In zijn vroege jaren schilderde en tekende mijn vader hoofdzakelijk naturalistisch, onderwerpen waren voornamelijk stillevens en landschappen. Blijkbaar was dat de gangbare stijl die werd gedoceerd op de academie. Het valt me op dat er vrijwel geen spoor van beïnvloeding door impressionistische, neo-realistsche of kubistische stromingen te bekennen valt, hoewel die in die tijd toch al opgang maakten. In Nederland waren Mondriaan, Willink e.a., en daarbuiten uiteraard Picasso, Braque, Dali en anderen hem ver voor.
Ook een aantal tekeningen uit zijn Amsterdamse tijd van oude huizen rondom de ronde Lutherse kerk bevestigen dat beeld.
De voorwerpen op de stillevens zijn veelal antieke beeldjes en oude boeken waarvan ik er nu nog een aantal bezit; in de landschappen spelen oude boerderijen een belangrijke rol. Ook de uiterwaarden van de grote rivieren vormden een bron van inspiratie. Slechts bij hoge uitzondering zijn er personen in de landschappen te zien. Hij schilderde wel een aantal zelfportretten alsmede een portret van mijzelf, waar ik nogal stijfjes op een stoel zit.
tekening oude huizen in Amsterdam
Schilderij , stilleven, in bezit van R. Dieperink- van der Veer, Wesepe
ets droogbloemen
Later (ik meen omstreeks 1950) valt een vrij abrupte omslag in het karakter van zijn werk op, van traditioneel naturalistisch naar een meer fantasievolle, avontuurlijke en frivole richting: aanvankelijk vooral in de vorm van gestileerde gezichten of maskers, een thema waar hij heel veel op terugkwam met kleine variaties. Een kennis van mijn vader heeft me verteld dat mijn vader zich daarbij ondermeer is geïnspireerd door de maskers tentoongesteld in het voormalige Tropenmuseum in Amsterdam. Later ging hij zich ook richten op meer abstracte voorstellingen van gestapelde geometrische objecten, zoals ook blijkt uit het bijgevoegde foto overzicht. Maar op vakantiereizen hield hij ook een grote ambitie voor het tekenen van landschappen en daarin gesitueerde dorpen. Ik beschouw het niet als baanbrekende nieuwe kunst, maar meer het spelen met kleur en vormgeving van een thema dat hem blijkbaar bekoorde.
Wel heel indrukwekkend dat je zo'n omslag maakt.
tekening diverse maskers, in bezit van Joop van Mildert
Maar op latere reizen naar Frankrijk bleef hij bij zijn passie, impressies van landschappen en dorpen vastleggen
Tekeningen; diverse landschappen in Frankrijk
links schilderij dorpsstraat , rechts voorbeeld tekening
Een bijzonder werk is de fantasievolle bruiloftscene
Clowneske bruiloft, Schilderij in bezit van J. van Mildred
Ik heb geen goed idee in hoeverre hij is geïnspireerd door collega-kunstenaars en ik kan me niet herinneren dat hij zich daarover heeft uitgelaten. Hoewel hij uiteraard kennis nam van nieuwe stromingen zoals het expressionisme, surrealisme, en in Nederland van het "magisch realisme" van Willink en buurtgenoot Pyke Koch, het werk van de Ploeg groep, e.a., lijkt hij geen directe band ontwikkeld te hebben met deze stromingen. Ikzelf bespeur in sommige latere tekeningen wel enige verwantschap met het werk van Léger. Duidelijk is wel dat zijn interesse niet uitging naar het aan de man brengen van zijn werk. Hoewel hij lid was van het Utrechtse genootschap Kunstliefde heeft hij voor zover ik weet zelden meegedaan aan tentoonstellingen. De enige vermelding van een deelname aan een expositie die ik heb kunnen vinden was die aan “Onze kunst van heden” in het Rijksmuseum in 1939.
Ik herinner me ook niet dat hij regelmatige contacten had met collegaschilders, behalve met de graficus en kunstschilder Dick van Luijn (1896-1981) die een paar huizen verderop woonde op Oudegracht 381 en misschien ook met de graficus Theo Beerendonk (1905-1977) van wie ik ook nog een ets uit vaders bezit heb gekregen.
Achteraf verbaas ik me erover dat hij zich tegenover zijn omgeving weinig heeft uitgelaten over zijn diepere drijfveren en inspiratiebronnen. Ik kan me ook niet herinneren dat hij mij of Martie heeft gestimuleerd artistieke talenten te ontwikkelen. Wat bij mij wel aansloeg waren sommige meer technische aspecten. Heel interessant vond ik bijvoorbeeld zijn aantekeningenboek van de Academie over de techniek van tekenen in perspectief, dat hij me liet zien en toelichtte. Ikzelf heb me ook wel eens gewaagd aan het maken van etsen, maar op dat moment was ik in zekere zin meer geboeid door de techniek van het procedé dan door het artistieke resultaat..
Terugkijkend denk ik dat de transitie van behoudend naar meer avontuurlijk werk verband hield met een bredere omslag in de artistieke kanten van zijn persoonlijkheid. Ik herinner me dat op een gegeven moment in huis alle sombere bruine verf op deuren en plinten overgeschilderd moest worden in een (toen modernere) witte kleur; en ook de donkere lak op een dressoir vervangen door een lichtere. In dezelfde tijd kocht hij, naast de piano waarop hij regelmatig speelde, ook een klavecimbel waarvoor in die tijd de belangstelling toenam. Uiteindelijk speelde hij hier niet zoveel op omdat die snel ontstemd raakte.
lees verder [etsen]
Dit was een beperkte selectie . Een volledig overzicht van zijn werk is te vinden op https://sites.google.com/view/agdieperink-overzicht/home of
https://onedrive.live.com/?id=BA18CE86E0108767%212500&cid=BA18CE86E0108767 (selecteer onder opties " foto")