In elf boeken is het Havank helemaal gelukt deze ‘allergrootste moeilijkheid’ te overwinnen en de vier elementen in de eerste tien regels te manoeuvreren.
Wanneer we nu uitrekenen hoe vaak Havank erin geslaagd is om op de eerste bladzijde tijd en plaats van handeling, jaargetijde en weersgesteldheid te noemen, kunnen we vaststellen dat hem dat in een behoorlijk deel, 71%, van zijn boeken gelukt is. In 14% van zijn boeken noemt hij drie van de vier elementen. Twee of één van de elementen noemt hij in telkens 4% van de boeken. In twee boeken, Het probleem van de twee hulzen en Het raadsel van de drie gestalten blijft het op het gebied van plaats, tijd, seizoen en weer akelig stil in de eerste alinea’s.
Havank streefde ernaar:
‘(...) dat de lezer metéén weet: tijd en plaats van handeling, jaargetijde, weersgesteldheid. Al dit en liefst meer in één paragraaf van niet meer dan tien regels. Het valt lang niet altijd mee (...)’.
We kunnen vaststellen dat het kennelijk niet altijd meeviel: in 29% van zijn boeken is het hem inderdaad niet gelukt met alle vier elementen te beginnen. Toch, in maar liefst twintig boeken slaagt Havank erin om vier elementen op de eerste bladzijde samen te brengen. Dat het allemaal dan ook nog in de eerste tien regels moest, was misschien iets te ambitieus, maar dat het toch in elf boeken gelukt is, lijkt me geen gekke score.
Een aardige constatering nog is dat zijn boeken in de loop van de productie steeds zonniger beginnen, zij het minder vaak in zijn geliefde Frankrijk.