Natuur in architectuur,
de stad als een tuin
de stad als een tuin
Tijdens een korte wandeling door de Kamper binnenstad op zaterdag 6 september zag men het volgende:
startpunt Hellemanplein aan de Ijsselkade:
Wanneer je door een stad wandelt en let op de florale ornamenten, dan blijk een binnenstad een soort versteende tuin te zijn. Een veel gebruikt motief is Acanthusblad, hoewel niet helemaal zeker is of Acanthus de inspiratiebron was. Ook wijnranken, klimop, Irissen en waterlelies (foto boven) zijn goed herkenbaar.
Bouwen gebeurde voorheen vanuit houten materialen. Dat was nogal brandgevaarlijk. In een stad als Kpn werd met allerlei subsidies al vroeg de verstening ingezet. Hierdoor is er niets meer over van de oorspronkelijke houtbouw. Een enkele keer komt er nog een stukje te voorschijn, op afbeelding of in werkelijkheid. Op de tekening rechts van Oudestraat 58 uit ca. 1860 is de pui van het buurhuis (meest links) nog in houtbouw.
Aan stenen architectuur werden florale motieven als decoratie gebruikt. Dat zal in de 16e en 17e eeuw nog een diepere betekenis hebben gehad. In de 18e en 19e eeuw ontstaat er een hoos aan gegoten stuc-ornamenten. Toen zal de keuze voor bepaald ornament vooral een kwestie van smaak zijn geweest.
Ijsselkade 53/54 (fotos hieronder):
Deze bebouwing dateert uit 1895 en is ontworpen o.l.v de 1e directeur van gemeentewerken in Kampen: Karel Vidal de Saint Germain.
Acanthusblad aan de steunen onder de dakgoot (foto midden, ook om de hoek in de Marktgang), aan de consoles van het balkon en in de sgraffito boven de ramen. Links i.c.m antieke vazen, griffioenen overal. Een griffioen -een combinatie van een leeuw (de koning der landdieren) met een adelaar (de koning van de dieren in de lucht)- is de ultieme koning der dieren. Let ook even op de bijzondere vorm van de dakkapellen. Sgraffito is een techniek, waarbij meerdere lagen verf, pleister of klei over elkaar worden gezet. Door in de bovenste lagen een afbeelding te krassen, worden de kleuren in de lage eronder weer zichtbaar.
Oudestraat 162, herberg het Wapen van Campen, ca 1350: houtskeletbouw
Bouwen begon in hout. Pas later werd overgestapt op steen. Een soort tussenfase is de houtskeletbouw: houten frames opgevuld met leem of steen. Het is zeker dat houtskeletbouw in Kampen aanwezig moet zijn geweest. Zeer recent (2023) werd eindelijk een voorbeeld teruggevonden in Oudestraat 162. De wand is rond 1484 geplaatst in de sael (de grote ontvangstruimte) op de 1e verdieping, ruim een eeuw na de bouw van het pand. Waarschijnlijk om het pand te stabiliseren.
Oudestraat 158, Gotisch huis, ca 1500 (fotos hieronder)
Ook een pand met stabiliseringsproblemen, waardoor het al jaren niet betreden mag worden in afwachting van restauratie. Een gevel vol ornamentiek, met op iedere verdieping een waterlijst in acanthusblad, voorzien van dieren. De dieren hebben te maken met de naam van de heilige, waarvan de letters staan in medaillons in de vensterbogen boven de ramen. Op de 2e verdieping is dat Johannes (de doper), zijn hoofd is in het midden van de waterlijst zichtbaar (foto links); op de 1e verdieping Maria, gesymboliseerd door een roos in het midden (foto rechts) en op de b.g.g. Jezus, met in het midden een druiventros als symbool (foto midden). Samen vertegenwoordigen zij de drie centrale personages bij de Kruisiging en verwijzen zij naar het Laatste Oordeel. De bouwheer van het Gotisch huis was schepen van Kampen. Vanuit deze functie moest hij ook rechtspreken en was hij zich ervan bewust dat over zijn functioneren later het ultieme oordeel gesproken zou worden.
Volgens de Flora Campensis 1849 werden in de stad ''korstmossen op oude stenen'' aangetroffen. Op het Gotisch huis zijn in ieder geval nog korstmossen aanwezig.
Oudestraat 154, Groeneman (foto's hieronder)
Een bebaarde mannenkop omgeven door een krans van groen is een voorbeeld van een ''groene man''. In heidense tijden vertegenwoordigde de groene man een natuurkracht, die in het vroege voorjaar geofferd werd om de natuur opnieuw te laten ontluiken. Dat ging de christenen te ver en de groene man werd ingeruild voor een symbolisch offer om de groei en vruchtbaarheid van het gewas en het vee te bevorderen. Tegenwoordig kennen we dit nog als kerkelijke biddag voor gewas (en arbeid) op de tweede woensdag van maart. De groene man wordt vaak voor Christus aangezien, de overeenkomsten zijn ook groot. Opvallend is in deze gevel de tweede steen met een zon (= Christus) omringt door een krans van rozen (= Maria)
Fre Helleman werd op Oudestraat 154 geboren en vertelt het volgende over de gevel:
''de gevel van nr 154 is door de voorganger van mijn vader opnieuw opgetrokken, de oude gevel leek wel wat op de gevel van 152 (foto hieronder links). De gevelstenen zijn toen teruggeplaatst. De mannenkop zat oorspronkelijke hoog aan de gevel. Het kan zomaar een kop zijn of een portret van de bouwheer. Dat is niet bekend. De zon zat onder het middelste raam van de 1e verdieping. Ongeveer 50 jaar geleden heb ik nog eens wat kleur aangebracht op de kop en de zon in het goud gezet.
In de kap zat vroeger oud hout, dat zou nog van de eerste IJsselbrug zijn, maar dat is allemaal weg. In de woonkamer zijn muurnissen, waarvan de eerste romaans en de tweede gotisch van vorm is. Dat is wel bijzonder''.
Oudestraat 139, waar ooit de stadsarchitect in een muurwoning woonde (foto hieronder):
Na de huizen aan de Ijsselkade is Oudestraat 139 met zijn eclectische gevel duidelijk herkenbaar als een ontwerp uit de tijd van Vidal de St. Germain. In de rondbogen boven de ramen sgraffito van een vaas met bloeiende Irissen. Daartussen prachtig gesmede muurankers in de vorm van een bloem met bladeren.
Gasthuisstraat, ca 1900 vanaf de Oudestraat gezien:
rechts: eclectisch (= allerlei stijlen door elkaar), ca. 1890: met op nr. 8 Acanthus blad en de bloem van een lelie (foto rechts).
links: Jugendstil, ca. 1890, - het bekende hoekpand met de Oudestraat van architect G.B. Broekema
- nr 7 tussen raam en balkon een stucinvulling met een bloemenrank aan beide zijden van een diamantkop (foto hieronder)
- hoekpand met Nieuwe Markt: in stuc bloemenranken vanuit een soort hoorn (foto helemaal onder) en om de hoek een bloemenrank uit een schelp (foto rechtsonder)
Buitennieuwstraat 4, toegang Latijnse school (1631)
Van weer een geheel andere orde zijn de drie-dimensionale ranken in het hek van de trap voor de Latijnse School. De toegang werd ontworpen door Gerrit Lambertsz van Cuijlenburg, meestersteenhouwer van Hendrik de Keijser. Het hek zal door een plaatselijke smid gesmeed zijn (foto hieronder).
De stoep werd aan het einde van de 19e eeuw versmald. Waarschijnlijk werden toen de vrij grove muurankers van een bloem in acanthusblad geplaatst (foto rechts).
Nieuwe Markt en Burgwal:
School (1889) en Stadsgehoorzaal (1891) stammen uit de periode van hoofd gemeentewerken Karel Vidal de St. Germain. Zijn kinderen bezochten deze school. Beide panden zijn opgetrokken in een eclectische stijl. Heel herkenbaar is het sgraffito bij de ramen.
School: sgraffito in raambogen ingevuld met rankende druiven, aangevuld met druivenblad in muurankers (foto hieronder).
Stadsgehoorzaal: zeer rijk versierd met o.a. plantenmotieven op basement van de pilasters met o.a olojftakken (2 verschillende versieringen, foto's hieronder, linksboven), boven de ramen een ananasfantasie in stuc (foto rechtsboven), in de raamhoeken olijftakken in sgraffito (foto rechts midden).
Aan de voorzijde aan de Burgwal: in sgraffito een meander van acanthusblad met bloemen (veel overeenkomst met het sgraffito aan de school, foto helemaal onderaan), prachtige muurankers met waterlelies (foto linksonder), het timpaan opgevuld met rankende fantasieklimplant rond een schild voorstellende de Kamper kleuren (foto rechts onder). Let ook op de ronde dakkapel in medaillonlijst, overeenkomst in vorm met de Ijsselkade, hier met een kopje (foto midden onder).
Burgwal, Lutherse kerk
Op de foto hieronder is goed te zien hoe Vidal de St. Germain met de Stadsgehoorzaal een ''antwoord'' geeft op de klassieke verschijning van de Lutherse kerk uit 1847, ontworpen door zijn 19e eeuwse voorganger, stadsarchitect Nicolaas Plomp. In de Stadsgehoorzaal spiegelt hij het bouwvolumes van de Lutherse kerk met pastorie (rechts) en catechisatielokaal (links) aan de andere zijde van de Nieuwe Markt.
Het klassieke portaal van de Lutherse kerk in de Dorische bouworde toont als versiering versteende versies van onderdelen uit de klassieke houtbouw. Een aardig detail is dan dat grote delen van de zandsteenkleurige onderdelen hier ook niet meer zijn dan geverfd hout.
Vloeddijk, levensboom
Een enkele is nog bewaard gebleven: een gietijzeren levensboom in het bovenlicht boven een voordeur. Ze werden in de tweede helft van de 19e eeuw geproduceerd in ijzergieterijen, soms -zoals hier- inclusief hoekstukken. De boom kon aan de hoogte van het raam worden aangepast.
Een levensboom bracht geluk en voorspoed. Boven de voordeur geeft de boom dat aan iedereen die binnentreedt, vooral de bewoners zelf.
De boom is in veel culturen een symbool. Een boom verbindt de aarde met de hemel en staat voor de verbinding tussen generaties. Denk maar aan het woord stamboom.
Let ook even op de 19e eeuwse gegoten stuc-ornamenten aan de gevels van Vloeddijk 103 (links) en 101 (midden en rechts).
Broederweg
nr. 5: een prachtig gesneden houten venster in het een bovenlicht met .... ja, met wat eigenlijk? Een eikelvorm van acanthusblad?
nr. 7: een 17e eeuwse Hollandse trapgevel met gevelstenen van Bachus (links), god van de wijn en afgebeeld met druiventrossen, en Ceres, godin van de landbouw en afgebeeld met de oogst van pompoenen, wortelen en kolen. Gevelstenen en gevel woden toegeschreven aan Gerrit Lambertsz van Cuijlenburg.
De middelste gevelsteen was afgehakt. Over wat daar ooit te zien was, kan men speculeren en fantaseren. De huidige eigenaar liet het niet bij fantaseren, maar hakte eigenhandig een nieuwe gevelsteen. Daarin verwerkte hij de eerste letters van de namen van hemzelf en zijn vrouw. Zo ontstond het woord eaco, wat ons iets verteld over de kwaliteit van zijn producten. Op de gevelsteen weergegeven door een honingbij met korf (honing) en een sneeuwklokje (planten).
Burgwal
Terug op de Burgwal valt er weer veel te genieten van gegoten stuc-ornamenten boven ramen:
nr 81/80: Een 19e eeuwse gevel voor een -in de kern- 14e eeuws pand. Op de b.g.g. en 1e verdieping acanthusblad en een klokvormige bloem rond een schild (foto hieronder links). Op de 2e verdieping een druiventros. Op de consoles onder de dakgoot komen acanthusblad en druiventros weer terug (foto midden).
nr 79: een veel strakker en eenvoudiger ornament met een druivenblad links en rechts van het middendeel (foto rechts).
Ondertussen aan de Vloeddijk, aan de overzijde van de gracht, ook enkele hele fraaie stucornamenten:
nr 94: onder een schelpvorm en een klokje, met links en rechts acanthusblad, eindigend in een dennenkegel (foto hieronder links).
nr 93: een ananasvorm omgeven door acanthusblad en op de muur bloemrozetten (foto rechts)
Boven nieuwstraat 100, St. Joris en de draak
Een prachtige 17e eeuwse gevel in de trant van Hendrik de Keijser, de stadsarchitect van Amsterdam, en voorzien van een overdadige decoratie boven de ramen van de 1e verdieping. Uit horens van overvloed puilen vruchten, fruit en graan. Alsof Ceres uit de Broederweg hier recent langs is geweest. Dit keer uitgevoerd in zandsteen. Gevel, de overdadige oogstproducten en de gevelsteen met St. Joris en de draak worden toegeschreven aan Gerrit Lambertsz van Cuijlenburg, meesterknecht van Hendrick de Keijser.
Helaas al jaren geverfd in een monotoon getint-wit en bij iedere schilderbeurt weer van een nieuwe laag voorzien, waardoor details langzaam verdwijnen. Deze decoratie gaat pas ''spreken'' als er kleuren worden toegepast, zodat de passant de neiging krijgt om naar boven te klimmen en wat fruit of bloemen te plukken. Voor de liefhebbers van kleuren is hier een afbeelding van de rechterfoto om in te kleuren.
Via de Morrensteeg en langs de Stoomkoffiebranderij van Kannis & Gunnink naar de Oudestraat. Wat valt hier veel te genieten:
nr 58: stuc-ornament boven de ramen van de 1e verdiepeing. Vanuit een krullerig middendeel (een palmet) kronkelen acanthusbladeren, waaruit bloemen en fruit te voorschijnkomen.
nr. 88: de ramen op de 1e verdieping met pilasters eindigend in composietkapitelen met bloemen en bladeren. Daar boven een horizontale band met bloemrozetten (verg. Vloeddijk 93). De plantenversieringen van de kapitelen komt weer terug in de consoles onder de dakrand met grote acanthusbladeren.
nr. 97: fraaie stuc-ornamenten boven de venster van de b.g.g.. De middelste is een variatie op het ornament boven de ramen van Vloeddijk 94
nr 107: Boven de deur een raamomlijsting in Rococo (Lodewijk XV-stijl), een architectuurstijl uit het midden van de 18e eeuw. Veel aanzienlijke huizen in Kampen hebben nog enkele stijlkenmerken van de Rococo. Ook dit voorname huis.
Tussen de prachtige consoles met acanthusblad onder de dakgoot het jaartal 1764, ongetwijfeld het jaar waarin deze gevel werd opgetrokken voor een ouder pand.
Aan de overzijde van de Oudestraat, tussen St. Jacobstraat en Plantage, weer mooie stuc-ornamenten boven de ramen:
nr. 118: boven de ramen van de 1e verdieping een stuc-ornament dat herinnert aan Vloeddijk 94 en Oudestr 97, bij de 2e verdieping een eenvoudiger ornament en ook hier weer prachtige consoles met acanthusbald voor de dakgoot (hieronder foto links).
nr. 120: boven de ramen van de 1e verdieping een variantie op Vloeddijk 94 en Oudestraat 97, boven het raam van de 2e verdieping een nieuwe vorm (onder rechts).
nr 133: De herfst is ingevallen bij de lijstversiering rond de balkondeuren van het Nieuwe Raadhuis. Vanuit een middenstuk met acanthusblad ontspringen guirlandes van hulstblaadjes en eikeltjes, met op de hoeken zonnebloemen (foto hieronder links). Het restant van een veel overdadiger Rococo-entree, die de concurrentie met nr. 107 (foto rechts) makkelijk kon doorstaan. Stadsarchitect Nicolaas Plomp kreeg de opdracht voor het Nieuwe Raadhuis een strenge klassieke gevel te maken.
Ach ja, de composietkapitelen van de pilaren en de pilasters onder het balkon van het Nieuwe Raadhuis (foto boven helemaal rechts, boven). We zagen een variatie eerder op Oudestraat 88 (foto rechts onder).
eindpunt: De Botermarkt
nr. 21 onder een eenvoudige 19e eeuwse lijstgevel werd in 1904 een moderne Jugendstil winkelpui geplaatst. Het ontwerp was van de bekende Kamper archiect G.B. Broekema i.o.v. mej. W. Meijer. Te midden van fraaie tegels met bloeiende irissen uit de Amsterdamse plateelfabriek De Distel en sierlijke plantenmotieven gesneden in hardsteen, troont -als sluitsteen van de boog boven de etalageruit- een gestileerde groene man.
tot slot: het Paradijs
nr 25. Wie enkele stappen verder doet, belandt op de hoek van de Broederstraat en Boven Nieuwstraat in de tuin der tuinen: het paradijs.
Ontwerp van huis en gevelstenen wordt opnieuw toegeschreven aan Gerrit Lambertsz van Cuijlenburg. Deze afbeelding van het paradijs op een gevelsteen komt in verschillende steden voor. De voorstelling is gebaseerd op een gravure van Jan Saenredam.
© cultuurZIEN 2025