Zoals reeds opgemerkt van zijn kunstenaarsinkomen (als dat er al was) kon mijn vader geen gezin onderhouden. Hij koos daarom daarnaast voor baan in het onderwijs, tekenleraar, eerst aan een mulo (nu MAVO), later (1947 tot aan zijn pensioen in 1966) was hij (part time) docent tekenen aan de hervormde Jan van Nassau kweekschool voor onderwijzers (nu PABO genoemd) aan de Maliesingel in Utrecht. Ik heb de indruk dat hij het daar nogal naar zijn zin had, vooral plezierige contacten met zijn collega's deden hem genoegen. Behalve tekenen doceerde hij samen met van Hees sr het vak KUMA, kunst- en maatschappijleer. De docenten kwamen regelmatig thuis bij elkaar om verjaardagen te vieren Hieronder een foto gemaakt in de lerarenkamer van de school. Directeur was R. van Kooij, diens zoon Karel was een klasgenoot van mij, en heb ik nog incidenteel contact mee.
Mijn zus herinnert zich dat onze vader ook in die tijd lid was van een onderwijsinspectiecommissie, die een omslag heeft helpen bewerkstelligen in het tekenonderwijs bij lagere scholen in Utrecht, n.l van "natekenen" als uitgangspunt naar “vrije expressie”; ze meent dat zijzelf dat op de lagere school heeft meegemaakt, terwijl voor mij die omslag te laat kwam.
Zijn vrije tijd vulde hij grotendeels met tekenen en schilderen, ook tijdens vakanties gingen doeken, penselen en verf mee om vooral landschappen vast te leggen. Vakanties waren, tot ik ging studeren en uit huis vertrok (1958), beperkt tot het huren van huisjes (of schuren) in Nederland, eerst in Rhenen, later o.a. in Zelhem, Rockanje, Beekbergen, Cadzand, en Vaals; rond 1955 staken we voor de eerste keer de Duitse grens over, wandelend van Vaals naar Aken om daar onder meer de Dom, die ongeschonden uit de oorlog was gekomen, te bekijken.
Voor de klas van Jan van Nassaukweekschool
in de lerarenkamer van de Jan van Nassau kweekschool (1962)
zittend v.l.n.r. H. Muller, A. Vroom, A.G. Dieperink, J.A. van Vledder, R. van Kooij (directeur), J. van Nee, P. van Hees jr, mej J. H. van Luin. Mej J. Folkersma; staand vlnr P. van Hees sr. J. Staalenburg, J. Eggink en C. Brouwer.
Ik meen dat mijn ouders in 1960 hun 25 jaar huwelijk hebben gevierd met een diner in Doorn waarbij vele familieleden aanwezig waren. Na zijn pensionering in 1966 maakten mijn ouders nog diverse reizen naar Frankrijk in een Daf met een kleine caravan. Van elke reis kwam hij terug met een pak tekeningen met impressies van het franse platteland. In het jaar 1968 keerden ze daar vandaan hals-over-kop terug, vanwege de studentenprotesten en de daaropvolgende stakingen in dat land die onder meer leidden tot grote benzineschaarste.
Tussen 1969 en 1971 verbleef ik met mijn gezin in de Verenigde Staten. We hielden contact via brieven, en ook nam ik filmpjes op met mijn Fuji single-8 camera die we opstuurden. Mijn vader had een projector gekocht en toonde de films aan de familie, ook aan de ouders van Anneke. De kleinkinderen, Ineke en Peter, hadden wel zijn belangstelling, maar er ontstond geen bijzondere band. Hoewel, Ineke herinnert zich dat ze een tekenles van haar opa heeft gehad.
Een psychische inzinking van mijn zus Martie kon hij moeilijk mee om gaan..
Naast zijn tekenen legde hij zich meer en meer toe op fotograferen, later vooral in de vorm van dia's. Een hobby waar hij veel mee bezig was, was het verzamelen van fossielen. Begonnen met zoeken naar haaientanden en zeeëgels in zuid-limburgse mergelgroeven werd later uitgebreid met speuren in mijnafvalstortplaatsen naar plantafdrukken e.d. Ik bezit er nog een kleine collectie van.
In 1972 ging zijn gezondheid snel achteruit. In dat jaar overleed hij op 30-11 aan leukemie. Zijn kamer in het Diaconessenhuis in Utrecht, waar hij een paar weken verbleef , had hij aangekleed met een aantal eigen werken, en daar was hij ook tot het laatst toe aan het werk.
Volgens mijn zus heeft de huisarts een keer gesuggereerd dat de leukemie het gevolg zou kunnen zijn van het werken met (giftig) krijt tijdens de tekenlessen op school zonder goede ventilatie.
Mijn moeder is nog een tiental jaren op de oudegracht blijven wonen, in 1983 is ze verhuisd naar een twee-kamer appartement in een verzorgingstehuis in Tuindorp, in Utrecht. Zij heeft een aantal van mijn vaders tekeningen en etsen ondergebracht bij kunsthandelaren, maar voor zover ik weet zijn er slechts weinig verkocht. Ze is in 1999 overleden en begraven in Zeist. In 1987 hebben we haar 80ste verjaardag gevierd met een diner met familie en vrienden in Oud-Londen in Zeist en tien jaar later aan haar 90ste verjaardag in kleinere kring aandacht geschonken tijdens een lunch in het Oude Tolhuijs in Rhijnauwen, hier waren o.a. oom Jan, tante Greet en tante Jans nog aanwezig. Ze heeft in haar laatste jaar haar achterkleinkinderen William, Susan en Mariet nog op schoot gehad.
lees verder [stijl]