Post date: Dec 26, 2010 4:41:19 PM
Art. 18 van de Wet van 24 december 1993
De aanbestedende overheid is in beginsel vrij een opdracht al dan niet te gunnen.
Deze beslissing van de aanbestedende overheid kan op zich echter onderworpen worden aan de toetsing door de Raad van State of een gewone rechtbank.
De aanbestedende overheid zal dan ook de redenen dienen op te nemen in een formeel gemotiveerde beslissing. Het gelijkheidsbeginsel mag hierbij niet uit het oog worden verloren.
Door de niet-gunning verliest een inschrijver immers met een conforme offerte de mogelijkheid de opdracht uit te voeren en krijgen zijn concurrenten een nieuwe kans tot mededinging.
Als afdoende motivering wordt aanvaard:
de vaststelling dat aan het bestek een aantal belangrijke wijzigingen moeten worden aangebracht als gevolg van vergissingen, incoherenties of leemten
de laagste inschrijving ligt beduidend hoger dan de (deugdelijke) raming
budgettaire of strategische overwegingen (te weinig kredieten/ nieuwe concepten)
Indien de opdracht bestaat uit verschillende percelen en de aanbestedende overheid de mogelijkheid voorzag in het bestek om percelen afzonderlijk te gunnen, kan de aanbestedende overheid de conforme percelen toewijzen en de andere, desnoods via een andere procedure, herbeginnen.