BRUTUS is een project van de Universitaire Associatie Brussel waarbij studenten uit het hoger onderwijs (EhB en VUB) ingezet worden om leerlingen uit middelbare scholen te begeleiden in het leerproces voor een bepaald vak. Dit kan gaan van huiswerkbegeleiding, leren leren of het herhalen van leerstof. Het project biedt enorm veel voor leerlingen die vinden dat ze wel wat hulp kunnen gebruiken. Leerkrachten die vinden dat één van hun leerlingen wel eens zo een BRUTUS-les zou moeten bijwonen kunnen dat ook. Het kan dus zowel verplicht als op eigen initiatief zijn dat leerlingen aan dit project mee doen. De sterktes van dit project zijn dat leerlingen er gebruik van kunnen maken om hun punten te zien stijgen maar beginnende leerkrachten kunnen hier ook enorm veel uit leren. Het is eigenlijk een perfecte kans om te weten te komen wat je sterktes en zwaktes zijn zowel voor leerlingen als beginnende leerkrachten. Het is dus een mooie samenwerking waar het leren centraal staat. Het voordeel van dit project is dat je veel vrijer bent in de manier waarop je de leerstof herbekijks of de leerlingen iets probeert bij te brengen. Op het einde van de dag is het enige dat belangrijk is dat de leerlingen er effectief iets aan hadden. Wat belangrijk is is dat het leren versterkt wordt, dat de motivatie omhoog gaat en dat die ervaring op zich leerrijk maar ook leuk kan zijn. Dat het voor de leerlingen duidelijk wordt dat leren leuk kan zijn.

Voor het tutorproject werden er studenten gerekruteerd die dienen als begeleider bij het tutorlezen van de Scholengroep Brussel. Ik heb leerlingen ondersteuning geboden bij hun leerproces. De leerlingen krijgen deze begeleiding omdat ze vaak oefenkansen missen in het Nederlands. Deze tutorstage loop ik in de Toverfluit te Sint-Jans-Molenbeek. In deze school kan je terecht voor diverse studierichtingen in alle graden en onderwijsvormen. De school heeft twee locaties, namelijk een ‘school for business’ te Molenbeek, een andere voor opleiding binnen de verzorgingssector te Anderlecht.

Tijdens de leessessies kregen de leerlingen een oefenvorm rond een vrij thema en een opgelegd thema. Voor de vrije thema’s heb ik me gebaseerd op hun schrijfopstel dat ze in het begin van het schooljaar moesten maken. In dit opstel schrijven de leerlingen hun hobby’s en voorkeuren neer. Het leek me interessant teksten te zoeken rond hun interesses om hen zo gemotiveerd te maken.

Er zijn veel verschillende thema’s aan bod gekomen zoals sport, koken, vakantie, Disneyland, etc. Mijn leerlingen vonden het vooral leuk om in competitievorm te werken waardoor deze ook vaak naar voor kwam.

‘There’s no such thing as good writing. Only good rewriting.’

Deze quote van de Engelse schrijver Robert Graves vat het uitgangspunt van het Schrijfcoaching-project perfect samen. Het project helpt leerlingen bij het verbeteren van hun schrijfvaardigheid via functionele schrijftaken en coaching op maat. Onder leiding van pedagogisch begeleider Frank Delaere, taalcoördinator Kaat Cockx en leerkracht Nederlands Jasmina Sans gingen studenten Carolien Moons, Lisa Van Herck, Melissa Van Lindt en Ernst Verbeek als schrijfcoaches aan de slag in het Atheneum Go! for Business in Molenbeek. De schrijfcoaches begeleidden elk een groepje leerlingen uit het vierde jaar Economie-Moderne Talen. Het programma was opgebouwd volgens het blended learning-principe. Concreet ging het om een mix van begeleiding op afstand (via Smartschool) en contactmomenten. Tijdens de les Nederlands maakten de leerlingen schrijftaken die ze uploadden op Smartschool. Er werd bijzondere aandacht besteed aan de functionele aard van de taken: de onderwerpen moesten zo goed mogelijk aansluiten bij de vaardigheden die de leerlingen nodig hebben in het dagelijkse leven. Vervolgens verbeterden de coaches de taken aan de hand van een kleurencode en gerichte kanttekeningen. De leerlingen kregen nadien de kans om hun tekst te herschrijven aan de hand van de feedback. Tijdens de contactmomenten gingen de coaches aan de slag met oefeningen die aangepast waren aan de specifieke schrijfproblemen van de leerlingen. Ook hier werd steeds rekening gehouden met functionaliteit: de oefeningen waren inductief, doelgericht en ingebed in een levensechte context. In totaal werden er vijf contactmomenten georganiseerd en maakten de leerlingen vier schrijftaken.

Mijn tutee zit in het 5de middelbaar (Humane Wetenschappen). Samen met mijn mentor heb ik mijn tutee de afgelopen maanden begeleid tijdens de lessen Lichamelijke Opvoeding. Mijn tutee leidt aan spatiale diplegie cerebrale parese waardoor hij motorisch beperkt wordt. Hij fuctioneert volledig autonoom, wordt niet begeleid door een buddy of iets dergelijks. Aan de hand van de redelijke aanpassingen die ik uitwerkte, gebaseerd op verschillende principes, trachten we hem te includeren in de les, met succes.

In kader van mijn verbredende oefenstage werd ik als tutor tijdens de lessen Lichamelijke Opvoeding ingeschakeld om ondersteuning te bieden aan een tutee met een bepaalde leer- of gedragsstoornis, resulterend in een voor hem moeilijker leerproces. Het doel was enerzijds om een band te ontwikkelen met de leerling door meer te weten te komen over zijn interesses tijdens en buiten de lessen LO en anderzijds om de gehele omkadering van de school in kaart te brengen. Gaande van welke maatregelen genomen worden om de ontwikkeling van de leerling te stimuleren alsook kennis te maken met de personen door wie hij begeleid wordt.

Het project zelf verliep tijdens het 2^e semester in het Koninklijk Atheneum Vilvoorde, grotendeels tijdens de les van de betreffende tutee maar ook deels daarbuiten. De leerling in kwestie is een jongen uit de tweede graad die kampt met een ontwikkelingsstoornis namelijk ASS. De grootste kenmerken hieromtrent omvatten problemen op gebied van sociale en communicatieve ontwikkeling. Een doel hierbij was dan ook om na te gaan hoe deze leerling gemakkelijk geïncludeerd kon worden in de les.