Three Witches en de lotgevallen van Jos van Haeren (Titmouse)

Pasfoto Jos uit persoonsbewijs uit 1941
Jos in gevangenpak, December 1944
Jos van Haeren, 1974

Inleiding

Welkom bij het verslag van de lotgevallen van onze vader en opa Jos van Haeren (1925 - 1975) gedurende de oorlogsperiode 1943 - 1945 in Nederland.

De eerste doelstelling die wij met deze site hebben is om de oorlogsverhalen van onze vader en opa Jos door te geven aan volgende generaties. Wij hebben zelf nooit oorlog meegemaakt. Maar omdat onze ouders ons nog konden vertellen hoe het was hebben zij ons de waarde van vrede geleerd. Dit wensen wij ook voor alle kinderen na ons. Het persoonlijke van zijn belevenissen maken het grote verhaal van oorlog, verzet en vrede meer toegankelijk en inleefbaar.

Jos heeft een vrij omvangrijk archief achtergelaten. Zelf is Jos niet meer toegekomen aan het verwerken daarvan tot een overzicht van zijn ervaringen alhoewel hij dat wel van plan was. Daarom doen wij dat, ook ten behoeve van zijn eigen kleinkinderen en achterkleinkinderen die hij helaas niet heeft mogen leren kennen. Onze tweede doelstelling is dan ook om hen kennis te laten maken met hun bijzonder moedige voorouder. Aangezien sommigen van hen in Canada zijn opgegroeid maken wij ook een Engelstalige versie van deze site.

Een derde doelstelling is om de verhalen die Jos ons heeft nagelaten nog meer compleet te krijgen via reacties van lezers en onderzoekers. Wij zullen de site onderhouden en updaten naar aanleiding van uw bijdragen. We hebben op de hoofdsite het persoonlijke verhaal van Jos beschreven aan de hand van zijn eigen verslagen. Waar nodig geven we enige context. Voor verdieping en uitbreiding als ook originele documenten en foto's maken we gebruik van de subsites (linksboven aanklikken).

In grote lijnen beschrijven we gebeurtenissen uit de volgende drie perioden.

Periode 1 Verzet, werken voor de Amerikanen en gevangen in Duitsland.

Vanuit het verzet (Ordedienst, LO en KP) in Nijmegen is Jos na de bevrijding van Nijmegen in september 1944 via de GDN (Geheime Dienst Nederland) in contact gekomen met de Amerikaan Ted Bachenheimer van de 82e Luchtlandingsdevisie. Jos heeft onder zijn gezag voor de geallieerden samen met Anton Ermers een verkenningstocht uitgevoerd in Duitsland. Jos en Ton zijn hierbij gevangen genomen en weer ontsnapt.

Periode 2 Werken voor de Britse Geheime Dienst en het raadsel van de Three Witches

Na deze periode is Jos via het BI (Bureau Inlichtingen) in december 1944 bij de Britse geheime dienst IS9 terecht gekomen en opgeleid als radio operator ('S-phone operator'). IS9 was met name gericht op het opsporen en terugbrengen van ondergedoken piloten. IS9 hanteerde een symbool met drie heksen wat de operatie de (bij) naam 'Three Witches' gaf. De S-phones maakten verbinding met overvliegende vliegtuigen. Als 'fieldagent' met codenaam Titmouse heeft hij in de periode januari 1945 - april 1945 crossings over de Rijn gemaakt met de geallieerden, en in de periode maart-april 1945 met Groep Albrecht inlichtingen verzameld in Oost Nederland voor het oprukkende front uit. Dit werk was onderdeel van het 'West-Duitslandplan' van Groep Albrecht en BI.

Periode 3 Na de bevrijding

Na de oorlog in mei 1945 ontstonden vanuit Nijmegen een aantal particuliere initiatieven om gevangenen terug te halen uit onder andere Dachau en Bergen Belsen. Jos is op de motor in uniform ter bescherming van het konvooi op een van deze transporten meegegaan. Daarna heeft hij gewerkt voor het Awards Bureau. Nederlanders die geallieerde soldaten hadden geholpen kregen daarvoor compensatie.

In de periode 1946-1948 heeft Jos ook enkele malen Tsjechoslowakije bezocht. We hebben aanwijzingen dat dit gebeurd is in opdracht van een inlichtingendienst (mogelijk de Buitenlandse Inlichtingen Dienst - BID of CIA). Dat wordt nog nader onderzocht.

Periode 1

1943 -17 september 1944

Verzet, werken voor de Amerikanen en gevangen in Duitsland

Jos duikt onder. 1943 -17 september 1944

Op 1 april 1942 moesten alle mannen tussen 18 en 35 jaar zich (verplicht) melden voor de Nederlandse Arbeidsdienst (N.A.D.) die op haar beurt dwangarbeiders 'doorleverde' voor 'Arbeitseinsatz' in Duitsland. Degenen die zich niet meldden kregen geen stamkaart waarmee o.a. voedselbonnen te verkrijgen waren. Jos was toen 17 maar hij zag het niet zitten om zich te melden. Hij dook het jaar daarop onder.

Er was in 1943 voor Jos nog een andere aanleiding om onder te duiken. Wij denken dat hij na afronding van zijn HBS niet bereid was om een loyaliteitsverklaring te tekenen om door te mogen studeren. Uit het dagboek van verzetsvriend Jan Litjens weten we dat hij in een zomerhuisje (de Karekiet) van pastoor Litjens in Deest in een boomgaard ('Bouwing') zelf een gat in de grond groef en daar maanden ondergedoken zat en leefde op een 'dieet' van appelmoes.

Hoe en wanneer Jos precies actief deel is gaan uitmaken van het georganiseerd verzet is niet bekend. In die tijd werd je 'benaderd' voor het verzet door mensen die je vertrouwden. Jos had op het Canisius college gezeten, en woonde in Hees aan de zuidwest kant van Nijmegen. Tegen het land van Maas en Waal aan. Zijn vader was kerkmeester. Hij heeft mogelijk vanuit zijn ouderlijk huis al koeriersdiensten voor de O.D. uitgevoerd (Ordedienst). Deze was in Nijmegen nadrukkelijk actief en kwam bijeen in een kantoor van de Smit Transformatoren fabrieken.

Kees van Sambeek, leider LO Groot Maas en Waal
Cees van Sambeek, 'Blonde Kees'
Posiites geallieerden ten zuiden van Nijmegen
Opmars geallieerden rond Nijmegen, September 1944

Piloten helpen en koeriersdiensten uitvoeren voor het verzet

Jos heeft zich waarschijnlijk rond 1943 aangesloten bij de LO Groot Maas en Waal (LO = Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers) en heeft voor hen koeriersdiensten gedaan. Zijn verzetsnaam in deze periode was Josje.

Op enig moment is hij ook lid geworden van de KP (Knokploeg) Maas en Waal die uit de LO Groot Maas en Waal gevormd is en onder leiding stond van Kees van Sambeek 'Blonde Kees' en Thé (van de laatste hebben we de naam niet kunnen achterhalen).

Anekdotes uit deze periode hebben we kunnen achterhalen dankzij de oorlogsmemoires van Jan Litjens uit Winssen. De groep rond Jan bestond onder andere uit Jos van Haeren, Anton Ermers, Guus Thijssen en Jantje van Haalen (alias Bakkertje).

Verzetsdaden met de groep van Jan Litjens

De volgende anekdotes kennen we uit de memoires van Jan.

  • Behalve aan vele Nederlanders verzorgde de groep ook een onderduikadres aan enkele Italiaanse piloten. Zij waren gedeserteerd in Duitsland en in Nederland terrecht gekomen. Via de groep van Jan werden ze ondergebracht in het tuinhuisje van pastoor Litjens waar zij zich in het door Jos gegraven gat konden verbergen. Zij werden de 'Badoglio' genoemd, naar de Italiaanse leider die zich had overgegeven aan de geallieerden. Samen met leden van de familie Litjens heeft Jos hen in leven gehouden. Hij herinnert zich dat zij hun Italiaanse liederen in het hout krasten. Josje heeft hen uiteindelijk met de trein naar Tilburg gebracht. Vandaar werden ze verder vervoerd. Bij het afscheid kreeg Jan dikke zoenen, wat hij nogal genant vond. Of ze het gered hebben is niet bekend.

  • Een andere actie van de verzetsgroep rond Jan Litjens was het stelen of clandestien toevoegen van valse stamkaarten aan gemeentearchieven. Deze mensen hadden vanaf dat moment recht op voedselbonnen. Andere stamkaarten werden weggehaald om de betrokkenen te behoeden voor oproepen voor de Arbeidsdienst. Dit is in elk geval in Ewijk en Beuningen gebeurd. In Ewijk verkleedden ze zich als agenten. Jos was degene die een groep binnengekomen Duitse soldaten met tegenwoordigheid van geest weer mee naar buiten loodste en hen met een "Immer gerade aus" de weg naar Tiel wees.

  • In september 1944 was inmiddels aan alles gebrek. Jan herinnert zich dat hij Jos een keer vroeg naar Nijmegen te fietsen maar dat hij ervoor moest zorgen dat de Duitsers zijn fiets niet confisceerden. Fietsen waren zeer schaars. Teruggekomen moest Jos toegeven dat hij de fiets toch aan een Duitser had moeten afgeven. Nog voor Jan teleurgesteld kon reageren vertelde Jos hem dat hij al een andere fiets had teruggestolen. Van een Duitse soldaat die het postkantoor was ingelopen. Naar aanleiding van deze riskante actie schrijft Jan over zijn vriend dat hij hem een bijzondere kerel vindt.

Het overlijden van zus Corry

De oorlog kwam hard binnen bij de familie van Haeren toen zus Corry overleed tijdens het vergissingsbombardement op Nijmegen op 22 februari 1944. Zus Mies, vader Harry van Haeren en Jos zijn haar gaan zoeken. Mies vond uiteindelijk haar zwaar verminkte lichaam dat in de kerk was neergelegd . Corry was 17 jaar oud. In het herdenkingsboek voor de slachtoffers van dit bombardement is een pagina aan deze gruwelijke gebeurtenis gewijd.

Operatie Market Garden.

Market Garden. Bevrijding van Nijmegen. 17 - 20 september 1944

Met de operatie Market Garden kwam de bevrijding van Nijmegen in zicht. Daarbij waren de parachutisten betrokken van het 504e, 505e en 508e Parachute Infantry Regiment (PIR).

Market Garden bestond uit een grootschalige luchtlandingsoperatie (Market) en een grondoffensief vanuit België (Garden). Britse, Poolse en Amerikaanse luchtlandingstroepen zouden 10 belangrijke bruggen over Nederlandse rivieren en kanalen innemen, waarna grondtroepen van het 30e Britse Leger via deze bruggen snel zouden kunnen doorstoten naar Duitsland. Arnhem bleek 1 brug te ver.

Ted Bachenheimer
Ted Bachenheimer
Battle of the Bridges
Battle of the Bridges, Frank van Lunteren
Fordynce Gorham
Capt. Fordynce Gorham

De 82e Luchtlandingsdivisie onder leiding van Brigadier General James M. Gavin had de opdracht de bruggen vanaf Overasselt tot en met Nijmegen in te nemen. Voor Jos en de LO Maas en Waal was het 504e regiment belangrijk omdat daarmee het eerste contact ontstond met de Amerikaanse bevrijders.

De E compagnie van dit regiment, onder leiding van luitenant John S. Thompson, kwam vlak ten zuiden van de Maas bij Grave terecht. Het doel was de Graafse brug te veroveren. Het 504e PIR maakte contact met het verzet rond Nijmegen. Op Zondagmorgen 18 september om 10uur ontstaat er contact tussen Ted Bachenheimer en Jan Postulart. Jan maakte ook deel uit van de LO Groot Maas en Waal.

Jos ontmoet de legendarische Ted Bachenheimer van het 504e Parachute Infantry Regiment

Ted Bachenheimer stond bekend als de 'legendary paratrooper' van het 504e parachutisten regiment en ging nogal zijn eigen gang. Zijn superieur was 1st lieutenant James H. Goethe en daarboven Capt. Gorham.

Ted is naar alle waarschijnlijkheid via Jan Postulart op diezelfde Zondag 18 September 1944 in contact gebracht met de diverse verzetsgroepen in de stad Nijmegen. De situatie was daar vrij onoverzichtelijk en de Waalbruggen moesten genomen worden om het 30e Army Corps doorgang te kunnen geven naar Arnhem.

Volgens het boek The Battle of the Bridges van Frank van Lunteren (pagina 110-111) is Ted op 19 september om 06:00 's ochtends Nijmegen in gefietst en heeft een treinstation ingenomen met behulp van verzetsmensen. Later die middag heeft hij bij Smit Transformatoren fabrieken het verzet ontmoet (de OD hield daar onder andere bijeenkomsten).

Het 504e PIR heeft vervolgens haar hoofdkwartier gevestigd in de Agnes Reiniera School aan de Groenestraat 210 in Nijmegen.

Op de groepsfoto links hiernaast, genomen voor de kleuterschool aan de Groenestraat , is Ted te zien met afgewend hoofd te midden van mensen uit het verzet. Linksonder op de foto zit Mies, de zus van Jos. Ook zij was actief in het verzet.

Groepsfoto met Ted en verzetsmensen 1944
Ted Bachenheimer met afgewend hoofd. Groepsfoto voor de kleuterschool
Stafkaart Waalcrossing
Stafkaart Waalcrossing Sept 1944
Front bij Erlecom
Slag bij Erlekom
Front Island
Situatie in de Betuwe, September 1944

Verkenningen door Maas en Waal

Jos was op 18 September lid van de Knokploeg Maas en Waal, maar werkte ook (nog) als koerier voor de OD (Ordedienst). Jos was duidelijk op zoek naar een actieve rol en werd ook lid van een Speciale Verzetsploeg onder bevel van Ltn. Brand, ook lid van de knokploeg Maas en Waal.

De geallieerden voerden voortdurend verkenningen uit langs het front. Deze werden aangeduid met recon parties (amerikaans) of recce parties (engels). Afgeleid van het woord reconnaisance. Jos heeft met deze patrouilles het gebied Maas en Waal doorkruist in de periode 19-27 september.

Een onrustig front bij Nijmegen. Behoefte aan inlichtingen blijft groot na 20 september 1944

Op 28 september is Jos door 'den Heer Fischer (GDN)' te Nijmegen ingeschreven als medewerker. De GDN was de Geheime Dienst Nederland, waarvan de heer Visser destijds hoofd Inlichtingendienst was voor het gebied Maas en Waal en later Nijmegen. Hij kreeg opdracht voor verkenning van het gebied ten Noordoosten van Nijmegen. Daar was het erg onrustig. Tussen 28 september en 4 oktober vond daar de Slag bij Erlekom plaats (zie Battle of the Bridges, pagina 245 e.v.).

Hierbij was het 504e PIR betrokken en Jos voerde in het gebied verkenningen uit met de eenheid van Ted Bachenheimer en legde ook verslag uit aan zijn superieur Capt. Gorham. Zijn zus Mies had Jos begin oktober geïntroduceerd bij de eenheid van Ted Bachenheimer.

Via Hein de Leeuw (alias van Ben Arts), toen nog verbonden aan I.D. den Bosch, stond Jos tevens in verbinding met Capt. S. Karpinski, de inlichtingen officier van de Poolse Divisie. Details over dit contact staan niet in het verslag van Jos. Deze divisie was op 17 september 1944 betrokken geraakt bij Market Garden en op 19 september gedropt bij Driel, met latere versterkingen op 21 September. De Rijncrossing van de Poolse Divisie mislukte en in de Operation Berlin zijn op 25 en 26 september 1944 de geallieerde troepen en dus ook de Poolse brigade teruggehaald. Het merendeel daarvan viel terug op Nijmegen.

Ook in de Betuwe stuitten de geallieerden op fel verzet. Het gebied wordt 'Manneneiland' genoemd ('The Island of Men') omdat alle vrouwen en kinderen waren geëvacueerd en alleen mannen waren achtergebleven om voor het vee te zorgen. Op 2 december 1944 bliezen de Duitsers de Rijndijk bij Elden op. Mede door de hoge waterstand stroomt het rivierwater met grote kracht de Over-Betuwe in. De Betuwe wordt frontgebied. Op 6 december 1944 bezwijkt de Liniedijk tussen Ochten en Kesteren. Begin 1945 is zetten de Duitsers de Ooijpolder onder water in de hoop de geallieerde opmars richting het oosten dwars te zitten.

Inundatie Ooijpolder
Ooijpolder onder water gezet door de Duitsers

Het plan van Ted Bachenheimer: Een Mission Impossible voor Jos en Anton?

Door de onverwacht sterke tegenstand van de Duitsers stabiliseerde het front rondom Nijmegen. Er was geen doorkomen meer aan. De geallieerden hadden dringende behoefte aan 'live' informatie over de Duitsers en met name over de situatie rondom het Reichswald bij Kleef. Zo werd er geprobeerd met patrouilles Duitsers te 'vangen', krijgsgevangen te maken en te verhoren.

Maar dat was niet het enige. De Field Security van het 504e PIR heeft in overleg met de GDN Jos bereid gevonden om te proberen informatie te verzamelen achter de linies. Mogelijk was dit plan onderdeel van een grotere missie om een netwerk in Duitsland op te bouwen ten behoeve van militaire inlichten, sabotage en contraspionage (zie subsite GDN).

Jos heeft Anton Ermers uit Beuningen (zie hij al goed kende uit de verzetsgroep van Jan Litjens uit Winssen) gevraagd om mee te gaan. Hiertoe is een tamelijk 'uitdagend' plan met een cover story uitgedacht door Ted Bachenheimer. Jos verwijst in zijn oorlogsverslag wel naar deze cover story, maar deze is helaas niet meer te vinden.

De cover story

Het plan was als volgt: Jos en Anton zouden naar de Duitse kant crossen aan de andere kant van het Amerikaanse mijnenveld in de omgeving van Erlekom. Zij zouden zich moeten laten oppakken met een verhaal ('cover story') mogelijk in de hoop achter de linies tewerk gesteld te worden. De bedoeling was om informatie te verzamelen over posities en troepenbewegingen in de omgeving van het Reichswald en het Rijnland/Roergebied, te ontsnappen en de informatie terug te koppelen aan Ted.

Misschien was de cover story dat ze voor de Arbeitseinsatz wilden werken? Tenslotte hadden ze die leeftijd en was hun jaarklasse opgeroepen. Of hebben ze zich voorgedaan als pro-Duits om bij aanhouding als reden aan te kunnen voeren dat ook zij op de vlucht waren.

De verzamelde informatie zou dan weer zo snel als mogelijk teruggekoppeld moeten worden aan de Field Security van het 504e of de GDN. Hoe Ted/GDN zich voorgesteld hadden dat Jos en Anton uit Duitsland weer zouden kunnen ontsnappen is onduidelijk. Misschien was het ijdele hoop of hadden ze vertrouwen in de vindingrijkheid van Jos en Anton of de onoplettendheid van nerveuze Duitse soldaten? Of misschien is er een bewuste 'risicoafweging' gemaakt: in het ergste geval zouden ze gevangen genomen worden en de rest van de oorlog hetzij als dwangarbeiders hetzij als krijgsgevangenen moeten doorbrengen. Uit een brief van Jos uit 1960 aan Clarence Montgomery (een amerikaanse onderzoeker) blijkt dat Ted hen voorgesteld had via de rivier de Waal terug te zwemmen naar Nijmegen.

Jos kreeg een persoonsbewijs mee op naam van Johan de Graaf, Kattenburg 16 Druten.

Overzicht 'Aussenlagers' van Stalag VI F Bocholt, met daarop Hamminkeln
Kamp Hamminkeln
Oude foto van Gasthof ('Wirtschaft') Schmidt. Later gevorderd als buitenkamp voor dwangarbeiders (onderdeel Stalag VI F)
Siegfriedlinie
Westwall/Siegfrienlinie. Hier hebben dwangarbeiders aan meegebouwd. Ook Jos en Anton
Kaart Geldern eo
Kaart omgeving Geldern, waar Jos en Anton aan hun bewakers zijn ontsnapt
Maas Buurtspoorweg
Omslag van boek over de Maas-Buurttram
Route Geldern Arcen Wellerlooi
Route die Jos en Anton na hun ontsnapping gelopen hebben. Van Geldern naar Arcen, toen naar Wellerlooi en vervolgens naar Venlo

Hoe de Mission Impossible uitpakte

Na enige verkenningen is Jos samen met Anton Ermers (I.D.) in de nacht van 7-8 oktober vanuit de steenfabriek te Kiewaert richting Millingen vetrokken met als bestemming de omgeving Kleef. Na veilig het tevoren uitgestippelde Amerikaanse mijnenveld gepasseerd te zijn werden Jos en Anton al spoedig gesnapt door een Duitse wacht. Dat was volgens plan.

Jos en Anton zijn verschillende malen verhoord geweest waaronder door een Duitse Generaal en een ondervragingsspecialist. Het zwakke punt van de cover story was hoe zij ongedeerd door het Amerikaans mijnenveld waren gekomen. Maar het verhaal hield stand. De generaal geloofde het verhaal en beloofde hen vrij te laten. Dat is niet gebeurd. Jos en Anton werden overgeleverd aan de S.D. (Sicherheitsdienst) te Wesel.

Gevangen in Kamp Hamminkeln (8 oktober - 30 oktober 1944)

De Kriminal Polizei aldaar transporteerde hen naar het Aufenthalts- en Strafflager Hamminkeln dat tevens als Erziehungslager fungeerde. Hamminkeln was een buitenkamp ('Aussenlager') van Stalag VI F te Bocholt. Het was de voormalige herberg Schmidt met danslokaal, naast station Hamminkeln waar 93 dwangarbeiders gehuisvest waren. Hij werd naar eigen zeggen in dat strafkamp Hamminkeln beschouwd als een franc tireur (scherpschutter) en als zodanig wachtte hem een veroordeling en terechtstelling.

Een communist die tegelijkertijd arriveerde gaf Jos en Anton een contact adres met de ‘Schwere Jungen” te Wesel voor het geval dat een eventuele ontsnapping gelukken zou: Hoyberg Kazerne 10. De toestanden in het Lager waren volgens Duitse begrippen de slechtste niet. De ziekten waren voornamelijk maagziekten. Jos liep er een huidziekte op waardoor hij 6 weken praktisch zonder slaap is geweest.

Het kamp lag naast het treinstation van Hamminkeln. Van daaruit werden Jos en Anton tewerk gesteld. Vooral om schade van geallieerde bombardementen aan fabrieken te herstellen zoals de R.W.E. Werken de Kupferaktion te Krefeld. Of om voor de O.T. (Organisation Todt) verdedigingswerken te bouwen aan de Westwall/Siegfriedlinie. Hierdoor hadden ze een unieke gelegenheid het Rijnland te verkennen. Dat was de hele opzet van het plan geweest.

Door de “Jabo’s” (Jachtbommenwerpers) waren ze dagelijks uren onderweg aangezien deze alles wat verdacht was aanvielen. Dat zorgde voor benauwde ogenblikken evenals de nachtelijke Airraids.

Wachten op een kans om te ontsnappen

Jos en Anton hebben natuurlijk vanaf het begin zitten broeden op een plan om te kunnen ontsnappen. Om geen argwaan van de bewakers te wekken of van provocateurs of zwakkelingen die voor een paar sneden brood prompt bereid waren de ander te verraden, moest de cover story met fel anti-geallieerden enthousiasme verteld en volgehouden worden. In het Lager waren ze niet populair, en verwierven als grote “faule Hunden” een zekere bekendheid. De zorg als 'spionnen' ontmaskerd te worden was niet ongegrond zo bleek al snel.

Jos en Anton hadden hun ogen de kost gegeven en gemerkt dat bij luchtaanvallen de bewakers dekking zochten en de waakzaamheid verslapte. Vermoedelijk hebben ze afgesproken om er op zo'n moment vandoor te gaan. Het lijkt erop dat Jos en Anton met drie mede gevangenen dit complot bedacht hebben. Mogelijk omdat die anderen de omgeving beter kenden, of daar kaarten van gemaakt hadden. Helaas werden er twee uit het complot verraden door een zekere Gerrit (provocateur). Volgens de Lagerführer zouden ze de volgende dag gefusilleerd worden. Zij hadden nl. kaartjes getekend van paadjes op de grens nabij Venlo.

De ontsnapping

Na 3 weken in het kamp te zijn geweest, deed zich een ontsnappingskans voor. Jos en Anton waren met anderen uit het kamp naar Geldern getransporteerd om puin te ruimen. Door het luchtalarm, waardoor er een paniekstemming bij de bewakers ontstond konden Jos en Anton met drie anderen vrij ongehinderd de rand van de plaats bereiken, ondanks het luidruchtig protest van de wachtmeester.

Met nummer drie van het complot, een zekere Piet uit Nijmegen, hebben ze de rest van de dag onder een braambosje afgewacht om bij duisternis verder te kunnen trekken. Met hun gevangenpakken aan waren ze anders direct opgevallen. Een goudplaatje wat ze kennelijk in het kamp in de schatkist van de Gauleiter 'gevonden' hadden hebben ze onder het braambosje begraven.

Hoe kom je weer terug in Nijmegen? 30 oktober - 10 december 1944.

Jos, Anton en Piet wilden terug naar Nijmegen. Jos en Anton om verslag uit te kunnen brengen aan de GDN en de Field Security van het 504e PIR. Om de grens met Nederland te bereiken zouden ze 5 -10 kilometer in westelijke richting hebben moeten lopen.

Mogelijk veronderstelden ze dat Zuid Nederland inmiddels bevrijd zou zijn. Immers Nijmegen was dat drie weken daarvoor al. Dat was echter niet het geval. Op dat moment lag het front zelfs nog ten westen van de Maas en werd daar zwaar gevochten. Maar dat konden zij op dat moment niet weten.

De situatie in Noord Limburg oktober-november 1944. Felle gevechten.

In de 3 weken van oktober dat Jos en Anton in het kamp zaten, is er in Noord Limburg, ten westen van de Maas zwaar gevochten. Eind september 1944 is operatie Market Garden weliswaar mislukt, maar intussen is de geallieerde voorbereiding in volle gang om met een enorme troepenmacht snel vanuit de regio Nijmegen naar het Ruhrgebied door te stoten. De slag om de Scheldemonding woedde hevig tussen 22 september en 2 november 1944.

Overzichten van de felle gevechten in Noord Limburg in Oktober-November 1944. Jos en Anton moesten hier doorheen om in Nijmegen te kunnen komen.

De Duitsers in Noord-Limburg vormen voor beide geallieerde initiatieven een serieuze bedreiging. Vanuit Noord-Limburg kunnen de Duitsers elke geallieerde troepenbeweging verstoren. Heel Limburg en Brabant moet dus bevrijd worden. Behalve het door de Duitsers bezette stuk Noord-Limburg ten oosten van de Maas. De Maas moet de nieuwe frontlijn worden.

Veel Duitse soldaten voelen het einde van de oorlog naderen. Binnenkort zal hun vaderland het strijdtoneel worden. De onderdrukking in de gebieden die ze nog in handen hebben wordt steeds harder. Duitse soldaten plunderen en roven. Ze nemen alles wat ze nog kunnen gebruiken mee naar huis.

Het terrein zit de Duitsers mee. De drassige grond van de Peel, de talrijke bossen en de weinige verharde wegen maken Noord-Limburg makkelijk te verdedigen. Het weer helpt ook mee. Overvloedige regenval doet beken en riviertjes in het gebied zwellen tot flinke obstakels. Open velden zijn modderig en vrijwel onbegaanbaar.

Op 3 december 1944 is Zuid-Nederland ten westen van de Maas vrij, met uitzondering van het stuk tussen Milsbeek en Susteren. In grote delen van bevrijd Nederland blijft het echter levensgevaarlijk; de frontlinies liggen dichtbij. Patrouilles van beide zijden steken regelmatig de Maas over en er vinden dagelijks beschietingen en bombardementen plaats.

Het was niet eenvoudig om je als 18 en 20 jarige vrij te verplaatsen, want:

  • De Duitsers waren erg zenuwachtig en zagen alle mannen aan voor partizanen of saboteurs

  • Ze hadden de leeftijd om voor de Arbeitseinsatz te werken. Het was dus niet logisch op straat rond te lopen. Je moest wel een heel goed verhaal en papieren hebben om dat te kunnen doen. Bijvoorbeeld omdat je voor het Rode Kruis werkte, of voor de politie of een of andere onmisbaar beroep.

  • De frontposities tussen geallieerden en Duitsers wisselden snel. Veroverde gebieden werden soms weer terugveroverd.

  • Wie kon je vertrouwen? Er liepen ook NSB'ers rond, collaborateurs, provocateurs. Ook in het verzet werd geïnfiltreerd met meer of minder succes. En er waren deserteurs uit het Duitse Legers en 'goede' Duitsers.

Op 30 oktober, tegen het vallen van de duisternis zijn Jos, Anton en Piet in de richting van de grens vertrokken. Ze moesten zich vooral in het donker verplaatsen. De gevangeniskleding was uiteraard niet geschikt om er in het openbaar mee te verschijnen. Ze liepen op blote voeten, omdat de klompschoenen die ze hadden, te veel lawaai zouden maken. Dat maakte de voetverwondingen pijnlijk en gevaarlijk en beletten hen tevens grote afstanden af te leggen.

Na urenlang dwalen (rechtdoor konden ze niet omdat er mijnen lagen) kwamen ze drijfnat en hongerig en vooral koud op de grote weg naar Venlo uit. Daar er vanwege inkwartiering nergens “plaats” was hebben ze zich schuil gehouden in een lege beestenwagen van de Maas Buurtspoorweg. Dit was een particuliere spoorlijn (eigenlijk meer een soort tramlijn) die liep van Nijmegen naar Venlo, naast de rijksweg.

Van Arcen door naar Wellerlooi

Bij daglicht op 1 november zijn ze verder gelopen naar Arcen. Daar verloren ze op een vrij mysterieuze wijze Piet, de derde man. De kapelaan in Arcen bracht hen in contact met de plaatselijke O.D. commandant Pierre, die hen voedsel en de hoogstnoodzakelijke kleding verschafte en hen bovendien het contact gaf van de OD commandant Jan Camps die hen een duikadres meegaf in Wellerlooi (J. Van Camps-Gielen, Droge Wei). Daar zijn ze diezelfde dag nog heengelopen (ongeveer 10 kilometer lopen).

Boek De Partizanen
Boek van J.W. Hofwijk over de lotgevallen van het verzet rond Venlo/Baarlo. De LO Maas en Waal was hier ook bij betrokken
Heukelom
Tocht van Venlo naar Heukelom en Siebengewald
Meerlo
Peel
Tocht naar de Peel, door het mijnenveld
Jos in gevangenpak 1
Jos in gevangenpak 3
Jos in gevangenpak 2
Schoenen met houten zolen van Jos uit de oorlog

Jos en Anton kris kras door oorlogsgebied, steken verscheidene keren de Maas over. 1 november - 10 december 1944

Vanuit Wellerlooi hebben Jos en Anton verschillende cross-pogingen gedaan. De Maas was een goed verdedigde frontrivier geworden waar stevig gepatrouilleerd werd. De waterstand was door de zware herfst relatief hoog en de rivier stroomde snel. En je moest iemand vinden met een (roei)boot die zijn leven wilde riskeren om je over te zetten. Tenslotte was de maanstand van belang. Bij volle maan zou je wel erg snel opvallen.

Maar uiteindelijk zijn ze overgestoken naar de westkant van de Maas en naar Venlo gegaan en daar kleren gekregen van J. Peters Chef sociale zaken aldaar. Met de L.O. in Venlo in contact gekomen.

Vermoedelijk is Jos via de contacten met het Venlose verzet wel op de hoogte gebracht van de militaire situatie in Noord Limburg en het feit dat 'zijn' LO Maas en Waal, samen met de LO Schijndel en het lokale verzet bij Baarlo ca 30 Duitsers hadden ontwapend en krijgsgevangen genomen. Dit is uitvoering beschreven in het boek van J. Hofwijk: De Partizanen, de 66 dagen van Baarlo.

Dat heeft Jos en Anton er toch niet van weerhouden om door Noord Limburg heen hoe dan ook terug te keren naar Nijmegen.

Echter de terugtocht is kris kras gegaan. Dat kan verklaard worden door verzoeken onderweg van het lokale verzet om inlichtingen over te brengen naar andere verzetsgroepen. Zo heeft de LO Venlo Jos en Anton verzocht om inlichtingen naar Tienraay te brengen naar een zekere Nico (linecross). Mogelijk was dit Nico Dohmen. Deze brief bevatte onder andere het verzoek om het S.D. gebouw in Venlo te bombarderen.

Het lijkt aannemelijk dat Jos en Anton bedacht hadden, 'nu ze er toch waren', om onderweg koeriersdiensten te doen voor het lokale verzet.

Wie kun je vertrouwen?

Na veel moeite vonden Jos en Anton een cross-line om vanuit Tienraay naar Siebengewald te komen. Daarbij is een bevriende Grüne-Polizei behulpzaam geweest (waarschijnlijk lid van het verzet). Ze crossten de Maas en gingen op weg naar het contact-adres in Siebengewald, samen met nog 8 anderen. Onderweg zijn ze gearresteerd. Tenslotte allen weer vrij gelaten door de Fieldrichter in Heukelom.

Na enige omzwervingen komt de groep in Siebengewald aan maar de betrokken Polizeiman was vertrokken (uit het verslag wordt niet duidelijk wie dat was en waar het om ging). Aldaar kregen Jos en Anton van een klerk (lid van verzet) op het Ortskommandantur een voorlopig P.B. (persoonsbewijs). Dat werd twee uur later al gecontroleerd! Dit P.B. is later afgegeven aan de F.S. (Fieldsecurity) te Meerlo.

Vervolgens zijn ze met 7 anderen over de hei zuidwaarts naar De Halve Maan gegaan waar ze de “pseudo” Gestapo agent Boby (volgens inlichtingen van L.O. aldaar) ontmoetten. Naar eigen zeggen was Boby een gedeserteerde Tsjechische officier met zelfgemaakte Gestapo papieren. Boby bood hen wapens en uniformen aan om met hem en enige Duitse deserteurs als Spåhtrup (verkenners) verkleed te crossen. Daar ze de zaak niet voor 100% vertrouwden hebben ze zijn aanbod, na er over gestemd te hebben, afgeslagen en zijn terug naar Wellerlooi gegaan. De slaapadressen waren inmiddels bezet (door een Amerikaanse piloot) zodat ze de volgende dag de Maas met behulp van een Oostenrijkse 0fficier zijn overgestoken. Dit was dus de 3e Maascrossing.

Bij een van de laatste razzia's opgepakt en opnieuw ontsnapt. 16-18 November 1944

Ze vonden onderdak bij een kennis van Ton Ermers, de familie Th. Kessels op hoeve de Beijenbrugge in Meerlo die reeds 40 evacuees opgevangen had. Na zich met succes enige tijd verborgen te hebben, werden ze toch nog op 17 November 1944, vlak voordat het geallieerde slotoffensief begon (operatie Nutcracker) met de grote gebruikelijke razzia gevonden in het spergebied, onder een hooiberg in de grond. Onder bedreiging werden ze gesommeerd eruit te komen en werden bij een groep andere slachtoffers gevoegd (in totaal 400 man). Jos werd gesommeerd om een jongen die na een val van een hooiberg van 5 meter bewusteloos was geworden in een kruiwagen mee te vervoeren

De hele groep moest naar de Maas lopen, alwaar ze overgezet werden (de 4e Maascrossing) en door moesten lopen naar Arcen. Die tocht duurde al uren. In Arcen aangekomen werden ze in beestenwagens geladen van de Maas Buurtspoorweg. Hoewel deze sinds 17 September 1944 opgehouden was te bestaan, zijn de beestenwagens met behulp van een soort tractor in plaats van een locomotief naar Venlo getransporteerd vanwaaruit ze verder doorgevoerd zouden worden voor tewerkstelling in kampen in Duitsland. De reis ging via Kaldenkirchen. De Duitse soldaten hebben bij deze razzia de nodige gruweldaden begaan.

Door het vrij langzame rijden van de trein konden Ton en Jos er in het donker zonder noemenswaardig letsel uitspringen. De Kapelaan in Velden bezorgde hen een slaapgelegenheid. De dag daarop, 19 November 1944, zijn ze na veel benauwende momenten weer in Wellerlooy aangekomen. Weer konden ze met behulp van een Oostenrijker de Maas crossen (5e Maascrossing), zodat ze dezelfde nacht nog in Meerlo op hun oude adres aankwamen (waar ze trouwens met de achtergeblevenen om gewed hadden).

Terug naar huis. Het mijnenveld in De Peel vraagt een slachtoffer

Daar er nog steeds inkwartiering was hebben ze zich onder het huis “ingegraven”. Na een bezoek gehad te hebben van een recce-party, wat nog enige haast komische momenten met zich meebracht, leek de kans gunstig en zijn ze dezelfde dag met twee anderen gecrossd. In Casteraay werden twee van de groep gewond. Daar het granaatvuur midden op de grote weg lag zijn ze genoodzaakt geweest om door de Peel te trekken, wat voor een van de mensen die zich bij Jos en Anton gevoegd hadden noodlottig werd. Er lagen namelijk uitgestrekte mijnenvelden en hij liep buiten de voetsporen van Jos en Anton.

Uiteindelijk werden Jos en Anton door een Engelse truck naar Venlo gebracht. De plaatselijke O.D. commandant beschikte niet over transport. Jos en Anton hebben zich bij de F.S. (Field Security) gemeld die er drie dagen voor nodig had om hen ter identificatie naar Nijmegen te transporteren.

Eenmaal geidentificeerd werd Jos naar zijn ouders op de Breedestraat in Hees gebracht. Toen zijn moeder het convoi van twee amerikaanse legerjeeps het erf zag oprijden kreeg zij bijkans een hartverzakking aangezien het gezin al die 9 weken geen idee had gehad waar Jos was en waar hij mee bezig was. Zijn ouders hielden er rekening mee dat hij was overleden omdat in de tussentijd enkele officieren uit de eenheid van Ted zijn ouders hadden bezocht en verteld hadden dat hij vermist of overleden was. Echter in plaats daarvan stapte hij 'doodleuk uit een van de jeeps' zoals zijn zus Fransje zich herinnert. Op schoenen met houten zolen en in zijn gevangenpak met gele streep op de rug liet hij zich voor de gelegenheid fotograferen bij het huis van zijn ouders.

't Harde, monument voor Theodore Bachenheimer

Mission Accomplished. En dan? 9 December 1944.

Deze tocht heeft precies 9 weken geduurd. In Nijmegen aangekomen bleken de heren Fischer en Pompe van de Geheime Dienst Nederland (GDN) en hun administratie spoorloos verdwenen te zijn. Dit bureau was inmiddels opgegaan in het Bureau Inlichtingen (BI) en er waren andere medewerkers gekomen.

Ted Bachenheimer was met capt Baker in de nacht van 16 oktober 1944 op de boerderij van Fekko Ebbens bij Tiel in zijn slaap gearresteerd. Op 18 oktober werd het tweetal vervoerd naar een krijgsgevangenkamp te Culemborg. Vanuit dat kamp moesten ze lopend naar een krijgsgevangenkamp in Amersfoort. Op 21 oktober 1944 werden ze op transport gezet richting een kamp in Fallingsbostel. Tijdens dit transport vluchtte Bachenheimer met drie Britse para’s uit de trein. Bachenheimer ging in zijn ééntje verder. Op 22 oktober wisten de Duitsers Bachenheimer weer gevangen te nemen en is hij omgebracht langs de Eperweg in 't Harde.

Het 504e PIR was op 12 November 1944 vervangen door de 8e Infanteriebrigade van de Canadese 3rd Infantry Division. Dus ook capt. Gorham van het 504e PIR was er niet meer. Jos heeft direct na aankomst een uitvoering rapport ingediend bij de I.D. (Inlichtingen dienst) te Nijmegen.

Evaluatie van de missie

Terugkijkend is het een hachelijke opdracht geweest. De missie is geslaagd in de zin dat Jos en Anton inderdaad achter de linies inlichtingen hebben kunnen verzamelen en levend terug zijn gekomen. Door de 9 weken die het uiteindelijk geduurd heeft, heeft de informatie die ze hadden over troepenopbouw en -bewegingen en de verdedigingswerken in het Rijnland waarschijnlijk weinig meerwaarde meer gehad. De opdrachtgevers van de missie hadden misschien gehoopt dat Jos en Anton sneller terug waren gekomen.

De keuze van Jos en Anton om na de ontsnapping in Geldern westwaarts te gaan om via Noord Limburg naar Nijmegen terug te keren was begrijpelijk, maar pakte verkeerd uit. Ze kwamen midden tussen de strijdende partijen terecht. Al konden ze dat vooraf niet weten.

Of er een andere keuze was, zullen we nooit weten. Noordwaarts vanuit Geldern had theoretisch gekund maar dat lag vol met Duitse troepen, die zich voorbereiden op een geallieerde aanval op het Rijnland. Er werd volop gewerkt aan de Westwall/Siegfriedlinie.

Zuid Nederland was inmiddels bevrijd. De Duitsers hadden in oktober/november 1944 het Ardennenoffensief voorbereid dat op 16 december is ingezet. Evenzo waren de geallieerden bezig om het Rijnlandoffensief voor te bereiden.

De LO Maas en Waal was inmiddels op 19 november 1944 na 66 dagen bevrijd uit de benarde positie bij Baarlo. Nu Zuid Nederland bevrijd was, was er voor het verzet daar ook geen rol meer. Vooruitlopend daarop was in september 1944 al begonnen met de vorming van de NBS, Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten. Een voorloper van het nieuw op te bouwen Nederlandse leger.

Inschrijving BS
Inscrijving CI van de BS
Beschrijving werkwijze MI9/IS9 pag 1
Beschrijving werkzijze MI9/IS9 pag 2 MI9/IS9 pag 2
Embleem 3 Witches
Logo's van 'Three Witches'. Werden aangebracht op gebouwen, jeeps, vliegtuigen, uniformen
Kerkstraat 12-14 Hees, Hoofdkantoor IS9 Nijmegen Area
Koffertje van de S-phone
Burmahouse, Bredaseweg 389 Tilburg
Burma House, Bredaseweg 389, Tilburg
Moquito Aircraft van het 264e RAF-Squadron, waarmee contact gelegd werd met de S-phone operators. De 'bezemsteel' van de 3 Witches?
Mosquito vliegtuig van de RAF. Later werden dit Austers van de CAF (Canadian Airforce)
Taylorcraft Auster van de No. 664 Squadron RAF, bemand door Canadese piloten
Cartoon 3 Witches
Cartoon van Three Witches
uit: NEDERLANDS INSTITUUT VOOR MILITAIRE HISTORIEBureau Inlichtingen/ rapporten agenten en inlichtingengroepen(Het verkorte archief van het voormalige ‘Bureau Inlichtingen der Nederlandse Regeering’) 1941-1945. Toegangsnummer: 408

Periode 2.

Dec 1944 - April 1945

Werken voor de Britse Geheime Dienst en het raadsel van de Three Witches

Bureau Inlichtingen en IS9-WEA, 'Three Witches'

De Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (afgekort NBS of BS) stond onder bevel van Prins Bernhard. Binnen de BS werden 'Stoottroepen' gevormd van de voormalige Knokploegen, en 'Bewakingsdiensten, veelal van de voormalige Landelijke Organisaties voor hulp aan onderduikers (LO) en Ordedienst (OD). En ook een centrale inlichtingendienst (CI).

Zo is er van Jos een inschrijvingsbewijs van de BS, afdeling Bewakingstroepen, gedateerd 23 oktober 1944. Hij was toen echter nog gevangene in kamp Hamminkeln. De inschrijving is misschien gedaan door Ben Arts (Hein de Leeuw), zijn voormalige contact Van de Geheime Dienst Nederland (GDN), die inmiddels betrokken was bij de Binnenlandse Strijdkrachten en o.a. het 7e Regiment 'Blauwe Jagers' opgericht heeft. Er is ook een overschrijving naar de Informatiedienst van de BS (Bureau Inlichtingen), gedateerd 28 november 1944. Jos zat toen nog ondergedoken in de omgeving Meerlo/Castenray.

Jos ging aan de slag voor Bureau Inlichtingen (BI). Gedurende de tijd dat de sectie Nijmegen van bureau BI geen werk voor hem had is hij gedurende enige weken medewerker geweest van de Inlichtingendienst van de Binnenlandse Strijdkrachten (CI). Gedurende deze periode is Jos ook herstellende geweest van de letsels van de zojuist beëindigde missie.

Eind december bracht Kapt. A. van Sluiters (BI) hem in verbinding met Maj. Hugh Fraser. Deze was hoofd van het kantoor van de Britse Intelligence School no 9 (IS9) in Nijmegen, gevestigd in het huis aan de Kerkstraat 12-14 te Hees, vlak bij zijn ouderlijk huis. De IS9 (= Intelligence School 9) was onderdeel van Britse MI9 (Military Intelligence section 9) en belast met het opsporen en terugbrengen van ontsnapte geallieerde krijgsgevangenen of onderduikers. Veelal piloten die op de heen of terugweg naar Duitsland neergeschoten of neergestort waren.

De meeste Britse Inlichtingen diensten (MI5, MI6) en speciale commando-eenheden, werkten met agenten die een militaire training gehad hadden en zodoende sabotage acties en liquidaties konden uitvoeren of aan gevechtshandelingen meedoen.

De MI9/IS9 echter werkte (ook) met burgers, veelal uit het verzet. Die werden ingezet als koeriers of radio operators. Met name S-phone operators. De S-phone was een moeilijk uit te peilen 'radio telefoon'. De S-phones hadden een korter bereik (18 km) en communiceerde met een overvliegende vliegtuig. Dat werd gecoördineerd vanuit het 'Burma House' in Tilburg en vliegveld Vught.

Een zendteam bestond in de regel uit een commandant, een of meerdere S-phone operators, een of meerdere koeriers en eventueel nog extra (technisch) specialisten. Ze kregen daarvoor verschillende trainingen.

Er is onduidelijkheid over de naam van deze operatie. Sommige bronnen duiden het als Operatie Blackmail. Tevens werd er een logo van 3 heksen gebruikt op gebouwen, vliegtuigen, jeeps en uniformen. Dat leverde ook de naam 'Three Witches' op. Dit moet een geheime operatie zijn geweest maar er is niets over te vinden. Er zijn uiteindelijk diverse zendteams gevormd die allen een vogelnaam kregen. Jos kreeg de codenaam Titmouse (Koolmees). In het historische NISA overzicht uit 2008 van Frans Kluiters ('Dutch Agents 1940-1945') staan alle Nederlanders vermeld die voor buitenlandse geheime diensten hebben gewerkt. Jos staat hier in vermeld met zijn diverse schuilnamen.

Kaart Three Witches
'Postcard' van Three Witches
'Travel permit' van IS9 van 22 Januari 1945
Emmerich eo
Kaart van Tolkamer, Emmerich waar Jos crosspogingen gedaan heeft. Toen het Rijnoffensief van start ging, werd Megchelen als eerste in Oost Nederland bevrijd

Rijncrossings met IS9. Januari-Februari 1945

Hugh Fraser (hoofd van IS9 Nijmegen) vertelt Jos en Anton over het werk als agent voor IS9. Hij doet hen een aanbod. Jos en Anton konden zich met het aanbod verenigen, maar besloten niet weer samen op pad te gaan.

Zoals alle IS9 agenten kreeg Jos 3 trainingen:

  1. Leren werken met een S-phone, dat gebeurde in het lokale hoofdkantoor in Hees bij Nijmegen.

  2. Leren communiceren met een vliegtuig. (codes, zendschema's, vluchtschema's) . Dit vond plaats in het Burma huis , Bredaseweg 389 in Tilburg en op vliegveld Vught.

  3. Het leren oversteken ('crossen') van rivieren met boten. Dat gebeurde in het Boat House in Tholen.

In de periode januari - februari 1945 is Jos op pad gestuurd als 'field agent' voor de Britse inlichtingendienst IS9, uitgeleend als het ware door BI (Bureau Inlichtingen) om verkenningstochten langs de frontlijn (de Rijn) uit te voeren om kleine groepen of individuele gestrande piloten op te sporen en terug te brengen. Er was grote behoefte aan piloten en het was ook de focus van MI9/IS9 om dat te doen. In plaats van Ton Ermers zou May Schiphorst als koerierster meegaan (voorheen koerierster van de Knokploeg Maas en Waal en betrokken bij de '66 dagen van Baarlo'). Of dat uiteindelijk gebeurd is, is uit het verslag van Jos niet op te maken.

3 cross-pogingen over de Rijn. Februari 1945

De eerste cross-poging naar Zaltbommel ging niet door. De volgende poging was op de Rijn onder leiding van Luitenant Croyen. Bij deze tocht ging Woodcock (= Jan Linders) ook mee. Door de inundaties, de lichtkogels en andere factoren waren ze na enkele uren genoodzaakt terug te keren.

De volgende crossing was weer op de Rijn nabij Tolkamer. De gewapende patrouille die ze eerst met drie man maakten had in zoverre resultaat dat ze te weten kwamen wat ze nog niet wisten nI. dat een crossing met S-phones op dat punt uitgesloten was. Dit was de eerste patrouille over de Rijn zover oostelijk. Luitenant Croyen werd op de terugweg gewond door een brenngunner die op 20 yard het vuur op hen opende.

De volgende poging met Woodcock nabij Emmerich kon niet doorgaan vanwege het heldere en bladstille weer. Deze expeditie stond onder Capt. De Cente die verantwoordelijk was voor de trainingen van IS9 in het Boat House in Tholen.

Toelichting West-Duitslandplan van Groep Albrecht (blz 168 uit het boek Groep Albrecht meldt zich)
Beoogd werkgebied van West-Duitslandplan Groep Albrecht. Dit was onderdeel van de opdracht van Jos

Een nieuwe Missie: Het West Duitsland plan van Groep Albrecht

Groep Albrecht was al enige tijd actief in Nederland en had een betrouwbaar communicatienetwerk tot stand weten te brengen. De opzet van het West-Duitslandplan van Groep Albrecht was om mIlitaire gegevens uit Duitsland te verkrijgen, met name uit het gebied ten Westen van de Wezer en ten Noorden van de lijn Kassel-Duisburg. De berichten uit dat gebied zouden dan doorgegeven kunnen worden via het verbindingen netwerk van Albrecht in Nederland.

Het verbindingen netwerk van Albrecht bestond zowel uit vaste verbindingen als uit radiozenders. Door bevriende techneuten van de toenmalige PTT (o.a. Tichelaar, Baard) werden de vaste lijnen geschakeld in de centrales tot een 'dedicated' lijn. Deze lijnen konden echter afgeluisterd worden en de berichten werden aan de hand van codeboeken versleuteld. Deze codeboeken moesten dus naar de diverse agenten van Albrecht verspreid worden.

De S-phones werden toegevoegd aan het verbindingen netwerk. Onderdeel van het West Duitsland plan was een dropping in Oost Nederland van 6 S-phones.

Line Crossings
Overzicht communicatienetwerk Groep Albrecht
Onderzoek "Dutch Agents' van Frans Kluiters
Pagina uit onderzoek Frans Kluiters

Overleg met Groep Albrecht. Maart 1945.

Jos werd naar Eindhoven (inmiddels bevrijd gebied) geroepen. Daar ontmoette hij Eduard (Cees Brouwers) van groep Albrecht. Dat is begin Maart 1945 geweest. Met Capt. Windham-Wright, van IS9, Kapitein Koch van Bureau Inlichtingen en Edu van Groep Albrecht werd overeengekomen dat Jos voor Groep Albrecht 6 te droppen S-phones zou verzorgen. Hierna zou Jos voor IS9 mer 3 S-phones naar Duitsland vertrekken ter opsporing van Prisoner of War Camps die de Duitsers toentertijd aan het evacueren was. De crossing door de Biesbosch zou verzorgd worden door Bureau Inlichtingen. De verzorging aan de andere zijde (transport, papieren en mede-helpers voor Duitsland) door de Albrecht Group. Bureau Inlichtingen sloot een levensverzekering af voor Jos van Fl 15.000 gulden.

Het gaat hier om het 'West-Duitslandplan van Groep Albrecht. Op pagina 169 van het boek 'Groep Albrecht meldt zich' wordt deze operatie toegelicht. Er wordt daar gerefereerd naar 'instructeur Frans' die met zijn S-phone Groep Albrecht hierbij zou begeleiden. 'Frans van Beek' was in die periode de alias van Jos en de gebeurtenissen die in het boek beschreven staan komen overeen met zijn verslag.

Albrecht was de verzetsnaam van Hendrik Geert de Jonge, die in 1943 was gedropt om een nieuw, betrouwbaar verbindingen netwerk op te zetten. Eduard had inmiddels de leiding van Groep Albrecht overgenomen.

Verder moesten de berichten over de Duitsers en de onderduikers verzameld worden. Een groot deel van het verslag van Jos gaat hierover. Zijn eigen S-phone werd ook ingezet hiervoor. De opleiding van leden van groep Albrecht tot S-phone operator was een van de taken van Jos.

"Line-crossing" door de Biesbosch

Een van de weinige verbindingen tussen bezet en bevrijd gebied was de Biesbosch. Het gebied ging na november 1944 fungeren als sluis tussen vrij en bezet gebied. Geheim agenten maar ook ge-evacueerde piloten werden heen en weer overgezet. Het was zeer gevaarlijk werk. De eerste crossings naar bezet gebied werden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van Jos van Wijlen van verzetsgroep 'groep André' die naast vele andere verzetsdaden met boten vervoer over de linie door de Biesbosch verzorgden. Onder andere vervoerden zij leden van groep Albrecht waaronder Frans van der Mast.

De eerste crossing van Jos door de Biesbosch (op 14 maart 1945 red.) mislukte. Op de Kop van Het Land, het beruchte punt, werden ze gehoord en “in het zonnetje gezet”. Na 7 uren uit alle macht roeien kwamen ze op klaarlichte dag weer behouden in Lage-Zwaluwe aan.

De volgende nacht (15 maart 1945 red.) zijn ze opnieuw gegaan, met twee boten en in totaal met 6 man. Een ontmoeting met een stormboot en het veer bij de Kop v.h. Land liep zonder ongelukken af. Om 7 uur arriveerden ze aan de overkant in bezet gebied, in Sliedrecht. Aldaar bleek dat de set-man van Groep Albrecht voor Amsterdam zijn set vergeten had. Daarnaast gedroeg hij zich onverantwoord loslippig.

Jos vertrouwde het niet. Hij vroeg aan Bertus, de kapitein de overtocht verzorgd had, hem per eerstvolgende gelegenheid weer naar Eindhoven terug te brengen. Bertus gaf Jos een fiets waarvoor Jos hem in ruil banden gaf. Bertus zorgde voor Jos een gids tot aan de Lek.

Dezelfde dag zijn Jos en reisgenoten in de richting van Lopik aan de Lek vertrokken. Het contactadres aan de Lek bleek inmiddels opgeblazen te zijn. Na lang zoeken vonden ze tenslotte iemand die het aandurfde om hen over de Lek te zetten. De volgende ochtend om 5 uur zijn ze overgezet. Enige uren later zat Jos veilig en wel op het contactadres te Lopik. Na enige tijd kwam een koerierster van Groep Albrecht hem daar ophalen. Een nacht hebben ze in Utrecht geslapen. In Utrecht ontmoette Jos opnieuw Eduard, aan wie hij de R.M. 20.000 overhandigde.

Communicatie verbindingen die Jos (Titmouse) met Groep Albrecht opgezet heeft en de verdeling van de 'codeboeken'
Samenvatting van de communicatiepogingen van Jos (Titmouse).
Opzet Communicatiebetwerk Groep Albecht voor Oost Nederland
Enghuizen
Kasteel Enghuizen
Papieren Zevenaar
Persoonsbewijs van Jos (alias Frans van Beek), verzorgd door Groep Albrecht
Sonderausweis
'Sonderausweis' voor Jos (alias Frans van Beek), verzorgd door Groep Albrecht waarmee Jos zich vrij kon bewegen
Groepsfoto: Puck midden onder, Jos 2e van rechts. De rest vermoedelijk Groep Albrecht?

Met Groep Albrecht in Oost Nederland. Maart - April 1945

Van Utrecht is Jos met waarschijnlijk een courierster over de Veluwe naar Eerbeek gefietst waar een contactman van de groep hen een adres bezorgde te Voorst. Daar zouden ze de IJssel kunnen oversteken. De volgende ochtend tussen licht en donker over de IJsel gezet wat nogal met enige moeilijkheden gepaard ging (de IJssellinie was al gesloten). Hierbij zijn waarschijnlijk twee batterijen beschadigd.

In de namiddag (van 18 maart 1945 red.) arriveerden ze te Doesburg bij de contactman van de Albrechtgroep aldaar, Louis. Vanwege de dagelijkse controle en de werkplicht bleef Jos daar voorlopig in afwachting van de hoog-noodzakelijke papieren. Namelijk een persoonsbewijs en een vrijgeleide om vrij rond te kunnen reizen.

Jos zat ondergedoken bij huisarts J.J. Pieterse. De papieren lieten lang op zich wachten aangezien de V.C. (onbekend waar de letters V.C. voor staan) te Didam opgeblazen was.

Uiteindelijk heeft Tom de Babberich, een man van de Albrecht-groep het klaargespeeld om hem binnen een dag bij de Schutzpolizei in te laten inschrijven.

Door de valse sonderausweis van de Schutzpolizei en het valse persoonbewijs 'Frans van Beek' kon Jos zich voortaan vrij bewegen, zonodig ook in het spergebied. Zodoende kon hij zich makkelijk door vijandig gebied bewegen.

In Doesburg ontmoette Jos Generaal Gerrit, Districts-Commandant van OD van het gebied de Lijmers. Deze zorgde voor contact met Joop en Dick en beloofde een opgave van 370 evados aan de oost-zijde van de IJssel.

Verblijf op kasteel Enghuizen bij Graaf van Rechteren. Maart 1945

Op 23 Maart 1945 trof Jos in Doesburg Eduard plus nog enige andere line-crossers. De S-phone werd naar kasteel Enghuizen gebracht, van waaruit Jos de eerste contacten maakte, die helaas niet werden opgevangen. Later is Jos zelf ook te Hummelo bij Graaf van Rechteren gaan wonen. Aldaar ontmoette hij de Amerikaanse Colonel Duncan en anderen. Met een elektriciën de batterijen van de S-phone gerepareerd. Na het uitblijven van de eerste twee contacten heeft Jos een bericht verzonden via de set van Rhumfles en Klein Duimpje (Hein en Sven) aan Bureau Inlichtingen met het verzoek dit door te geven aan de I.S.9.

Onderstaande tabel is het zend- en vluchtschema van Three Witches waar op 24 en 25 maart 1945 een contact met Jos onder zijn IS9-schuilnaam 'Titmouse', gepland stond. Het is niet duidelijk of dit contact gelukt is.

Zend- en vluchtschema 'Three Witches'. Vanuit vliegveld Gilze werden vliegtuigen op vaste tijden gepland te contact te maken met de S-phone field agents zoals Jos.

Intussen kreeg kasteel Enghuizen op 23 Maart 1945 een bezoek van enige rocket-firing Typhoons die nogal wat schade veroorzaakten rondom het kasteel, dat zelf echter gespaard bleef.

Na de aanval op het kasteel heeft Jos weer een dringend bericht gezonden via zijn set.

De twee verzetslieden Tom en Henk Ruiter (ook zogenaamd “leden” van de Schutzpolizei) waren bereid om met Jos mee naar Duitsland te gaan voor het tweede deel van de opdracht van het West Duitslandplan die capt. Hugh Fraser (IS9) had meegegeven, namelijk naar de PW ('prisoner of war') kampen in Duitsland te reizen.

Henk werd gearresteerd en tegelijkertijd werd een grote hoeveelheid wapens, kaarten en aantekeningen gevonden in Tom zijn verblijfplaats. Gelukkig liep het voor beiden wonder goed af. Volgens de Graaf van Rechteren en de Heer Crommelin zwierf er in Hummelo een zogenaamde piloot rond die overduidelijk een provocateur was die hen wellicht verraden.

Door het offensief, de razzia’s en de inkwartiering is Jos genoodzaakt het gastvrije huis van de Graaf te verlaten en is hij met Henk en met de bagage op de fiets naar Zutphen vertrokken. De bedoeling was nog steeds om een verbindingen netwerk aan te leggen. Via de telefoonlijn uit Giesbeek naar het bevrijde Aalten heeft Jos 2 berichten gestuurd; dit waren lijnen van Groep Albrecht.

Na veel moeilijkheden kwamen Henk en Jos te Zutphen aan, waar Jos dezelfde avond nog een S-phone contact probeerde, wat echter mislukte. De volgende dag is Henk naar Vorden gegaan om contact per geheime lijn te maken, tegelijkertijd belde Jos Aalten op (naar Co van Groep Albrecht) vanuit de telefoon centrale te Zutphen. Alle berichten van Titmouse vroegen om nadere instructies.

Bijna gepakt op de brug bij Deventer

Jos is vanuit Zutphen te voet naar Deventer gegaan om het geplande verbindingen netwerk verder vorm te geven. Reeds bij de brug te Zutphen werd hij aangehouden door een Fallschirmjager die hem behalve oppikken ook nog wilden fouilleren. De situatie was vrij pijnlijk daar hij behalve de diverse wapens ook nog de S-phone bij zich had. De cover-story ging er goed in, de heren vergenoegden zich enkel zijn brood en worst af te nemen. De controle 200 meter verder werd aanzienlijk vergemakkelijkt door een recommandatie van de heren. Daarna werd de situatie opnieuw vrij pijnlijk daar Jos ze verteld had dat hij op weg was naar de Ortskommandant te Eefde. Hij trof het uitstekend, beweerden ze, zij moesten er nI. ook zijn! Tenslotte heeft hij ze dan toch duidelijk kunnen maken dat hij de Ortskommandant van Deventer bedoelde.

Te Eefde heeft hij zijn bagage achtergelaten. Deze is toen verder door een koerierster bezorgd. In Deventer ontmoette hij Jan (S-phone man van het Jan en Roel-team) zonder S-phone.

De dag daarop zijn Jos, Jan en enige koeriersters en verkenners van de Albrecht-groep naar Nijverdal vertrokken, waar ze enige dagen bleven. Jan besloot te crossen en nam een bericht voor hem mee, evenals de linecourier van Eduard. In Nijverdal had Jos met 8 evados (ondergedoken piloten) contact. In Nijverdal heeft Jos de S-phone achtergelaten en is hij met Puck, een koerierster van groep Albrecht naar Hoogeveen vertrokken. De bedoeling was om na de situatie bekeken te hebben de S-phone weer op te halen (door het oprukken van de geallieerde is de poging om terug te keren mislukt).

Over de set van Max te Heino heeft Jos een bericht gestuurd. In Hoogeveen in contact gekomen met de PTT techneut Baard die dagenlang pogingen deed om per dienstlijn contact te maken met het bevrijde gebied. Als resultaat hadden ze twee verbindingen aanvankelijk (Koevorden en Harderwijk).

De coden checks etc. bedoeld voor de te droppen S-phone heeft Jos verder voor de verschillende lijnen gebruikt. Door het oprukken van de troepen was Jos genoodzaakt uit de plaats te vertrekken. Met enige Albrecht mensen, Otto en Puck , is hij naar Beilen getrokken. Dit bracht enige hindernissen met zich mee maar de afloop was goed. In Beilen met de PTT techneut Tiggelaar gewerkt aan het plan voor het net van geheime lijnen.

Amherst
Bevrijding Oost Nederland
Bevrijding Duitsland
Overzicht geallieerde troepenbewegingen in 1945. Bergen Belsen ligt vlak bij Hannover

De Bevrijding van Oost en Noord Nederland: operatie Amherst, april 1945

Inmiddels trok het geallieerde leger verder naar Oost en Noord Nederland. Er werd gevochten en de situatie was chaotisch.

Jos bevind zich dus opnieuw in een conflict gebied. De volgende dagen, op 8 en 9 April dag vielen er overal parachutisten. Dit maakte het reizen dubbel zo lastig. Dit waren Franse parachutisten die begonnen waren aan de operatie Amherst.

Jos is vervolgens van Beilen via Assen naar Zuid-Laren (Schuilenburg) gegaan waar Louis, die daar inmiddels gevestigd was, medewerking verleende aan het telefoon-systeem, waarover hij dan ook zijn berichten zou spuien.

De intocht in Zuid Laren verliep vrij zonderling. Ook daar waren Fransen en andere luchtlandingstroepen afgesprongen. Plotseling hoorde Jos enige oude dames die wat riepen en hem angstig wenkten om binnen te komen. Door de kleding die hij aan had, die ze voor Engels versleten, meenden ze dat hij een van de parachutisten was die zich aan ging geven.

Na briefing vertrok Jos getweeën weer naar Beilen. De ontelbaar vele aanslagen op de fietsen werden continu afgeslagen; wat een groot geluk was daar zeker 75% van een vervoermiddel afhing. Weer te Beilen aangekomen heeft Jos de tijd doorgebracht met het doorgeven van berichten aan Hoogeveen.

Opnieuw opgepakt, weer vrijgekomen en terugkeer naar Nijmegen. April-Mei 1945

Capt. Leo Heaps (IS.9) gaf via Louis een boodschap door aan Jos om naar Winschoten te komen. Bij een poging uit Beilen te komen werd Jos door de SS gepikt, die zijn papieren voor vals verklaarde. Na veel moeite is hij weer vrij gekomen.

Vanwege de voortdurende gevechten was het uitgesloten uit het hermetisch afgesloten spergebied te komen. Juist de dag voordat er troepen in de omgeving Beilen aankwamen, werden de centrales van Hoogeveen en die van Beilen opgeblazen zodat ze zonder contact waren. Daarom besloot Jos te crossen. De volgende ochtend ontmoette hij enige vooruitgeschoven posten.

Via de Field Security is hij na enige tijd naar de division Headquarters gebracht waar zijn identiteit gecheckt werd en waar Jos de kaarten overhandigde aan de Nederlandse verbindings officier.

Na twee dagen werd Jos door capt. Nobel (Field Security) in verbinding gebracht met Capt. Harvie (Security Force 1st Canadadian Division). Deze zou Jos direct naar I.S.9 of 2IU kunnen brengen. Toevallig zag hij Maj. Hugh Fraser. Met deze zin eindigt abrupt het verslag van Jos.

De Noordelijke provincies werden tussen 24 maart en 16 april 1945 bevrijd. Hoofdzakelijk door het Canadese 1e Leger, Britten en Poolse en Franse parachutisten.

Met de overwinning in zicht is waarschijnlijk door IS9 besloten de activiteiten in Nederland te staken en de agenten te demobiliseren. Jos is waarschijnlijk daarna teruggekeerd naar BI (Bureau Inlichtingen), sectie Nijmegen. Na de bevrijding is dit Bureau ontbonden.

Eindafrekening Titmouse
Eindafrekening Titmouse
Thank you note Bureau Inlichtingen (BI)
Thank you note IS9

Evaluatie van de missie van Titmouse

In de periode dat Jos voor en met BI/IS9/Groep Albrecht werkte, had hij als missies gekregen:

  1. Line crossings langs het front over de Waal en de Rijn

  2. Ondersteuning aan Groep Albrecht voor het opzetten van een verbindingen netwerk in Oost Nederland en het opleiden van andere S-phone operators in verband met het 'West-duitsland' plan waar Groep Albrecht mee bezig is geweest.

  3. Doorreizen naar de PW kampen in Duitsland.

Zijn eigen radio contacten met de S-phone zijn niet heel frequent geweest. Dat had met technische problemen te maken, maar mogelijk ook met de snel verplaatsende troepen. De S-phone is met name effectief bij een statisch front, omdat er nu eenmaal een overvliegend vliegtuig nodig was om berichten door te geven. Bij een snel verplaatsend front veroudert die informatie snel en zou er met een hoge frequentie moeten worden gevlogen. Dat is kostbaar. Voorts had Groep Albrecht ook betrouwbare landverbindingen tot stand gebracht zodat op verscheidene manieren contact kon worden gelegd.

Het West-Duitslandplan van Groep Albrecht is niet meer tot stand gekomen. De daarvoor benodigde en toegezegde 6 S-phones zijn niet gekomen en daarmee was het onuitvoerbaar. Jos is ook niet meer voor IS9 of BI doorgereisd naar de PW (prisoner of war) kampen in Duitsland. Dat heeft hij later wel gedaan.

Bergen Belsen
Foto's van konvooi naar Bergen Belsen. De namen van de verpleegster en de soldaat rechts op de foto zijn ons niet bekend. Jos staat niet op deze foto's maar was wel bij de konvooien betrokken.
Vervolgartikel Gelderlander
Vervolg Artikel Gelderlander
Jos steekt zijn hoofd door het dak. Samen met mede stoottroepers op pad

Periode 3

Vanaf Mei 1945

Na de bevrijding

De oorlog is voorbij maar Jos is nog niet klaar. Ophalen gevangenen uit concentratiekampen. Mei 1945

Het terugbrengen van Nederlanders uit de Duitse gevangenkampen kwam niet goed op gang. Andere Europese landen zoals België en Frankrijk stuurden allerlei konvooien. Door hun ervaring uit de Eerste Wereldoorlog waren ze hierop voorbereid. Dit leidde tot een vlammend betoog van journalist Louis Frequin uit Nijmegen in De Gelderlander, die zich baseerde op de ervaringen van twee dappere kapelaans Schellekens en van Helden die direct naar de bevrijding afreisden naar Dachau om hun Deken Teurlings op te halen.

Artikel 19 Mei 1945 van L. Frequin in De Gelderlander

Dit bracht particulier initiatief op gang. Het was duidelijk dat de Nederlandse overheid er onvoldoende snel in slaagde om de repatriering van Nederlandse gevangenen te organiseren. Jos is samen met een groep Nijmegenaren, ex-verzetsmensen en stoottroepers in samenwerking met het Rode Kruis, door Duitsland getrokken om Nederlandse gevangenen op te halen uit de concentratie-kampen. Ook zijn zus Netty, die verpleegster was, ging mee.

Bij de bevrijding van Bergen-Belsen door de Britten op 15 april 1945 troffen zij massagraven en duizenden onbegraven lichamen aan, naast ongeveer 60.000 overlevenden, waarvan er nog ongeveer 14.000 bezweken in de loop van de daaropvolgende dagen en weken, onder meer aan de gevolgen van ondervoeding en uitdroging.

Het kamp Bergen-Belsen werd na de bevrijding met de grond gelijkgemaakt en afgebrand, vanwege het zeer hoge risico van besmetting met tyfus en luizen. De laatste barak werd op 24 mei 1945 in het bijzijn van de voormalige gevangenen met een kleine plechtigheid verbrand. overlevenden werden op de dag van de bevrijding overgebracht naar de twee kilometer verderop gelegen kazerne.

Waarschijnlijk is Jos half Mei 1945 door Duitsland getrokken. De eerste particuliere transporten uit Nederland kwamen op 20 mei in Dachau aan. Het Nijmeegse transport is in elk geval geweest in Dachau, Seedorf, Bergen Belsen, Rotenburg en Santborsel.

Uitnodiging aan medewerkers Awards Bureau van IS9
Bladzijde 1 van de officiele vragenlijst van het Awards Bureau
Uitnodiging Groep Albrecht
Uitnodiging aan Jos voor bijeenkomst van Groep Albrecht

Werkzaamheden voor het Awards Bureau van IS9. Augustus 1945 - 1946

Na de beëindiging van de oorlog werd door IS9 een 'AB' (Awards Bureau) ingericht en gevestigd in Wassenaar, Konijnelaan 21. Dit AB had tot taak erkenningen en onderscheidingen toe te kennen. Zo bestonden er de Britse 'Pilot Helper Files' en de Amerikaanse 'Pilot Helper Files' met namen van (verzets) mensen die actief hadden bijgedragen aan het onderbrengen en terugbrengen van gestrande piloten. Jos stond zelf ook op die lijsten.

Jos is in Augustus 1945 'in dienst' gegaan van het Awards Bureau (AB) en moest daarvoor talloze interviews afnemen en vragenlijsten invullen. Deze werden beoordeeld geclassificeerd naar rato van de getoonde moed. Dit leverde dan een 'Certificate of Gratitude' op of een andere onderscheiding. Ook financiële compensatie kon worden uitgekeerd.

In zijn archief zitten talloze brieven en formele vragenlijsten. Deze moesten uiteraard allemaal geverifieerd en geclassificeerd worden.

Heeft Jos na de oorlog nog voor een inlichtingendienst werk gedaan?

We hebben aanwijzingen dat Jos na de oorlog nog inlichtingenwerk gedaan heeft:

  • Zijn vriend en mede verzetstrijder Jan Litjens maakt hier een toespeling op in zijn dagboek. Er staat '..Josje did quite a bit of intelligence work, he later worked for the CIA in Prague for a while..'

  • In de periode 1946-1948 heeft Jos inderdaad ook enkele malen Tsjechoslowakije bezocht. De eerste keer met mede studenten in het kader van een werkkamp. De tweede keer in maart 1949 als 'koopman', terwijl hij nog student was.

  • In Augustus 1947 is hij naar Spanje geweest. In die tijd een dictatuur onder generaal Franco

  • Van Ben Arts, mede vezetsstrijder en commandant van de 7e compagnie Blauwe Jagers van de Binnenlandse Strijdkrachten waar Jos bij ingeschreven is tijdens de oorlog, zijn na de oorlog diverse briefjes in het archief te vinden. Ben Arts was toen verbonden aan de Bureau Nationale Veiligheid (BNV), wat later de Binnenlandse Veiligheids Dienst (BVD) werd.

  • Brief van 'Mary' 22 juli 1946: 'Jij Tsjechoslowakije. Had ik wel gedacht' en verderop in de brief. 'Met studenten? O ja, maak jij de kat maar wat wijs.'

Nader onderzoek wordt nog gedaan naar deze aanwijzingen.

1946 en wat daarna kwam

Het viel niet mee om in vredestijd de draad weer op te pakken. Jos ging studeren in Tilburg in september 1945 en ging daar wonen in oktober 1945. Hij had daar eigenlijk geen geld voor. Van de amerikanen (82e divisie) heeft hij niets ontvangen, van Bureau Inlichtingen heeft hij eenmalig 100 gulden ontvangen, van de engelse inlichtingendienst heeft hij 4 maanden 'agents pay' gehad (30 pond per maand) en Fl 400 gulden voor het werk voor het Awards Bureau.

Als hij vrijwel aan de grond zit en zijn studie zou hebben moeten afbreken, verzoekt hij Stichting 40-45 om financiële bijstand (brief d.d. 25 februari 1946). Dit gebeurt na voorspraak van de heer Versaan, voorzitter van de Gemeenschap Oud Illegale werknemers te Nijmegen. Jos ontvangt een brief van Stichting 40-45 dd 21 maart 1946 waarin staat dat hij 'zeer zeker voor een studietoelage van 100 gulden per maand in aanmerking komt, eventueel met terugwerkende kracht'. Helaas wordt het verzoek in tweede instantie afgewezen. Hoe hij zijn precaire financiële situatie uiteindelijke heeft opgelost, weten we niet.

Jos heeft reizen gemaakt naar Oost Europa en later naar Spanje. Er is ook een uitgebreide briefwisseling geweest met Puck, de koerierster van Groep Albrecht die haar strubbelingen beschrijft in het na-oorlogse Nederland. Veel van haar brieven hebben we in het archief van Jos gevonden. Haar echte naam is Anna de Jong. We kunnen tot op heden niet achterhalen waar zij uiteindelijk is gaan wonen. We zouden haar brieven met eventueel te vinden familie of kinderen graag willen delen. Mogelijk is zij na de oorlog naar Engeland verhuisd.

Groep Albrecht is na de oorlog bijeengeweest op vrijdag 17 Augustus 1945. Daar werden getekende exemplaren van het boek 'Groep Albrecht meldt zich' uitgedeeld. Voor die bijeenkomst is Jos ook uitgenodigd om een presentatie te geven over het gebruik van de S-phones.

Certificate Eisenhouwer
Certificate van Eisenhouwer
Certificate Prins Bernhard
Certificate van Prins Bernhard
Certificate Montgomery
Brits 'Certificate of Service' van Montgomery

Tot slot

Jos heeft evenals vele andere verzetsmensen voor zijn verdiensten certificaten gehad van Montgomery, Eisenhouwer en Prins Bernhard.

Pikant is nog dat Jos is opgeroepen voor militaire dienst. Gezien zijn staat van dienst had hij daar geen zin meer in. Hij heeft er dan ook alles aan gedaan om dat niet te hoeven doen en erkenning gezocht voor zijn inzet tijdens de oorlog. De studie gaf hem uitstel en de emigratie ook. Achteraf bleek er per Koninklijk besluit in 1948 al besloten te zijn dat de dienstjaren bij de BS en de BI tijdens de oorlog (in totaal 9 maanden) dubbel telden en hij op grond van dat besluit al vrijgesteld was. Vermoedelijk was hij niet van dit besluit op de hoogte en is dat ook aan de aandacht van de ambtenaren ontsnapt.

Na zijn werkzaamheden voor het Awards Bureau is Jos Economie gaan studeren in Tilburg, trouwde met Madeleine Kieft en emigreerde naar Indonesië in 1952. Madeleine was zwanger en is hem na de geboorte van hun eerste kind, Marie-Jose, achterna gereisd. Daar moest hij met zijn gezin weg toen Soekarno aan de macht kwam. Na terugkeer in Nederland trad hij in dienst van de Belgische glasfirma Unibel (later Glaverbel) en werd daarvan de eerste Nederlandse directeur. Hij kreeg nog drie kinderen, Marie-Louise, Angelique en Victor. Jos overleed in Juni 1975, 50 jaar oud aan maagkanker.