Er zijn maximaal 6 aanzichten die op een tekening kunnen staan. Hierbij worden speciale aanzichten niet meegerekend zoals doorsneden, isometrisch aanzicht etc. niet meegerekend.
De namen van de aanzichten zegt ook iets over de plaats van het aanzicht op de tekening.
In principe draaien alle aanzichten om het vooraanzicht, behalve het achteraanzicht.
Deze aanzichten noemen we:
Vooraanzicht (VA): Voorkant van het product. Dit aanzicht bevat de meeste informatie over de vorm van het product. Dit aanzicht staat vaak centraal op de tekening.
Bovenaanzicht (BA): Dit aanzicht staat boven het vooraanzicht.
Linkerzijaanzicht (LZA): Dit aanzicht staat links van het vooraanzicht.
Rechterzijaanzicht (RZA): Dit aanzicht staat rechts van het vooraanzicht.
Onderaanzicht (OA): Dit aanzicht staat onder het vooraanzicht.
Achteraanzicht (AA):Dit aanzicht mag op meerdere plaatsen staan op de tekening, meestal staat hij rechts van het rechterzijaanzicht.
Isometrisch aanzicht:
Bij een isometrisch aanzicht of isometrische projectie kijk je schuin van boven op het product (de 3D tekening vaak boven in het hoekje).
de hoeken bij deze projectie zijn altijd 120 graden.
Lijnsoort
Dikke lijnen: Omtrek product, kader, tekening ( contouren)
Dunne lijnen ( Maatlijnen, doorsnedelijnen)
Stippellijnen (Niet zichtbare lijnen)
Hartlijnen (Referentielijnen) ( geeft het midden van een object aan.
Een as of gat kan op verschillende manieren bemaat worden.
Een R is de afkorting van radius en dat is het zelfde als straal .
Het Ø-teken wil aangeven dat het element rond is. en geeft de diameter aan
Bij schroefdraad maten staat altijd een letter om aan te geven om welk type schroefdraad het gaat. bijvoorbeeld M3
Een schaalaanduiding wordt aangegeven als een verhouding: a : b ( a staat tot b ). Daarin is:
a: de maat op de tekening als je er een liniaal op legt (dus niet de maat die op de tekeningstaat).
b: de werkelijke maat van het fysieke product. Dit kun je gemakkelijk controleren met de maat die op de tekening staat, deze geeft de werkelijke maat aan.
Bijvoorbeeld: schaal is 1:5 dus 1mm is 5mm in werkelijkheid.