De Amerikaanse Van der Schui(j)ten

De Amerikaanse Van der Schui(j)ten

English translation door

J.J. van der Schuit en A. van de Ruit

Tot midden 19e eeuw bleven de Werkendamse Van der Schui(j)ten trouw aan hun geboortegrond. Hierna begon men uit te waaieren over de dorpen en steden rondom Werkendam en De Werken. Enkelen namen echter grotere stappen en vertrokken naar andere continenten.

Als eerste verkoos Willem Frederik (1827) in 1860 om naar Zuid-Afrika te emigreren en overleed in 1890 te Johannesburg. Zijn twee dochters keerden daarna terug naar Nederland. De trek naar Nederlandsch-Indië was echter favoriet en meerdere Van der Schui(j)ten vertrokken naar dit voormalige overzeese gebiedsdeel.

Een aantal Van der Schui(j)ten verkoos echter de Verenigde Staten als hun land van de toekomst.

Van de "Rutger-tak" was dat Barend Otto (1873). die in 1900 de stap waagde en van de "Abraham-tak" waren dat Hendrik (1851) en Gerrit (1856), die in 1867 door hun moeder Pietertje Visser werden meegenomen naar "het land van de onbegrensde mogelijkheden".

In 1959 emigreerde Marinus Wilhelm (1933) naar de Verenigde Staten, nadat hij een jaar eerder uit Indonesië was teruggekomen. Hij overleed in 2010 in Orange, Californië.

Pietertje Visser (1827-1904)

Pietertje Visser, de weduwe van Gerrit van der Schuijt (1826-1856), was sinds november 1858 hertrouwd met ene Wouter Jan van Zantwijk, die in mei 1865 alleen naar Bleskensgraaf verhuisde. In april 1867 vertrok Pietertje met haar twee zonen Hendrik en Gerrit van Rotterdam via Hull naar Liverpool, waar zij aan boord gingen van het s.s. "England", om op 18 mei in New York te arriveren.

Zij vestigden zich in Greenpoint, het 17th district van Brooklyn. Na korte tijd verhuisden ze naar het 14th district en in 1870 naar het 16th district.

In 1883 werd het huwelijk tussen Pietertje Visser en Wouter Jan van Zantwijk door de rechtbank te Rotterdam ontbonden op grond van kwaadwillige verlating door Pietertje Visser gepleegd.

Pietertje Visser komen we vervolgens tegen als de weduwe van Peternelle Dircks (census 1880) en zijn overlijdt in 1904 onder de naam Petertje Dirckx.

Hendrik van der Schuijt (1851-1910)

Zoon Hendrik werd in New York monteur en oliehandelaar en trouwde in 1872 met Catherine Caroline Hoffman(n). Het stel kreeg vier kinderen.

De zich intussen Henry Vander Schuyt noemende werd op 16 oktober 1876 door het County Court van Kings County, City of Brooklyn, genaturaliseerd tot Amerikaans staatsburger.

Hij kwam na zijn aankomst in Brooklyn in 1867 als monteur in dienst van de Pratt Oil Manufacturing Company, waar hij acht jaar in dienst bleef. In 1875 ging hij zich bezighouden met de oliehandel met een opslagplaats en pakhuizen op 18, Stagg Street in het 16th district, waar hij het middelpunt van een succesvolle handelsonderneming vestigde.

In 1879 verhuisde hij de onderneming naar 161, Throop Avenue in het 21th district. In 1896 vestigde hij het bedrijf op 178, Throop Avenue en werd er onder zijn persoonlijke leiding een afdeling woninginrichting aan toegevoegd. Zijn oudste zoon Henry ( 1879-1931) nam in 1896 de leiding en het beheer op zich van de oliehandel.

Henry Vanderschuyt was in sociaal opzicht een vooraanstaand persoon. Hij was in Brooklyn lid van Fort Greene Lodge, Independent Order of Odd Fellows en van Kades Encampment. Hij bezat ook muzikale bekwaamheid en was lid van de Richard Wagner Quartet Club. Henry Vanderschuyt verwierf de vereerde Amerikaanse titel van “self-made-man” voor al zijn prestaties.

Het echtpaar Vanderschuyt kregen één dochter en drie zoons. Henry en Catherine overleden beiden in Brooklyn, respectievelijk in 1910 en 1940. Bron: History of Long Island, blz. 365 en 366.

Gerrit van der Schuijt (1856-1908)

Pietertje’s zoon Gerrit werd verzekeringsagent en wordt ook wel vermeld als George èn Garret van der Schuyt. In 1880 werd hij door het County Court van Kings County, New York werd genaturaliseerd tot Amerikaans staatsburger. Gerrit trouwde 15 maart 1885 in Kings County, New York met Elizabeth Rose. Het gezin kreeg negen kinderen, t.w. vijf zoons en vier dochters en woonde in 1900 en 1905 op het adres 21, Ward, Kings County, New York. (U.S. Census 1900 en 1905)



English translation