De dag begint bewolkt door de mist. Het is erg koud ruim onder de tien graden en zijn blij dat we een warme sobe hebben. Voordat we gaan fietsen drinken we een nog een koffie bij de eigenares van de sobe. Hoewel we elkaars taal niet spreken kunnen we elkaar prima begrijpen, nema problema. Als we starten hebben we nog alle warme kleren aan maar al snel kunnen we deze wegbergen. De klim naar de Sedlo pas is prachtig en prima geasfalteerd. Vijf jaar geleden zat ik hier nog op een gehuurde mountainbike te ploeteren over grindwegen en door sneeuwvelden, nu fiets ik met een bepakte ligfiets fluitend omhoog. Zelfs een grote bus met Finnen rijdt naar boven en een Spaanse camper die we de hele dag tot Foča zullen ontmoeten. We maken vele foto en video's. De klim is niet al te lastig omdat je al op 1500m begint. Na de pas op 1908 m waar we om 11 uur arriveren is een korte afdaling naar 1700m om daarna weer naar 1880m te stijgen.
De andere kant van het Durmitor massief is iets minder ruig, veel grasvelden. We dalen niet af naar Trsa maar slaan eerder links af en dalen steil af naar het Piva (Pivsko Jezero) stuwmeer. Vanaf boven hebben we fantastisch mooie uitzichten op de diepe kloof en het azuurblauwe meer. Via een aantal korte onverlichte tunneltjes kronkelt de weg naar het meer. Omdat er tot aan Foča geen voorzieningen meer zijn klimmen we ongeveer een kilometer naar Pluzine. Hier zijn alle voorzieningen aanwezig en slaan we onze voorraden in. Om twee uur keren we terug naar het meer waar vele tientallen onverlichte tunnels moeten passeren. De langste is 420 m lang met een bocht dus daar heb je zeker verlichting nodig.
De weg gaat continu op en af en is zeker niet vlak. Bij Scepan Polje bereiken we de grens, een vervallen houten bruggetje over de Tara rivier. Ook is hier de eerste Raftcamp gelegen. Dit gedeelte van Bosnië-Herzegovina is een Servische entiteit, de Republika Srspka. Er volgen nog drie raft camps, waarbij de laatste erg groot is maar waar je een heel stuk naar de rivier moet afdalen. We verkiezen ervoor om door te fietsen naar Foča. Daar komen we net voor donker tegen zes uur aan. Foča is een grauwe industriestad en we verblijven in het centraal gelegen hotel Zelengora, een echt oostblokbunker. Voor 70 Bosnische Marken (36 euro) krijgen we een zeer ruime kamer met balkon waar we 's avonds ook ons eten kunnen koken.
Wat recente historie van Foča, wat e.e.a. in een ander perspectief plaatst:
In de gemeente Foča vonden zeer brutale oorlogsmisdaden plaats aan het begin van de Bosnische Oorlog. De politie van de zelf uitgeroepen Servische Republiek van Radovan Karadzic, gesteund door het Joegoslavische leger onder leiding van Slobodan Milosevic, viel Foca aan in april 1992. De stad brandde uit voor de ogen van de televisiecamera's.
In de dagen die volgden werden mensen uit de burgerbevolking opgesloten in kampen, gemarteld, gemoord en verkracht. Ook de naam van het stadje werd veranderd in Srbinje. Vandaag is het stadje bijna volledig etnisch Servisch.
In een rapport van Human Rights Watch uit Juli 1998 werd Foca "A Closed, Dark Place" genoemd.
Sommige oorlogsmisdadigers uit Foča zijn ondertussen berecht door het Joegoslavië Tribunaal in Den Haag en het Hof van Bosnië en Herzegovina in Sarajevo.
Nog meer informatie over met name hotel Zelengora, wat een vluchtelingenkamp blijkt te zijn:
http://www.hrw.org/reports98/foca/
Hotel: Zelengora, 36 euro