H1.6 Doelstellingen

  • De student kan de basisbegrippen van de polymeerchemie toepassen. Hij/zij kan dit demonsteren door bij gegeven situaties de basisbegrippen toe te passen. De volgende basisbegrippen komen aan de orde: monomeer, polymeer, polymerisatiegraad, dimeren, trimeren, oligomeren, polymeer, macromolecuul, kunststof, plastic, vulkaniseren, vernetting, crosllinking.
  • De student kan de betreffende indelingen t.a.v. polymeren (naar ketenstructuur, thermisch gedrag, polymerisatie mechanisme, tacticiteit, toepassing en copolymeren) toepassen op gegeven voorbeelden en kan dus deze indelingen hanteren:
        • indeling naar ketenstructuur (lineair, vertakt, vernet, verknoopt)
        • indeling naar thermisch gedrag (thermoharder, thermoplast, rubber),
        • indeling naar polymerisatie mechanisme (stapgroei versus ketengroei, condensatie versus additie),
        • indeling naar tacticiteit (atactisch, isotactisch, syndiotactisch),
        • indeling naar toepassing (vezel, rubber, coating),
        • indeling copolymeren (random en statistisch, alternerend, block, graf of ent copolymeer), homo-, co-, terpolymeer;
  • Afkortingen van belangrijkste polymeren, PP, PE, PS, PVCen PMMA kennen en bijbehorende structuur van repeterende eenheid of monomeer kunnen tekenen en vice versa.
    • NB: Met Mn, Mw en Mz hoef je nog niet te kunnen rekenen! Polydispersiteitsindes PDI hoef je ook nog niet te kennen bij Polymeren 1!

Lesstof bij Polymeren 1:

Van H1 Inleiding vrijwel alles goed kennen: enige uitzondering is H1.11 , dit komt bij Polymeren 2 pas uitgebreider aanbod), nu van H 1.11 alleen weten dat Mn en Mw en Mz bestaan en dat het gemiddelden zijn en Mn≤Mw≤Mz.

File:Polyethylene-3D-vdW.png