16. Je hebt een fout in een IF-zin (een zin die een voorwaarde aangeeft.)
Dit is bepaald geen makkelijke grammatica, lees de uitleg eerst
een aantal keer voordat je besluit dat je het snapt!
· Gebruik IF-zinnen: Bij de IF zinnen onderscheiden we 4 types. We gebruiken nu in de uitleg van
de regel het werkwoord to DO:
1. regel: slaat op feiten/ neutrale tijd
IF DO / DO ( Dus, if plus de present simple in het eerste deel van de zin, gaat in zo'n zin samen met een present simple in het tweede deel van de zin. In totaal geeft die zin dan een feit aan, of een neutraal feit.)
(hier mag ook WHEN gebruikt worden)
If you mix red and yellow you get orange (Of When you mix etc.)
Als je rood met geel mengt, krijg je oranje
2. regel: slaat op een voorwaarde voor de toekomst.
IF DO / WILL DO ( Dus, if plus de present simple in het eerste deel van de zin, gaat in zo'n zin samen met het hulpwerkwoord WILL plus een heel werkwoord in het tweede deel van de zin. In totaal geeft zo'n zin een voorwaarde voor de toekomst aan.)
If you go to London you will enjoy yourself
Als je naar Londen gaat vermaak je je best/zul je een leuke tijd hebben.
3 regel: slaat op een onwaarschijnlijke of onmogelijke toekomst
IF DID / WOULD DO (Dus, een if plus verleden tijd in het eerste deel van de zin in zo'n zin gaat samen met het hulpwerkwoord WOULD plus een hoofdwerkwoord in de tweede helft van de zin. Samen geven ze een onwaarschijnlijke of zelfs onmogelijke toekomst aan.)
If you won the lottery, you would enjoy yourself
Als je de loterij zou winnen, zou je je vermaken.
4 regel: slaat op iets wat niet is gebeurd in het verleden
IF HAD DONE / WOULD HAVE DONE ( Dus, if plus de past perfect in het eerste deel van de zin gaat in zo'n zin samen met het hulpwerkwoord WOUlD plus een voltooide tijd in het tweede deel van de zin. In totaal geeft zo'n zin iets aan wat niet gebeurd is in het verleden. (Maar wel gebeurd zou zijn als/ wanneer...)
If you had gone to London you would have enjoyed yourself
Als je naar Londen was/zou zijn gegaan, had je je .../zou je je
goed vermaakt hebben.
LET OP: Bij (2),(3) en (4) in de IF bijzin zelf dus geen WILL of WOULD, wel in de hoofdzin.
Oefeningen: Oefening 1
Seminar: