28. Je hebt een fout gemaakt in de woordvolgorde van de zin.
De woordvolgorde in Engelse zinnen is meestal als volgt:
Bepalingen (van tijd en plaats) staan meestal achteraan maar kunnen ook vooraan staan (dit doe je dan om daar de nadruk op te leggen)
Five minutes ago Billy went to his friend
De vaste regel is: Plaats staat altijd vóór tijd!
Vragen
Bij vragen begin je niet met het onderwerp maar met een vragend voornaamwoord en/of een
(hulp)werkwoord. Daarna pas het onderwerp:
What is your name? Can he speak Spanish?
Oefeningen: Oefening 1 Oefening 2
Seminar: