BASISSTOFOMSCHRIJVING VWO
800 VC -400
Accenten:
Griekenland (archaïsch, klassiek, hellenisme)
Mythologie, mythen en sagen
Bouwkunst en beeldhouwkunst
Verhouding tussen Griekse en Romeinse kunst
Invalshoeken:
Kunst en wereldbeeld:
– rangen en standen, goden, helden en mensen; het eren van goden
Visies op kunst:
– kunst als afspiegeling van het volmaakte, mimesis; harmonie (gulden snede); het Goede, het Ware en het Schone
Kunstenaar en opdrachtgever, politieke en economische macht:
– polis en vorsten
Wetenschap en techniek:
– wiskunde, natuurwetenschap, filosofie
– bouwkunst: zuil (Grieks), muur en boog (Romeins)
300-1000
Accenten:
– West-Europese keizerrijken
– Ontstaan van Christelijke kunst
– Byzantium; Constantinopel en Ravenna I
Invalshoeken:
Kunst en wereldbeeld:
– Visies op geschiedenis: Bijbel staat centraal; 'begin en eind bekend'
– Bijvoorbeeld: schepping; zondeval; geboorte, leven, sterven en opstanding van Christus; laatste oordeel
Visies op kunst:
– schoonheid als openbaring van het goddelijke
– kunst tot lering en verering
– Kunstenaar en opdrachtgever, politieke en economische macht
– macht van kerk en adel, feodale stelsel
– De kerk en de adel als opdrachtgever
– De kunstenaar als ambachtsman; werkplaatsen
– beeldenstrijd (iconoclasme)
Wetenschap en techniek:
– kloosters als centra van kennis; manuscripten
– samenhang van kennis, geschiedenis en moraal en geloof (encyclopedisch geheel); scholastiek
– voortborduren op kennis van Romeinen