Elke Bruggeling draagt het standbeeld van Jan Breydel en Pieter de Coninck op de Markt diep in zijn hart.
Jan Breydel en Pieter de Coninck, twee volkshelden van de Guldensporenslag in 1302, zijn tot ver buiten de Brugse grenzen bekend. Zij waren ook de helden in het boek "De Leeuw van Vlaanderen" (1838) van Hendrik Conscience. Het mag dus niet verwonderen dat de twee helden in 1887 op de Markt in Brugge met een standbeeld vereeuwigd werden.
Omstreeks 1300 (middeleeuwen) onderdrukten de rijke handelaars, verenigd in GILDEN, de AMBACHTSLUI in de Vlaamse steden. Zij waren niet alleen baas in de nijverheden, maar bestuurden ook de steden. De ambachten (het werkvolk) kwamen hiertegen in opstand. Tegelijkertijd had de Vlaamse graaf ruzie met de Franse koning over het bestuur van Vlaanderen. De Vlaamse graaf kreeg de steun van de ambachtslui.
Er ontstonden dus twee kampen: De Vlaamse graaf en de ambachten (werkvolk). Ze noemden zich de Klauwaarts. Daar tegenover stonden de Franse koning en de gilden (rijke mensen). Ze noemden zich de Leliaarts.
Tijdens een nachtelijke verrassingsaanval op 18 mei 1302 doodden de Bruggelingen (ambachtslui, Klauwaarts) enkele leden van het Franse leger. Deze verrassingsaanval noemen ze ook wel eens Brugse Metten. Dit konden de Fransen niet laten gebeuren. Op 11 juli 1302 stond het Franse leger tegenover het leger van de Vlamingen in Kortrijk. De Franse ridders verloren de slag. De Vlamingen wonnen de strijd. Omdat er veel gouden sporen achterbleven op het slagveld, noemde men die oorlog de GULDENSPORENSLAG. Nu is 11 juli de Vlaamse feestdag.
De Klauwaarts tegenover de Lelieaarts in de Guldensporenslag.
Gulde (gouden) sporen.
Omdat de Brugse Metten (en later de Guldensporenslag) zo succesvol waren, kon het niet lang duren of men schreef erover. Dat deed bijvoorbeeld Lodewijk van Velthem ook, in een kroniek (boek).
In die kroniek wordt de persoon Pieter de Coninck beschreven. Hij deed samen met leider Willem van Gulik een intrede in Brugge na de overwinning op de Fransen. Pieter de Coninck zelf was een wever, dus één van de ambachtslieden.
Buiten de kroniek schreef Hendrik Conscience, zowat vijf eeuwen later, het boek De Leeuw Van Vlaanderen. Hierin wordt naast Pieter de Coninck nog een andere figuur naar voren geschoven: Jan Breydel. Hij zou een slager zijn geweest, dus ook één van de ambachtslieden die meedeed aan het verzet tegen de Fransen.
Over de precieze rol van zowel Pieter de Coninck als Jan Breydel is echter maar zéér weinig geweten. Toch worden ze nu vaak gezien als de twee leiders van de ambachten en de Vlamingen die samen de Brugse Metten leidden. En zo mee zorgden voor de overwinning van de Vlamingen op de Fransen. Of dit in werkelijkheid zo gebeurd is, weten we echter niet.
Het standbeeld pronkt sinds 1887 op de Brugse Grote markt. Het voetstuk is van Louis Delacenserie, een Brugse architect. Het bronzen beeld van de twee volkshelden is echter het werk van Paul De Vigne, een Gents beeldhouwer.