m.s. Bali/PCXT

Maatschappij: Stoomvaart Maatschappij Nederland

    Gebouwd bij de R.D.M. Rotterdam, 9462 BRT, 12.070 DWT, snelheid 16 knopen, lengte 158,60 m., breedte 19,28 m., diepgang 10,81 m. Tijdens de bouw door de Duitsers in beslag genomen op 24-6-1942. Het casco ging op 22-5-1943 te water en werd in september 1944 door de Duitsers bij Dordrecht tot zinken gebracht. Ze werd gelicht op 17-7-1945, waarna ze werd afgebouwd door de R.D.M. Op 24-12-1947 was de afbouw gereed en werd ze door S.M.N. in dienst genomen. Na 1970 voer ze voor de Nederlandse Scheepvaart Unie. In 1971 verkocht naar Panama en herdoopt “Lucky Three”. In 1972 werd ze gesloopt te Kaohsiung op Taiwan.

Kustreis    

 24 april 1967 - 05 mei 1967 

Kustreis: Rotterdam – Hamburg – Antwerpen – Rotterdam

 Radio-installatie:
KG/MG-zender: Philips SMZ 32/33 ;     
Hoofdontv.: Marconi CR 300 ;   
Noodontv.: Philips H2L7U ; 
A.A.T.:  Marconi Seaguard                                              

    Van alle 13 schepen waarop ik heb gevaren, had dit schip de vreemdste plaats voor een radiostation. Het leek erop of men bij de bouw was vergeten een radiostation te plannen, want het meest leek het nog op een precies voor de schoorsteen neergezette container. Deze container was in tweeën gedeeld, een deel radiostation en een deel zit-/slaaphut. Aan weerszijden zaten twee deuren, waardoor men aan bakboord- en stuurboordzijde van het brugdek kwam. Een toilet en een douche bevonden zich een dek lager! Ik moest m’n slaapkamer uit, drie meter over het dek, een deur door, de trap af en ik kon naar het toilet. Dit overkwam me éénmaal ’s nachts; ik moest me gedeeltelijk aankleden om naar het toilet te kunnen.

    Het radiostation zelf was één brok antiek. Een knots van een (mij onbekende) zender met daaraan rood geschilderde antenneleidingen, die in het plafond verdwenen en naar het antenne dek boven op de “container” leidden. Eén ontvanger kwam me bekend voor, nl. de H2L7U noodontvanger,  dezelfde als op de “Wonosari”. De hoofdontvanger was de Marconi CR 300, evenals de zenders nieuw voor mij. Het geheel was een donker, mistroostig hok. Ik had echter één vrij modern apparaat tot mijn beschikking, dat weliswaar niet in de radiohut stond, maar waarover ik wel de supervisie had. Dat was de richtingzoeker, van het type dat ik ben vergeten. Natuurlijk gaf die bij het aanzetten de geest. Na een half uurtje had ik het apparaat weer aan de praat.

     Dit kustreisje staat in mijn geheugen gegrift als de reis waarop ik aan tafel in de messroom telkens weer huilend van het lachen met moeite mijn eten naar binnen kon krijgen. Tranen met tuiten  heb ik daar gelachen, hoofdzakelijk om een 3e wtk, die zó ontzettend slap kon lullen dat hij zijn eigen verhalen ging geloven. De 2e stuurman, de electriciën, de 2e wtk, 3e stuurman, de 3e wtk en ik zaten aan een ronde tafel; ’s middags in de éne samenstelling, ’s avonds weer in een andere, afhankelijk van de te lopen wachten. De 3e wtk kwam van Texel of Terschelling en beschikte over een onuitputtelijke hoeveelheid verhalen en moppen. Een ware verademing ten opzichte van de Ceres was het eten. De traditionele rijsttafel op de zondag ontbrak natuurlijk niet en was, zoals op alle SMN-schepen, weer van grote klasse, evenals de maaltijden op de overige dagen.

    De 2e stuurman bleek voorheen radio-officier te zijn geweest, die na enkele jaren varen terug naar de zeevaartschool was gegaan om in een enigszins andere richting verder te studeren. Alleen de kapitein, 2e stuurman en 3e wtk kan ik me nog vaag herinneren van deze korte kustreis. Een kustreis van zo’n 1½ week met een schip van een voor mij vreemde maatschappij was niet echt geschikt om goed kennis met de mensen aan boord te maken.

... die peilingen van Spraks zijn weer es waardeloos; als ik ze uitplot, komt de Euromast op luik drie terecht ...

  Net als op de vorige schepen verzorgde ik ook op de Bali een voetbalpool, ditmaal ter gelegenheid van een voetbalinterland. Ik maakte een zg. blinde pool en kon zo’n 25 opvarenden strikken voor een gulden per uitslag. Welke wedstrijd het was weet ik niet meer, maar de uitslag was 1-0 en na het verwijderen van het schutblad stond mijn naam achter die uitslag, zodat ik weer 24 gulden rijker was.

    Aan het begin van de reis kwam de kapitein regelmatig vragen of er al een PCAA-bericht (een bericht aan alle Nederlandse koopvaardijschepen) was ontvangen over de geboorte van kroonprins of –prinses. Wij namen aan dat zo’n gebeurtenis wel per PCAA zou worden verzonden, maar ik wachtte tevergeefs. De kapitein vroeg me of ik wel alle uitzendingen van Scheveningen Radio volgde om direct de betreffende PCAA te kunnen ontvangen. De man had wel erg weinig vertrouwen in me. Voor de zekerheid vroeg ik aan een ander Nederlands schip wat het nummer was van de laatst verzonden PCAA (je weet het maar nooit) en zodoende wist ik dat ik de serie compleet had.

    Ook nadat we op 27 april via de radio hoorden dat er die dag een kroonprins geboren was, is er nooit zo’n bericht verstuurd. De ouwe bleef maar door zeuren over het luisteren naar elke verkeerslijst; het liefst had hij dat ik ook ’s nachts naar de verkeerslijsten van Scheveningen Radio zou luisteren.

Na de opgewonden gebeurtenissen op de Ceres van enkele weken daarvoor hield ik me deze kustreis maar rustig. Op 5 mei kwamen we weer in Rotterdam terug en zoals zo vaak was het bij Radio Holland hollen of stilstaan, want ik werd verzocht me op 7 mei weer op de Gulf Italian te melden. Ik kon dus nog net m’n wasgoed afleveren en pijlsnel koffers pakken.

Startpagina                      Vrachtschepen