Nieuw personeel

Doel:

Verantwoordelijk:

Geëvalueerd:

We onderscheiden vier typen nieuwe medewerkers:

De nieuwe leraar
De nieuwe onderwijs/klassenassistent
De nieuwe conciërge/administratieve kracht
De nieuwe leidinggevende

De nieuwe medewerker doorloopt in het eerste jaar dat hij/zij op school is een introductie- en begeleidingsproces. Dit proces bestaat uit de volgende stappen:

De eerste 10 weken vormen de introductieperiode. Elke week voert de nieuwe medewerker daarin een gesprek met zijn/haar mentor (paralleltrekker, onderwijscoördinator, of speciaal daarvoor aangewezen collega).
Na 10 weken gaat de begeleidingsperiode van start. Als voorbereiding op een begeleidingsgesprek wordt door de direct-leidinggevende ( onderwijscoördinator of directielid) een klassenvisitatie afgenomen.
Op basis van het begeleidingsgesprek en de klassenvisitatie wordt een zogenaamde ODAT (ontwikkeling, doel, actie,tijdpad) voor de nieuwe medewerker opgesteld.
Het ODAT gaat eventueel na een jaar over in een Persoonlijk/professioneel OntwikkelingsPlan (POP).

De introductieperiode

De introductieperiode bestaat uit de eerste 10 weken. Elke week vindt een kort gesprek plaats met de mentor. Het doel van elk gesprek is: “Het op de hoogte brengen van”

Mogelijke thema’s zijn:

Introductie

Week 1: De groep en de groepsmap
Week 2: De onderwijskundige uitgangspunten (Dalton)
Week 3: De oudercontacten
Week 4: Het functioneren in de groep (organisatorische knelpunten)
Week 5: Leerlingen met speciale zorg
Week 6: De rol van de medewerker in het team
Week 7: Projecten, vieringen en incidentele taken
Week 8: Het functioneren in de groep
Week 9: ICT
Week 10: De rapporten en ouderavonden

De begeleidingsperiode

Week 11 en 12 van de inwerkperiode staan in het teken van het begeleidingsgesprek.
In week 11 wordt het begeleidingsgesprek voorbereid en een afspraak gemaakt voor een klassenvisitatie. In week 12 vindt de klassenvisitatie en het gesprek plaats.
Het begeleidingsgesprek vindt plaats met de direct-leidinggevende.
In het gesprek staan twee hoofdthema’s centraal: de organisatie en de nieuwe medewerker zelf. Er wordt gebruik gemaakt van de observatielijst “Klassenvisitatie”
ODAT (ontwikkeling, doel, actie, tijdpad) van de nieuwe leraar
In het ODAT beschrijft de nieuwe medewerker de onderdelen, waaraan hij/zij de rest van de inwerkperiode gaat werken en welke begeleiding hij/zij daarbij nodig heeft en krijgt.
Het halen van de ontwikkelingsdoelen uit het ODAT kan één van de criteria zijn om na een jaar te beoordelen of de nieuwe medewerker een vaste aanstelling krijgt.