Wat houdt het beeldaspect kleur in :
Licht en kleur hebben meer met elkaar te maken dan je zou denken. Een object heeft niet zozeer een bepaalde kleur, maar bezit de eigenschap (door het pigment, de kleurstof op het oppervlak) licht van die kleur te weerkaatsen, en de rest te absorberen. Zonder licht is het object noch de kleur ervan te zien.
Voornamelijk hebben we te maken met wit licht (licht van bijvoorbeeld de zon of van witte lampen). Dit wit licht bestaat uit de zogenaamde kleuren van het spectrum: rood, oranje, geel, groen, blauw en paars.
Heeft een voorwerp dus een blauwe kleur, dan houdt dat in dat het object uit wit licht alleen het blauw weerkaatst en de rest van de kleuren absorbeert.
Over kleur valt heel veel te zeggen , daarom hier onder een aantal PowerPoints en filmpjes met uitleg en voorbeelden.
Enkele begrippen op een rijtje
Secundaire kleuren= kleuren die men verkrijgt door de primaire kleuren in gelijke hoeveelheden, twee aan twee, met elkaar te mengen.
Oranje=rood+geel, Paars= rood+blauw en Groen=blauw+geel
kleur-tegen-kleurcontrast= tegenstelling tussen zuivere kleuren; de kleurwerking wordt meestal als bont en luidruchtig ervaren.
koud- warmcontrast= tegenstelling tussen koude kleuren en warme kleuren; dit contrast is belangrijk bij ruimtesuggestie en de suggestie van plasticiteit.
Complementaircontrast= Tegenstelling tussen kleuren die tegenover elkaar in de kleurencirkel liggen
Licht-donkercontrast= Tegenstelling met lichte en donkere kleuren; zwart en wit vormen het grootste licht-donkercontrast.
Verzadigde kleuren= Kleuren in hun zuiverste vorm, pure kleuren; geen vermenging met zwart of wit.
Onverzadigde kleuren= Kleuren gemengd met wit, zwart of grijs; als gevolg daarvan is de kleurkracht afgenomen.
Verhelderde kleuren= Kleuren waaraan steeds meer wit is toegevoegd.
Verdonkerde kleuren= Kleuren waaraan steeds meer zwart is toegevoegd.
Kleurenfamilie= Een groep kleuren die onderling weinig verschillen; bijv.: kleuren toontrap.
Overige begrippen bij kleur:
Bonte kleur: vrolijk en druk
Camouflage kleur: wegvallend in de omgeving
Decoratieve kleur: versierend
Functionele kleur: de kleur heeft een doel
Romantische kleur: op het gevoel werkend, dromerig
Schreeuwende/ felle kleur: opvallend
Signaalkleur: een teken, bijvoorbeeld rond en rood= verbod
Symbolische kleur: met een diepere betekenis
Harmonische kleuren: rustige samenstelling van kleuren
Sfeer: emotionele geladenheid van een werkstuk, welke stemming roept het op?
In de hedendaagse tijd en bij beeldschermtechniek worden rood, groen en blauw als primaire kleuren aangemerkt. Dit zijn de zogenaamde RGB-kleuren. Dus bijvoorbeeld bij het gebruik van Photoshop op je computer en bij het maken van kleurbewerkingen wordt met rood, groen en blauw als primaire kleuren gewerkt. dus GEEN geel.