Uiteraard vormden de oorlogsjaren, 1940-1945, in toenemende mate een ingrijpende periode in het leven van mijn ouders, door gebrek aan vrijheid, later ook door voedseltekorten en het gevaar voor razzia's door de bezetter. Op een gegeven moment vormden ondermeer tulpenbollen een onderdeel van onze maaltijd. Wat wel heeft geholpen is dat mijn vader in de hongerwinter van '44-'45 in staat was bij boeren voedsel te krijgen in ruil voor kunstwerken. Daartoe ging hij op zijn fiets (met massieve banden, luchtbanden waren niet voorradig) ondermeer naar zijn familie in Terwolde, waarbij hij razzia's van de bezetters diende te vermijden.
Die razzia's kwamen regelmatig voor; ik herinner me dat een keer een Duitse soldaat aanbelde en ons huis inspecteerde op de aanwezigheid van “jonge mannen”; mijn vader was samen met een aantal buren op tijd getipt en had zich elders verborgen. De bezetters ronselden namelijk mannen (eind 1943 formeel tot de leeftijd van 40 jaar) om hen in te zetten in de oorlogseconomie in Duitland (Arbeitseinsatz). Om toch ouder over te komen dan hij was had hij op zijn persoonsbewijs zijn leeftijd laten verhogen, en zijn baard laten groeien.
In het laatste jaar was er ook een tekort aan kolen: voor verwarming diende een potkacheltje geplaatst boven op onze kolenhaard. Als er geen elektriciteit was diende een olielampje als verlichting, ook maakten we gebruik van een knijpkat met een lampje en ik geloof ook een fiets met dynamo. Mijn vader was een tamelijk verstokt roker (vooral pijp); in de oorlog (en daarna) verbouwde hij zijn eigen tabak (in mijn herinnering samen met broer Jan op een veldje aan de Steniaweg in Zeist, waar ook zijn moeder woonde).
Betrokkenheid bij de ontwikkelingen van de oorlog was er beslist; wat ik mij uit die tijd nog herinner was een landkaart van Europa waarop mijn ouders met markeringen het verloop van de oostelijke frontlinie (tussen de legers van Hitler en Stalin) volgden, die via (verboden) radionieuws tot hen kwam.
Vermeldenswaardig in dit verband is ook dat tijdens WII (of kort daarna) mijn vader recht had op extra voedselbonnen omdat werken met giftige dampen (afkomstig van salpeterzuur gebruikt bij het etsen) als een zwaar beroep werd beschouwd.
Zijn ouderlijk huis aan de Blauwburgwal 21 in Amsterdam (boven de banketbakkerij, zie foto op voorgaande pagina) werd op 11 mei 1940 door een bominslag geheel vernield (vermeld in stadsarchief Amsterdam) ; de bakkerij was al overgedaan en verhuurd (aan bakker Nollen), mijn opa was intussen overleden en mijn oma verhuisd naar Zeist. Het zorgde wel voor een financiële strop. (de verzekering keerde achteraf 8000 gulden uit)
Gezicht op de Vollersbrug; op de voorgrond de (voormalige) bierbrouwerij De Boog; op de achtergrond (midden) de Paus Adriaan school (1915, indertijd een katholieke meisjes ulo, tussen 1992 en 2008 een dependance van het christelijk gymnasium, nu appartementencomplex), daarnaast is de bovenetage van de bovenwoning 375bis zichtbaar. (ca 1968)
Van de gebeurtenissen rond 5 mei 1945 heb ikzelf een heel beperkte recollectie, daarom verwijs ik hier naar een dagboekverslag van 4 mei geschreven door een buurtbewoner. de schrijfster Ina Boudier-Bakker, woonachtig op de Oudegracht 333. (andere dagboeken in bijlage)
Gisteren weer Zweeds brood. We hebben nog een beetje boter gespaard van onze 125 gram, verleden donderdag. We zijn pessimistisch omtrent de toestand. Nu Berlijn is overgegeven, schijnt West-Nederland nog maar steeds zich niet over te geven - onbegrijpelijke toestand. Noorwegen vecht ook nog door. Ineens gejubel op de gracht. Overal vliegen de mensen uit hun huizen, hoewel het al negen uur is. Henri ook de straat op. Na een poosje hoor ik schieten overal in de omgeving. En Jo zegt: ‘Die Duitsers schieten links en rechts, alles vlucht in de huizen!’ - Ik ben doodsbang om Henri, die nog op straat is. Even later komt hij binnen gelukkig. Hij was met de heer van Baaren de gracht opgelopen, toen hij Duitsers op fietsen als dollen de Smeebrug af zag komen, schietende, de Smeestraat in - hij naar huis. Doodgelukkig slapen we in. Morgen eindelijk de verlossing. $
Een impressie van de intocht van de geallieerden en bevrijdingsfeesten in Utrecht is te vinden op de video https://vimeo.com/117613148.
Spoedig na de bevrijding gingen we met het gezin om aan te sterken een tijdje logeren bij vaders boerenfamilie, voornamelijk de kinderen van de zuster van zijn vader, Hendrika, die was gehuwd met Reindert Schrijver (hereboer in Terwolde). Ik herinner me dat we liften tot bij Deventer, waar we de IJssel konden oversteken via de oude schipbrug omdat de vaste brug, gebouwd in 1941, in de laatste weken van de oorlog was opgeblazen.
lees verder [na 1945]