Oregano

Oregano of Wilde Marjolein (Origanum vulgare)

Plaats in het vak Mediterrane kruiden

Het heeft me even wat zoekwerk gekost om uit te vinden hoe het nu precies zit met oregano, majoraan, echte marjolein en wilde marjolein. Het gaat om twee nauwverwante soorten. Beiden zijn afkomstig van de origanum familie. Wilde marjolein wordt ook wel oregano genoemd. Echte marjolein wordt ook majoraan en palingkruid genoemd (origanum majorana). Beiden komen oorspronkelijk uit het Middellandse zeegebied. Beiden houden niet van koude, maar majoraan doorstaat een nachtvorstje beter dan oregano.

De naam oregano is afgeleid van het Griekse Oros (berg) en Ganos (vreugde). Het blad heeft een krachtige, kruidige en pittige smaak. Je plukt de blaadjes van de steeltjes en snijdt deze na het wassen heel fijn. Je kunt oregano rauw eten of meekoken. In tegenstelling tot andere kruiden behoudt oregano haar smaak. Het kruid is heerlijk in frisse en ietwat kruidige salades en in sopen als tomaten – of pompoensoep. Het is ook heerlijk in Italiaanse sauzen of vers gestrooid over een pizza. Het wordt ook gebruikt in Mexicaanse chili. In het antieke Egypte werd oregano gebruikt voor het ontsmetten van wonden en om voedsel langer houdbaar te maken. Zowel voor de Grieken als de Romeinen zagen oregano als gelukssymbool en vlochten er kransen van voor pas gehuwde stelletjes.

Thee van oregano wordt in Griekenland gebruikt om hoofdpijn, griep en hoest. De waslijst aan geneeskrachtige werkingen die oregano zou hebben is eindeloos. Dat komt doordat oregano thymol en carvacrol bevat. Dit zijn ontstekingsremmende stoffen.

HK