Cornelis Tromp

Cornelis Tromp admiraal en hoofdingeland

Hoe kwam onze zeeheld Admiraal Cornelis Tromp verzeild in de polder Heerhugowaard? Bij de loting van de kavels op 20 juni 1631 in Alkmaar was ook Dieuwer Bicker aanwezig, de zuster van Andries Bicker, de Burgemeester van Amsterdam. Zij was getrouwd met Jan Jansz. van Helmond, maar tijdens de loting was zij al weduwe, haar man was gestorven aan de pest die in 1625 heerste in Alkmaar en Amsterdam. Dieuwer verkreeg de kavels E11 en E12, welke te zien zijn op de kavelkaart van 1631 van Anthonis Metius en Baert Claesz. en waarvan de originele koperplaten in het poldermuseum getoond worden.

Deze percelen, elk groot “15 Morgens Suyver Landt” ( 1 morgen = 0,85 ha ) liggen aan de westzijde van de toenmalige “Hensbroecker Wegh”, ter hoogte van de Oterlekerweg. Haar zoon Jan van Helmond wordt in 1655 genoemd als eigenaar van een boerenstolp op de eerste kavel, tegenwoordig Jan Glijnisweg 25. Maar wat heeft onze Admiraal daarmee te maken? Wel, Jan was in 1644 getrouwd met Margaretha van Raephorst, maar kwam in 1665 te overlijden. Zijn weduwe hertrouwde twee jaar later met admiraal Cornelis Tromp, die zo eigenaar werd van de boerderij en in 1674 toetrad tot het polderbestuur als hoofdingeland. Zijn zwierige handtekening stond dan ook in 1690 voor akkoord onder de jaarrekening van het polderbestuur.

Voor Cornelis Tromp was het een verstandshuwelijk met de vier jaar oudere en schatrijke kinderloze Margaretha. Hij was zojuist door de Staten-Generaal op non-actief gesteld na een conflict met admiraal de Ruyter, onder wiens bevel hij deelnam aan de Tweedaagse zeeslag (4-5 augustus 1666) tegen de Engelsen en Franse vloot. Tromp versloeg de Britse achterhoede, maar had zich met zijn eskader zover van de in het nauw gebrachte hoofdmacht van de Ruyter verwijderd, tegen diens bevel in, dat hij die niet meer te hulp kon komen. De Ruyter verweet hem daarom de nederlaag. Tromp moest zijn opwachting maken op het vlaggeschip,“ de Zeven Provinciën”, en werd, in het bijzijn van een groot aantal schepelingen door de Ruyter voor ‘schelm’ uitgescholden en van zijn schip verwijderd. Hij verbood hem ooit nog een voet op de “Zeven Provinciën” te zetten.

Cornelis Tromp werd in Rotterdam gedoopt op 3 september 1629 en was de tweede zoon van onze grote zeeheld “Bestevaer” Maarten Harpertsz. Tromp van wie hij het vak als zeeofficier leerde. In 1653 werd hij benoemd tot schout-bij-nacht bij de Admiraliteit van Amsterdam na de zeeslagen bij Elba en Livorno. Cornelis Tromp was in alles het tegenovergestelde van de Ruyter, als zoon van “Bestevaer” en telg uit een belangrijke regentenfamilie stond hij aan de zijde van de Oranjegezinden en Willem III, daarnaast was hij echter een eigengereid man, een opschepper, drinkebroer en bedrieger. De Ruyter was een zoon van het volk, die op eigen kracht een van de hoogste posities in de Republiek der Verenigde Nederlanden had bereikt, die van luitenant-admiraal-generaal van de vloot. Hij was recht door zee, wars van elk eerbetoon en een republikein die pal achter de raadspensionaris Johan de Witt stond.

Tromp zal niet zo erg vaak op de boerderij aan de Hensbroecker Wegh geweest zijn, Margaretha had een fraai landgoed in ’s-Gravenland, waar Cornelis steeds steeds vaker zijn toevlucht in de drank zocht. Constantijn Huygens dichtte over hem: Hij sitt op ’s-Gravenland, die t’scheep veel wond’ren dee: Hij waer veel dienstiger, dunckt mij, op ’s Graven Zee. In 1672 keerde het tij, Lodewijk XIV van Frankrijk viel de Republiek binnen, de gevangenis in ’s Gravenhage werd in opdracht van Tromp bestormd en de gebroeders de Witt door het ‘gepeupel’ gelyncht. Een verzoening met de Ruyter kwam tot stand door bemiddeling van Stadhouder Willem III en diens belofte dat Tromp de Ruyter zou opvolgen als opperbevelhebber van de vloot na diens dood. Ondanks zijn pro-Engelse instelling vocht Tromp tijdens de 3e Engelse oorlog bij Schooneveld en Kijkduin onder de Ruyter tegen de Engelsen.

Na de vrede van 1674 werd hij door de Engelse koning Karel II in de adelstand verheven! Tromp werd in 1676 opperbevelhebber van de Deense vloot en benoemd tot Ridder van de Witte Olifant. Hij versloeg de Zweedse vloot en werd door Christiaan V van Denemarken verheven tot Graaf van Syllisborg! Bedenk dat hij in die tijd ook nog hoofdingeland van de polder Heer-Huyghen-Waert was! Pas op 6 februari 1679 werd hij eindelijk dan luitenant-admiraal-generaal van de Republiek, de Ruyter was in 1676 bij Syracuse gesneuveld. Na 5 jaar werd hij opgevolgd door Cornelis Evertsen als opperbevelhebber. Margaretha stierf in 1690 en Cornelis Tromp zelf op 26 mei 1691, zijn lichaam en geest aangetast door drank en wroeging. Hij werd begraven in de familiegrafkelder te Delft.

De boerderij op Jan Glijnisweg 25 kreeg in 1905, na vele omzwervingen, als eigenaar Cornelis de Moel, zijn kleinzoon Gerrit, trouwde met Margaretha, namen uit een roemrucht verleden! Door de nieuwbouw rondom de boerderij is er nu geen boerenbedrijf meer.

Cornelis Tromp was tot zijn dood hoofdingeland van de polder, misschien wel de meest flamboyante en beroemdste, er is echter geen straat, plein of school naar hem genoemd, een vergeten “Waardig Heer” ? In de telefoongids van Heerhugowaard komt de naam Tromp vaak voor, dus heeft hij kennelijk meer zijn stempel op de bevolking gedrukt dan men zou denken!