Uitvoeringsfase

In de concrete uitvoering van mijn praktijkonderzoek was het heel belangrijk om mijn lesopbouw te veranderen. Het risico van een doelenrapport is dat een punt gewoon vervangen wordt door het doel (Asaert, 2021). Als dat het geval zou zijn, verandert er in de kern niets en blijft de wijze van evalueren en rapporteren een negatieve invloed hebben op motivatie. Ook zou er geen evolutie zijn op (zelf)inzichten op vlak van leren.

In die zin is mijn lesopbouw en de evaluatiemethode aangepast in het kader van dit praktijkonderzoek.

Op deze pagina ga ik dieper in op:

  • Mijn lesopbouw, de gemaakte keuzes en de concrete uitwerking.

  • De wekelijkse evaluatie en welk deel (on)zichtbaar is voor de leerlingen?

  • Het effectief uitwerken en afleveren van het rapport.

Lesopbouw

Op de pagina van de context ging ik dieper in op de klasgroep en wat de specifieke opleidingsbehoeften zijn.

Rekening houdend met de groepskenmerken, zijn dit doorheen de verschillende lessen de gemeenschappelijke kenmerken:

  • Repetitief karakter: Zowel in de lesinstructies, de praktijkfiches en de evaluaties, komen er 4 belangrijke peilers altijd terug. Dit zijn:

    • Het doel van de les.

    • Het pictogram dat verwijst naar het doel.

    • Het belang van het doel.

    • Terugblik op de vorige 3 punten in de volgende les mét de koppeling naar het werkveld.

  • Visualisaties: Het doel wordt altijd met hetzelfde pictogram weergegeven.

  • Beperkt aantal doelen per les: Elke les worden er maximaal 2 doelen behandeld, indien ze aan elkaar gekoppeld kunnen zijn (voorbeeld staalname van drinkwater en deze waarden meten). Indien er geen logisch verband is, is er maximaal 1 doel.

Elke les bestaat uit:

  • Een praktijkfiche

  • De lesinstructie

  • Een evaluatie (zelfevaluatie door de leerlingen en evaluatie in doelen door de leerkracht)

  • Feedback

Praktijkfiche

Elke praktijkfiche kent dezelfde opbouw. Dit verhoogt de herkenbaarheid voor de leerlingen. In dit onderdeel ga ik dieper in op één concrete praktijkfiche. Gedurende het hele praktijkonderzoek, werd elke praktijkfiche als dusdanig opgemaakt.

In de inleiding van de praktijkfiche staat steeds duidelijk vermeld wat de praktijkopdracht inhoudt, waarom het doel belangrijk is en of er eventuele linken met bestaande kennis zijn.

Vooraleer er verdergegaan wordt naar het volgende deel van de praktijkfiche, benadruk ik opnieuw duidelijk het doel en welke benodigdheden de leerling nodig heeft om dit doel te kunnen behalen.

In het volgende deel geef ik extra aandachtspunten mee. Die variëren natuurlijk ook per lesdoel. Dit zijn nooit benodigdheden, stappenplannen of extra instructies. De opgenomen informatie hier zit veeleer op het niveau van werkhouding, veelgemaakte fouten, enzovoort.

Het volgende onderdeel van de praktijkfiche is de concrete opdracht die uitgevoerd moet worden, verdeeld in verschillende stappen. Hier gaat de leerling dus effectief aan de slag om het doel stapsgewijs aan te leren.

Tot slot vult elke leerling de zelfevaluatie in. Wat deze evaluatie concreet inhoudt en hoe deze opgebouwd is, licht in het onderdeel 'evaluatie' onderaan deze pagina toe.

Lesinstructie

De structuur van de les en de lesinstructies geef ik altijd op basis van een presentatie. Ik vind dat belangrijk in het autisme-vriendelijk lesgeven omdat een presentatie mij echt de kans geeft om informatie te doseren, te structureren en te visualiseren. Een presentatie leent zich daar veel meer toe dan 'gewoon geschreven' instructies op een bord. Het bord gebruik ik om eventueel extra toelichting te geven wanneer ik opmerk dat de leerlingen de leerstof niet goed begrijpen.

Aangezien ik praktijklessen geef, zijn de lesinstructies vaak eerder beperkt en ligt de focus vooral op het individueel begeleiden tijdens het uitvoeren van de praktijkopdracht.

Toch start natuurlijk ook elke praktijkles met een lesinstructie. In deze introductie komen dezelfde visualisaties terug als diegene die in de praktijkfiche te vinden zijn. Dit verhoogt de herkenbaarheid en zorgt ervoor dat de aandacht van de leerlingen op het echte focusdoel gericht wordt. Alvorens effectief aan de slag te gaan, zal ik de belangrijke punten uit een praktijkfiche ook uitlichten, zodat ze hoofd- en bijzaken van elkaar kunnen scheiden.

Belangrijk om mee te geven, is dat het doel dat geformuleerd wordt ook als dusdanig benoemd wordt op het rapport. Ook hier werk ik dus aan de verhoogde herkenbaarheid. Het focusdoel dat ze in de lesinstructie zien, lezen ze ook op de praktijkfiche en het rapport. Door deze herhaling wil ik ervoor zorgen dat de leerlingen een verhoogd inzicht krijgen in wat ze goed kunnen en waar ze nog aan moeten werken.

Evaluatie

Aangezien mijn praktijkonderzoek zich focust op evaluatie, spreekt het voor zich dat ik op dit niveau de belangrijkste aanpassingen doorgevoerd heb.

Zelfevaluatie

Uit de theoretische verdieping bleek dat een hoge betrokkenheid op het moment van de evaluatie ervoor zorgt dat de evaluatie als dusdanig een leermoment wordt. Aangezien een verhoging van het inzicht in het eigen kunnen een extra dimensie aan dit praktijkonderzoek geeft, besliste ik dat de leerlingen na elke les een zelfevaluatie moeten invullen. In deze zelfevaluatie plaatsen ze hun eigen kennen en kunnen in dezelfde bollen als deze van het doelenrapport. Op die manier verhoog ik het repetitieve karakter en de herkenbaarheid op vlak van evaluatie. Jordan gaf in de theoretische verdieping aan dat de motivatie tot leren verhoogd wordt wanneer de leerlingen het doel en het belang ervan goed begrijpen. In deze zelfevaluatie toets ik die 2 parameters ook af. Enerzijds bevraag ik op een lineaire schaal in hoeverre ze het belang van het doel begrepen hebben. Daarna moeten ze dat ook nog toelichten. Dat geeft mij de kans om in te schatten of ze het belang van doel inderdaad begrepen hebben én of ze zichzelf ook op dat vlak in kunnen schatten.

De leerlingen vullen de zelfevaluatie in op een Google Formulier.

Evaluatie in doelen

Na elke les evalueer ik de leerlingen op vlak van het lesdoel. Ik evalueer dezelfde stappen als diegene die de leerlingen ingevuld hebben in hun zelfevaluatie. De verschillende deelstappen zullen beslissen in hoeverre het focusdoel behaald wordt of niet.

De leerlingen en ouders zien deze evaluatie niet. Dit is een achterliggende module die de leerkracht inzichten geeft in de evolutie van de leerling. Deze manier van evaluatie brengt dus duidelijk het proces in beeld waardoor je als leerkracht op het ogenblik van het rapport een goed en globaal beeld hebt. Je ziet immers alle individuele evaluatiemomenten. Dit vergemakkelijkt de beslissing naar de definitieve beoordeling over het al dan niet behalen van een doel. Deze eindbeslissing wordt door de leerkracht genomen op het ogenblik dat het rapport opgemaakt moet worden.

Feedback

Zoals hierboven aangegeven, zien ouders en leerlingen de evaluaties van de doelen niet tenzij op het ogenblik van het rapport. Dat is natuurlijk een groot gemis in opvolging. De thuissituatie en de leerling krijgen tussentijds geen formeel zicht op het schoolevolutie.

Om dat gemis op te vangen, geef ik per les ook schriftelijk feedback via de module Skore in Smartschool. Deze informatie ontvangen de ouders en leerlingen wel meteen.

In de formulering van mijn 'feed', hou ik rekening met deze 2 aandachtspunten die ik uit de theoretische verdieping gehaald heb:

  • Feedback focust te weinig op wat de volgende stappen voor de leerlingen zijn (Vanhoof, 2021).

  • Wel is het erg duidelijk dat de ‘feed’ gericht moet zijn op het leerproces en het zelfreguleringsproces om echt krachtig en zinvol te zijn. Ook moet deze concreet en ‘op de persoon geschreven’ zijn (Vanhoof, 2021).

In die zin is mijn 'feed' steeds gericht op de volgende 4 elementen:

  • De ingevulde zelfevaluatie: Hebben de leerlingen zichzelf correct ingeschat?

  • Inschatting van het doel: Begrijpen de leerlingen effectief het lesdoel?

  • Lesopdracht: Hoe hebben de leerlingen de lesopdracht uitgevoerd?

  • Werkhouding: Op welke manier hebben ze de opdracht uitgevoerd en wat kunnen ze aanpassen om dit in de toekomst te verbeteren?

Rapport afleveren

Wanneer het rapport gemaakt wordt, beslis je als leerkracht over het globale focusdoel. De module handelingsplanning maakt geen 'gemiddelden'. Je beslist als leerkracht zelf in hoeverre je het doel behaald vindt. Op dat ogenblik ga je als leerkracht voor het focusdoel de bol beslissen. Na het aanduiden van de bol, genereer je het rapport.

Omdat de bevraging van de ouders van de leerlingen van Opleidingsvorm 3 uitwees dat de ouders feedback erg belangrijk vinden, heb ik voor elke leerling nog extra feedback toegevoegd. Deze feedback ondersteunt het lezen en interpreteren van de bollen.