Vorige les heb je gezien wat een Arduino is en hebben we e basis van elektriciteit opgefrist. Je weet: kortsluiting zit in een klein hoekje. Als dat gebeurt, kan een Arduino of sensor kapotgaan. Daarom testen we eerst veilig in een simulator voordat we het echt gaan bouwen.
Wat is een simulator?
Een simulator is een nepwerkbank op je scherm. Je sleept onderdelen, verbindt draadjes en voert code uit. Alles werkt alsof het echt is, maar niets kan stuk.
 Wij gebruiken WOKWI. Daarmee kun je:
Onderdelen plaatsen en verbinden
Code schrijven en uitvoeren
Fouten zoeken zonder risico
De simulator openen
Klik op de volgende link om de simulator te openen: https://wokwi.com/projects/new/arduino-nano
Je krijgt nu het scherm links te zien
Links zie je een veld voor de code / rechts zie je de Arduino NANO.
De code laten we nog even met rust. We gaan eerst de onderdelen aansluiten. In ons voorbeeld gaan we een LED-lampje laten knipperen.
Componenten toevoegen
Met het blauwe plusje kun je componenten toevoegen.
Klik op het blauwe plusje
Je krijgt nu een hele lijst met componenten.
We beginnen met het toevoegen van het breadboard.
Typ in de zoekbalk breadboard en voeg het FULL breadboard toe
Je ziet dat het breadboard wordt geplaatst.
De Arduino NANO heeft aan de onderkant allemaal pinnetjes. Deze pinnetjes noemen we headers
Het breadboard is zo ontwikkeld dat deze pinnetjes precies overeenkomen met de gaatjes in het breadboard.
Plaats de Arduino helemaal naar links. en zorg dat de bovenste rij pinnetjes op Rij D van het breadbord zit 
en de onderste rij pinnetjes op rij H van het breadboard. (Zie bovenstaande afbeelding)
De Arduino NANO wordt van spanning voorzien door de USB-kabel. Om te zorgen dat de componenten (onderdelen) die we gaan aansluiten ook spanning krijgen, moeten we eerst jumpwires gebruiken om het breadboard van spanning te voorzien. Hiervoor hebben we een plus (rode kabel) en een min (zwarte kabel) nodig.
Om dit aan te sluiten maken we gebruik van de headers op de NANO. 
De NANO heeft aan twee kanten een GND-pin . dit is de MIN. 
Aan één kant heeft de NANO een VIN-pin ( dit staat voor Voltage In) dit is de plus.
In de afbeelding kun je zien waar deze pinnetjes zitten.
Als je op het gaatje van het breadboard onder de VIN klikt, kun je een draadje trekken. Deze gaan we nu naar de onderste plusrij aansluiten.
Als je dit gedaan hebt krijg je een groen draadje. We willen ons aanleren om altijd met de juiste kleuren te werken. Daarom klik je met de linkermuisknop één keer op het draadje wat we net hebben gemaakt. 
Nu kun je linksboven de juiste kleur kiezen.
zoals je in de vorige les hebt geleerd, heb je op je breadboard zowel boven als onder een plus- en een minrij.
Omdat alle draadjes dicht bij elkaar zitten en we graag overzichtelijk werken, sluiten we de min (GND) niet op de onderste, maar op de bovenste minrij aan.
Omdat de Arduino NANO twee GND pinnetjes heeft, gebruiken we niet het GND-pinnetje naast de VIN, maar de GND-pin aan de andere kant van de Arduino NANO.
Lukt het jou om zelf de Min met de goede kleur aan te sluiten?
Als je alles goed hebt aangesloten ziet je simulatie er nu uit zoals onderstaande afbeelding.
Nu we dit gedaan hebben gaan we een LED aansluiten.
hiervoor hebben we nodig:
een weerstand (220 Ω)
Een LED (in de simulator is het kromme pootje van de LED is de plus )
Voeg de componenten toe aan jouw werkveld met het blauwe plusje
let op! Het programma staat in het engels dus om een weerstand toe te voegen moet je zoeken naar : Resistor
als je het goed gedaan hebt heb je nu bovenstaand scherm
In de simulator moeten we ook aangeven hoeveel ohm de weerstand die we gebruiken heeft. Klik één keer op de weerstand en geef aan dat het een 220 Ω weerstand is.
Om te testen of je alles goed hebt aangesloten kun je nu op de groene playknop drukken in de simulatie. Als alles goed gaat, brandt het ledje.
Als alles gelukt is, kunnen we eindelijk gaan programmeren. We willen nu dat het LED-lampje gaat knipperen.
Om dit te doen moeten we eerst het kabeltje van de plusrij naar de LED verwijderen. je doet dit door het draadje aan te klikken en vervolgens op de Delete-toets te drukken. Hiervoor moet je eerst de simulatie stoppen door op de stopknop bovenin te klikken.
Als je alles goed gedaan hebt krijgen we onderstaande afbeelding.
Nu komt het leuke gedeelte: de code schrijven die je LED laat knipperen. Gebruik het codeveld in je simulator en neem de code hier links over:
Wat doet deze code?
VOID setup (bij de Micro:Bit heette dit "Bij opstarten")
Deze code wordt maar 1 keer uitgevoerd:
(void setup()): pinMode(6, OUTPUT);: Dit zegt de Arduino dat pin 6 een uitgang is.
VOID LOOP (bij de Micro:Bit heette dit "De hele tijd")
Deze code wordt steeds herhaald;
(void loop()): digitalWrite(6, HIGH);: Hiermee zet je pin 6 op hoog (aan), wat de LED doet oplichten.
delay(1000);: Dit stopt de code één seconde (1000 milliseconden) voordat de volgende regel wordt uitgevoerd.
digitalWrite(6, LOW);: Hiermee zet je pin 6 op laag (uit), waardoor de LED uitgaat.
delay(1000); Nogmaals, een pauze van een seconde.
Wat doen we nou eigenlijk?
we zetten eigenlijk de stroom van pinnetje 6 aan voor 1 seconde. dan uit voor 1 seconde . en dat blijven we herhalen. Hierdoor gaat het ledje knipperen.
Als je simulatie goed is goedgekeurd, mag je de materialen ophalen bij de docent en het circuit in het echt gaan bouwen.
Je gebruikt hiervoor de Arduino IDE.
Eenmalig moet je nog een paar instellingen doen – gebruik hiervoor de handleiding die in Classroom staat.