Met mijn gezicht van bladeren vinden mensen mij vaak angstaanjagend, anderen vinden mij eerder mysterieus. Mensen snappen niet goed wie of wat ik ben. Hoor ik bij hen of bij de natuur?
vruchtbaarheidssymbool
Ik hoor bij mensen én bij de natuur, ik overbrug de schijnbare tegenstelling tussen mens en natuur. Terwijl mijn voorkomen lijkt op een mens, ben ik opgebouwd uit natuurlijke materialen. In heidense tijden vertegenwoordigde ik een natuurkracht, die in het vroege voorjaar geofferd werd om de natuur opnieuw te laten ontluiken. Dat ging de christenen te ver en ik werd ingeruild voor een symbolisch offer om de groei en vruchtbaarheid van het gewas en het vee te bevorderen. Tegenwoordig is dat de kerkelijke biddag voor gewas en arbeid op de tweede woensdag van maart.
Sterk is de associatie tussen mij en Christus. Wij stierven beiden en komen beiden op wonderbaarlijke wijze weer tot leven. Ook uiterlijk lijken wij op elkaar: mannen met een baard.
in en aan tempels, kerken en huizen
Mijn oudste verschijningen dateren al uit de 2e eeuw na Christus in Romeinse tempels en op grafmonumenten. In Nederland ben ik te vinden op de zijkant van het Nehalennia-altaar. In latere tijd ben ik afgebeeld aan en in kerken, vooral in de gotiek was ik populair. In een kerk verschijn ik vaak hoog aan de kapitelen van de pilaren of als sluitsteen van de ribben in een gewelf. Een theorie verondersteld dat de plek in een kerk zó gekozen is, dat ik het kwaad kan weren. Ook ben ik uitgesneden als ornament aan koorbanken en koorhekken. Aan de buitenzijde van de kerk ben ik vaak nabij een ingang te vinden, zodat ik de boze geesten kan weghouden.
Vanaf de renaissance verschijn ik ook aan seculiere gebouwen en huizen. Het hoeft daarom niet te verbazen dat mijn verschijning in de tweede helft van de 19e eeuw, de tijd van de neo-stijlen, een nieuwe bloeiperiode doormaakt. Na de eerste wereldoorlog verdwijn ik geleidelijk uit beeld. Op dit moment ben ik bezig met een langzame terugkeer als symbool voor duurzaamheid. Ik herinner de mensen eraan dat er zuinig omgegaan moet worden de natuur.
verschijningsvormen
Mensen hebben allerlei benamingen voor mij bedacht: tête feuillu, mascaronne, masque feuille of Acanthusman. Voor mij volstaat Groene Man. Afbeeldingen van mij laten allerlei variaties zijn:
een gezicht opgebouwd uit bladeren
een gezicht omkranst met bladeren
een gezicht waar bladeren uit de mond groeien
een gezicht waar bladeren uit ogen en oren groeien
allerlei combinaties van deze afbeeldingen zijn ook mogelijk.
Man en heel soms vrouw
De Groene man is -zoals de naam zegt- vrijwel altijd een man. Een Groene vrouw is hoogst zeldzaam (z.z.). Dit in grote tegenstelling tot het Takkewijf.
Groene man en Wildeman
Verwar mij, Groene man, niet met de Wildeman. Een Wildeman staat voor de ongetemde krachten van de natuur. Hij is dan ook agressief en wil zijn kracht regelmatig testen in een gevecht. Als de Wildeman boos is, trekt hij links en rechts boompjes uit de grond en verwoest alles op zijn pad. De Wildeman is een voorbeeld voor de mensen hoe zij NIET moeten leven.
In de middeleeuwen stond de Wildeman voor waanzinnig zijn. De Bijbelse koning Nebukadnezar werd waanzinnig en leefde zeven jaar als een dier. De beroemde middeleeuwse ridders Lancelot, Yvain en Tristan ondergingen het zelfde lot. Zij liepen in razernij het bos in, leefden naakt tussen de dieren en aten hun voedsel rauw. De bekende tovenaar Merlijn uit de verhalen over koning Arthur was voorheen ook een Wildeman. Vaak is een periode als Wildeman nodig om tot wijsheid te komen.
foto onder: voor ons project troffen wij een altijd blije en tamelijk relaxte Groene man
© cultuurZIEN 2025