederlandse verrader hen opgemerkt en verraden. Hoe het ook zij, de boerderij van Ebbens had de aandacht al getrokken van de Sicherheitsdienst.

In de nacht van 16 oktober werd de boerderij omsingeld en door een list kwamen de Duitsers binnen. Ze arresteerden er tien mensen. Bachenheimer en Baker werden in hun slaap gearresteerd. Nadat hun uniformen waren gevonden werden Bachenheimer en Baker van de rest gescheiden en weggevoerd naar Tiel. De volgende dag werden ze ’s ochtends vroeg samen met de andere gearresteerde personen vervoerd naar een dorp nabij ’s-Hertogenbosch. Baker en Bachenheimer werden daar urenlang verhoord.

Op 18 oktober werd het tweetal vervoerd naar een krijgsgevangenkamp te Culemborg. Vanuit dat kamp moesten ze lopend naar een krijgsgevangenkamp in Amersfoort. Op 21 oktober 1944 werden ze op transport gezet richting een kamp in Fallingsbostel. Tijdens dit transport vluchtte Bachenheimer met drie Britse para’s uit de trein. Bachenheimer ging in zijn ééntje verder. Op 22 oktober wisten de Duitsers Bachenheimer weer gevangen te nemen. Die avond rond 21 uur stopte er een truck van de Wehrmacht langs de Eperweg in ’t Harde. De omwonenden hoorden twee schoten. De volgende ochtend vonden de omwonenden het lichaam. Het was soldaat Theodore H. Bachenheimer.

Zijn kameraden van het 504th wisten niets van dit alles. Voor hen was Bachenheimer verdwenen zonder een spoor achter te laten toen hij bij Tiel de Waal overstak. Veertig jaar later bracht een onderwijzer uit ’t Harde licht over zaak. Hij identificeerde Bachenheimer als een Duitse Jood, die in zijn woonplaats was vermoord.

Toch bleef Bachenheimer onder zijn medepara’s een persoon met een onbekende achtergrond. Velen wisten niets of weinig van zijn jeugd af. Niemand wist hoeveel Duitsers hij had gedood of gevangen genomen. Niemand wist of hij zenuwen had voor zijn missies. Niemand wist de omvang van zijn haat jegens zijn vijanden, die eerder zijn landgenoten waren. Vele veteranen zijn na de oorlog gaan zoeken naar het ware verhaal achter deze bijzondere para. Velen vroegen zich af wat er van hem geworden was.

Op 23 oktober 1944 werd Theodore H. Bachenheimer begraven op de Eekelenburg in Oldebroek. In april 1946 werd hij herbegraven op de Amerikaanse militaire begraafplaats in Neuville-en-Condroz in België. Drie jaren later kreeg Bachenheimer zijn allerlaatste rustplaats op het Beth Olam Jewish Cemetery in Hollywood.

Op de plaats waar Bachenheimer werd gefusilleerd, werd kort na de oorlog een gedenkteken opgericht. Toen men er halverwege de jaren 80 achterkwam dat hij een Jood was, werd het gedenkteken veranderd in een davidster.

Onderscheidingen

Lees meer over de onderscheidingen van deze persoon op WW2Awards.com.

Bronnen

- LUNTEREN, F. van & MAGRY, K., '40~'45 Toen & Nu nr. 117 - Odyssee van soldaat Bachenheimer Soest, Quo Vadis, 2004.

- LUNTEREN, F. van, artikel in de nieuwsbrief VVAM, Oosterbeek, Vrienden van het Airborne Museum, 2002.

Ted Bachenheimer in jumpsuit. (foto ontvangen via Frank van Lunteren

Openstaande vragen

  1. Wat deed Ted precies met het verzet rond Nijmegen vanaf 18 september 1944? Zijn er ooggetuigen verslagen waarin dat beschreven staat?

  2. Hoe raakte Ted betrokken bij IS9?