Piet Mondriaan

(1872-1944) Nederlands schilder met grote internationale bekendheid. Ontwikkelde zich van aanvankelijk naturalistisch via steeds grotere vereenvoudigingen tot volledig abstract. Het wordt gekenmerkt door zwarte horizontale en verticale lijnen met rode, gele en blauwe vlakken. Mondriaan was een der oprichters van de beweging De Stijl. Pieter Cornelis Mondriaan werd op 7 maart 1872 geboren in Amersfoort. Tot 1906 toont zijn werk de invloed van de Haagse School, bijvoorbeeld 'Bomen aan het Gein' (1905, Gemeentemuseum, Den Haag). Twee jaar later schilderde hij hetzelfde onderwerp, maar nu is de invloed van Jan Toorop (1858-1928) en de art nouveau te zien aan de golvende lijnen en het niet-naturalistische kleurgebruik. Zijn werk uit de jaren 1908-1911 is neo-impressionistisch te noemen. De toets ervan herinnert echter eerder aan Van Gogh dan aan Seurat; dit geldt ook voor het kleurgebruik. De onderwerpen zijn vooral frontaal afgebeelde molens en torens. Dit benadrukken van horizontalen en verticalen is een kenmerk van Mondriaans werk vanaf de vroegste periode. De horizontale en verticale as hadden voor hem een symbolische betekenis, nl. respectievelijk een vrouwelijk en een mannelijk principe. Aan de hand van zijn werk uit de jaren 1909-1914, de serie 'De appelboom', is de ontwikkeling van figuratief naar volledig abstract duidelijk te volgen. De eerste appelboom is neo-impressionistisch; vervolgens, onder invloed van het analytisch kubisme, dat hij in Parijs - waar hij een aantal jaren woonde - had leren kennen, werd de appelboom opgelost in grijzig en okerachtig gekleurde ovalen en zwarte gebogen lijnen. In de laatste, volledig abstracte, fase is de appelboom als zodanig niet meer te herkennen: Mondriaan gaf dit schilderij dan ook de neutrale titel 'Compositie 3'. Terug in Nederland (1914) richtte Mondriaan met o.a. Theo van Doesburg (1883-1931) de groep De Stijl (1917) op. Het gelijknamige tijdschrift werd de spreekbuis van een kleine groep schilders en architecten, die bepaalde principes van zuiverheid en universaliteit in de kunst voorstonden. Mondriaan publiceerde hierin een aantal artikelen over de theoretische fundering van zijn kunst die zich van naturalistisch tot volledig abstract ontwikkelde; vijf daarvan werden in het Duits vertaald en als Bauhaus-boek uitgegeven (1925). In de jaren 1915-1917 schilderde hij zijn serie 'Pier en oceaan', volledig abstracte composities in zwart en wit, met horizontale en verticale lijntjes. In de daaropvolgende jaren ontstonden composities met rechthoeken in primaire kleuren, die al dan niet door zwarte contouren gescheiden werden. Een viertal van deze schilderijen had een gekanteld vierkant als basisvorm. Vanaf 1920 gebruikte hij nog slechts de primaire kleuren rood, geel en blauw. Deze composities bestonden tot 1942 uit witte en gekleurde rechthoeken, die door zwarte banden gescheiden werden. Mondriaan noemde dit 'neoplasticisme', een volledig non-figuratieve stijl, waarin elke mogelijkheid van een voorstelling werd uitgesloten. In 1938 verhuisde hij naar Londen, waar hij o.m. het schilderij 'Trafalgar Square' maakte, en in 1940 naar New York. Hier wist Mondriaan zich stilistisch te vernieuwen. Zijn 'New York city' en 'Broadway boogie-woogie' hebben een onverwachte vitaliteit en kleurigheid, alsof hij de beklemming van de zwarte lijnen in Europa achter zich had gelaten. Op 1 februari 1944 stierf hij te New York. Op verschillende stromingen in de kunst van na de Tweede Wereldoorlog - niet alleen de schilderkunst, maar ook architectuur, kunstnijverheid en zelfs de mode - heeft Mondriaan een diepgaande invloed uitgeoefend.