Onder de titel ''Het kwaad overwonnen'' schreef de Kamper historicus Theo van Mierlo in 1997 een boeiend stuk over loofmaskers of Groene mannen in de Broederkerk. Het artikel is na te lezen in ''de Panne'' (jaargang 22, nr 1, juni 1997), mededelingenblad van de Vrienden van het Stedelijk Museum Kampen (voorloper van hv Jan van Arkel).
Loofmaskers / Groene mannen in de Broederkerk
Volgens Theo stamt een deel van de kapitelen in de Broederkerk van voor de brand uit 1472. Onbekend is hoe zwaar de brand het klooster had aangetast, maar delen van het gebouw lijken nog in tact te zijn geweest. Ook de Broederkerk kent nog een 14e eeuwse kern. Het feit dat 9 van de 30 kapitelen bovenaan de pilaren in de kerk een figuratieve voorstelling hebben, zou daar op kunnen wijzen.
Tot ver in de 14e eeuw werden in de kerkelijke sculptuur goed en kwaad verbeeld in de vorm van dieren, duivels en andere ''engerds''. Zo werden de gelovigen gewezen op het feit dat het kwaad overal op de loer kon liggen. In het geval van kapitelen bovenaan pilaren waren deze lessen vooral voor gelovigen met goede ogen weggelegd. Een beetje helder weer is ook geen overbodige luxe. Misschien was het doel van het sculpturale kwaad aan kapitelen vooral om het kwaad uit de kerk te weren. Het kwaad kwam uit het westen, dacht men, en moest vooral wegblijven bij het priesterkoor, dat op het oosten lag. Voorstellingen die het kwade symboliseren of het kwade uit de kerk moeten weren bevinden zich daarom meestal aan de westzijde van de kerk. De kapitelen in de Broederkerk sluiten goed bij deze traditie aan, wat suggereert dat zij uit de periode van voor de brand in 1472 stammen.
Onze eigen Groene man bezocht de Broederkerk op zoek naar zijn evenbeelden:
Vanuit de huidige toegang aan de Broederstraat wandelt hij langs de de rij met 9 pilasters en even zo veel kapitelen aan de zijde van de Broederstraat. Daar wisselen kapitelen met acanthusblad (Theo noemt ze koolblad) en kapitelen met wijnranken en druiventrossen elkaar af (foto's hieronder).
In de nabijheid van de ingang aan de Burgwal verandert de toon op de kapitelen. Bij de 7e pilaster is op het kapiteel een ijzingwekkend loofmasker afgebeeld. Een duivelachtig wezen kijkt onze Groene man aan, terwijl uit zijn mondhoeken twee onduidelijke dieren komen. Volgens Theo verbeelden zij leeuwen en is deze vorm van loofmasker zeer zeldzaam (z.z.). De leeuw is een gedaante van de duivel, op zoek naar iedereen die hij verslinden kan. Een duivelse duivel op dit kapiteel, dus (foto hieronder). Onze zachtaardige Groene man moet hier niets van hebben en loopt gauw door.
Twee pilaren verder is Groene man in de hoek van de kerkmuur langs de Broederstraat met de muur aan de Burgwal gekomen. Op dit kwart kapiteel is een pracht van een loofmasker afgebeeld. Grote bladeren groeien vanuit de mondhoeken van een en blozende kop (foto hieronder). Alsof Boreas ons de koude noordenwind toe blaast (het noorden is ook al een hoek waaruit weinig goeds te verwachten valt). Groene man fleurt weer helemaal op en wandelt verder.
De pilarenrij in het midden van de kerk, begint aan de zijde van de Burgwal met de afbeelding van Samson die de leeuw verslaat, een uitbeelding van het verhaal in Richteren 14: 5-6. Samson, een voorafschaduwing van Christus, verscheurt het kwaad (de leeuw) met zijn blote handen. Hier vat de gelovige weer moed: het kwaad kan overwonnen worden.
Samson is herkenbaar aan zijn lange haren, die hij niet mocht afknippen. Hij lijkt het haar te hebben samengebonden in twee staarten. Samson draagt een ruwharen kleed. Links houdt hij de verslagen leeuw onder zijn rechterarm.
Dan volgen 3 kapitelen met acanthusblad. Op het volgende kapiteel, ter hoogte van de preekstoel en vrijwel in het midden van de kerk, treffen we een wakende leeuw aan (hieronder foto links). Met vastberaden blik hield hij iedereen in de gaten, die de kerk binnenging via de oorspronkelijke toegang aan de Broederstraat (rechts).
Na opnieuw een kapiteel met acanthusblad, volgt een moeilijk leesbaar kapiteel. Aan de westzijde bevind zich een loofmasker (foto links). Dit keer groeien de bladeren uit de bek van een leeuwenkop. Groene man moet er een beetje om giechelen. De andere zijde van het kapiteel laat een mannenhoofd zien (foto rechts). Vertegenwoordigen zij goed en kwaad? Is het een Januskop en symboliseren zij de twee zijden van ieder mens?
Hierna volgt weer een kapiteel met wijnranken (= symbool van Christus) en tenslotte een kapiteel met met acanthusblad. Zo belanden we bij het vroegere priesterkoor.
Vanaf het koor (en orgel) terug naar de Burgwal langs de rij pilasters met kapitelen in de noordmuur. Eerst zijn de kapitelen weer voorzien van acanthus- of koolblad. Het 6e kapiteel, net voorbij de preekstoel, draagt moeilijk te definieren bloemen met bladeren, die zich ontrollen als het blad van een varen (foto hieronder). Varens staan voor veerkracht, zuiverheid en een nieuw begin. Maar zijn ze ook op het kapiteel afgebeeld?
Na weer een kapiteel met acanthusblad volgt het laatste figuratieve kapiteel: een bok eet aan een druiventros. Hier is de bok een personificatie van de duivel (denk ook aan figuren met bokkenpoten, bokkenhorens en bokkenbaard). Het kwaad bedreigt de druiventros, die het goede en zelfs Christus symboliseerd.
Een laatste kapiteel met acanthus- of koolblad en brengt ons weer terug aan de Burgwalkant. Op weg naar de uitgang aan de Broederstraat, werpt de Groene man nog even een blik op de 15e eeuwse grafsteen van joffer Tengnagel. De glas-in-loodramen vormen een sinistere schaduw op de zerk. De weerspannige joffer lijkt voor eeuwig opgesloten achter tralies. Met een lichte huiver spoed de Groene Man zich hierna naar de Bovenkerk (tekst gaat onder de foto verder).
Loofmaskers (Groene mannen) in de Bovenkerk
In zijn verhaal over de kapitelen in de Broederkerk noemt Theo de loofmaskers op vier sluitstenen van de ribben in de kooromgang van de Bovenkerk. Onze Groene man ging kijken en trof twee fantastische loofmaskers aan: een oude kop met bladeren als haren; een jonger gezicht in een bladerkrans (foto's hieronder).
Zij worden vergezeld door een ''engerd'' met grote oren (links) en een wapenschildje in een bladerkrans (rechts).
© cultuurZIEN 2025