17. I just left, when the phone rang.
Hier wordt een past simple gebruikt (left), terwijl een past perfect gebruikt moet worden (had left).
Dit is omdat er sprake is van twee handelingen in het verleden, waarvan de ene eerder
gebeurde dan de andere. Om dit tijdsverschil aan te geven gebruik je voor de eerdere
gebeurtenis de past perfect en voor de latere gebeurtenis een past simple.
De vorm van de past perfect is: Verleden tijd van to have + voltooid deelwoord.
De zin moet dus zijn: I had just left, when the phone rang.
Oefenen: Oefening 1
Seminar: