Eindevaluatie

Na een academiejaar intensief werken aan dit praktijkonderzoek, ben ik van mening dat ik een gegrond eindbesuit kan maken met betrekking tot de onderzoeksvraag:

Aan welke auti-vriendelijke eisen moet een doelenrapport voor leerlingen van Opleidingsvorm 4, leerniveau BSO, voldoen?

Deze eindevaluatie steunt op 3 onderdelen:

  • Wat zijn nu effectief de voorwaarden om een doelenrapport autisme-vriendelijk te maken?

  • Welke zijn de aandachtspunten? Welke elementen zijn met andere woorden nog voor verbetering vatbaar?

  • Welke nieuwe onderzoeksvragen zijn uit mijn praktijkonderzoek ontstaan?

Voorwaarden van een autismevriendelijk doelenrapport

Doorheen dit praktijkonderzoek, heb ik 2 doelenrapporten afgeleverd en mijn lessen hieraan aangepast. Ik heb het doelenrapport als middel gebruikt om 'evalueren-om-te-leren' in te brengen in de klaspraktijk om zo de leerlingen meer zelfinzicht te geven in de eigen talenten en groeipunten. In dit zelfinzicht heb ik vooral de link gelegd naar het toekomstige werkveld. Wat kan je (minder) goed? En wat zal je dan aan een leidinggevende vertellen tijdens een sollicitatie?


Een doelenrapport is autisme-vriendelijk als het voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • Een goede introductie is erg belangrijk. Een informatiesessie voor de ouders en leerlingen geeft een goede kadering. Daarnaast is het belangrijk dat er een duidelijk betekenissenblad aan het rapport toegevoegd wordt. Hoe moeten de ouders en leerlingen het rapport interpreteren? Enkel de infosessie is niet voldoende. De kracht van herhaling is belangrijk. Voor iedereen, maar zeker voor leerlingen met autisme.

  • Gebruik geen kleuren op het rapport. Het opvullen van de bollen vervangt kleurschalen perfect en is een autisme-vriendelijke beslissing.

  • De doelen die op het rapport verschijnen, moeten de doelen zijn die in de lessen besproken en getoond worden. Hierdoor verhoog je op het ogenblik van het rapport de herkenbaarheid en begrijpt de leerling zijn of haar rapport beter. Herschrijf de leerplandoelen naar herkenbare taal voor de leerlingen en laat deze taal ook terugkomen op het rapport. Zo wordt het doelenrapport concreet en zorgt het voor een duidelijke link tussen de lesomgeving, evaluatie en rapportage. Leerlingen met autisme hebben deze herkenbaarheid nodig om de opgedane kennis te verbreden naar andere contexten.

  • Zorg ervoor dat je per rapport maar 5 doelen toont. Leerlingen met autisme blokkeren op té tekstuele documenten. Een doelenrapport met vele doelen op waar jij als leerkracht dan nog feedback bij noteert, is te zwaar voor hen. Het document is té prikkelrijk. Door slechts 5 doelen te tonen, beperk je de tekstuele impact waardoor de leerling in staat is om het document te begrijpen.

  • Gekoppeld aan de 5 doelen per rapport, is het belangrijk om dus zeker ook meer rapporten per jaar af te leveren. Mijn voorstel is om maandelijks een doelenrapport te overhandigen. Hier kom ik in de volgende punten op terug.


In deze eindevaluatie kom ik ook nog terug op de theoretische verdieping. Er zijn 2 punten die ik vanuit mijn praktijkonderzoek anders ervaren heb dan de theorie voorspelde.

  • 'Ouders hebben punten nodig'. Hier ben ik het minder mee eens. Vanuit het praktijkonderzoek en de daaraan gekoppelde bevragingen, blijkt dat ouders punten goed 'los kunnen laten' op voorwaarde dat ze begrijpen waarom punten demotiverend werken en hoe en doelenrapport hier een antwoord op kan bieden. Het zijn vooral de leerlingen die het bevreemdend vinden om geen punten te zien. De overgang van punten naar doelen, is dus vooral voor de leerlingen een uitdaging.

  • 'Onderzoek wijst uit dat feedback tijdens een rapport weinig impact heeft om de intrinsieke leermotivatie en leercurve van de leerlingen'. Ik begrijp waarom mijnheer Vanhoof dit aangeeft. Een rapport is immers een weergave van een heel proces dat zich afspeelt doorheen het schooljaar. In die zin zal die 'momentopname' de gehele curve niet kunnen wijzigen. Anderzijds ben ik van mening dat het rapport wel hét belangrijkste instrument is om aan de leerlingen een stand van zaken te geven en de kracht en het gewicht van 'een rapport' helpt dan zeker wel. Leerlingen hebben soms een bevestiging of een wake-up-call nodig. En het instrument 'rapport' heeft genoeg formeel gewicht dat wel kan zorgen voor een kentering in het gedrag. In hoeverre er intrinsiek iets verandert, kan ik niet duiden vanuit mijn praktijkonderzoek. Maar de leercurve kan wel beïnvloed worden vanuit een gewijzigde studiehouding als gevolg van een rapport.

Verbeterpunten

Om op schoolniveau effectief aan de slag te gaan met de doelenrapporten is het noodzakelijk dat er nog duidelijke richtlijnen aan de leerkrachten meegegeven worden. Volgens mijn ervaringen vanuit dit praktijkonderzoek is het essentieel dat de school op macroniveau deze besluiten neemt alvorens in een opleidingsvorm 4 het doelenrapport op te starten.

  • De school moet - na overleg met de pedagogisch begeleidingsdienst - beslissen welke parameters bepalen of een doel al dan niet behaald is. Is een doel éénmaal behalen voldoende om te besluiten dat de leerling het doel behaald heeft? Of moeten we vooral naar het gemiddelde van de verschillende evaluaties kijken? Uit de theoretische verdieping bleek dat de PBD binnen een andere school aangaf dat de laatste evaluatie bepalend is. Maar wat dan met leerlingen die het doel eigenlijk nooit behalen en dan wel enkel die laatste keer? Of net omgekeerd. Wat met leerlingen die het doel wel altijd bereiken maar dan net op het ogenblik van de productevaluatie fouten maken?

  • Daarnaast moet de school de krijtlijnen trekken over het al dan niet geslaagd zijn over het hele schooljaar. Door het wegvallen van punten, valt natuurlijk ook de '50% is geslaagd' weg. Maar wanneer is een leerling dan wél geslaagd? Moeten alle doelen behaald worden? Of dan toch opnieuw weer 50% van de doelen, zonder te vervallen in een doelen-punten rapport? Is er een prioritering van doelen die zeker behaald moeten worden en dan andere doelen die minder gewicht in de weegschaal van de deliberatie kunnen leggen? Dit zijn essentiële beslissingen die genomen moeten worden alvorens het doelenrapport op grote schaal uitgerold kan worden.


Een tweede verbeterpunt is de digitale tool die gebruikt zou worden. Zoals aangegeven, kan de module handelingsplanning geen communicatie over evaluaties aan de ouders versturen, wat Skore wel kan. Dat is natuurlijk een groot gemis in deze module. Anderzijds is mijn advies ook om veel vaker een rapport af te leveren. Ik zou ervoor opteren dat rapporten maandelijks meegegeven worden met de leerlingen. Hierdoor valt het nadeel van de module weg en zorg je ervoor dat je de autisme-vriendelijke voorwaarden respecteert. Een bijkomend voordeel aan deze manier van werken is dat de rapporten losgekoppeld worden van de vakanties. In het huidige systeem krijgen leerlingen rapporten voorafgaand aan een vakantie. Dat vind ik echt een slechte beslissing. Wat met leerlingen die met een slecht rapport de vakantie ingaan?

  • Dit heeft dan mogelijk een negatieve impact op hun vakantie waardoor de leerlingen geen rust vinden. Het slechte rapport blijft maar malen in hun hoofd en ze hebben geen kans om het recht te zetten (want het is vakantie).

  • Leerlingen die hun vakantie daardoor niet laten beïnvloeden, kan je als leerkracht dan ook niet meteen bereiken. Het ijzer smeden als het heet is, kan bij die leerlingen niet. En wanneer de vakantie dan voorbij is, is het ijzer natuurlijk ook al helemaal afgekoeld.

Het verbeterpunt van de module handelingsplanning is dus eigenlijk een verbeterpunt als we met slechts 5 rapporten op jaarbasis werken. Kiezen we ervoor om dit op te drijven naar tien formele rapporteringen, valt dit verbeterpunt weg.

Mogelijke nieuwe onderzoeksvragen

Met deze eindevaluatie rond ik mijn praktijkonderzoek af. Er zijn echter zeker en vast nog veel interessante onderzoeksvragen die hieraan gekoppeld kunnen worden en/of eruit voortvloeien. Aangezien binnen een bachelorsopleiding de tijd voor een praktijkonderzoek wat kort is, lijkt het me zeker interessant om op masterniveau rond de volgende twee thema's onderzoeken uit te voeren:

  • Wat is de impact van een doelenrapport op de metacognitie? Ondanks het feit dat ik dit thema zeker mee in kaart wilde brengen, was de periode te kort om dit ten gronde te kunnen onderzoeken. Deze studie echter zou een veel langere periode moeten bestrijken. Vanuit mijn praktijkonderzoek valt zeker en vast op dat de leerlingen beter in staat zijn om te benoemen wat ze wel of niet goed konden. Dat herhaalden we ook effectief elke les. Maar was dat gedrag het 'na-apen' van wat ze hoorden? Of is er ook effectief een toename van zelfinzicht?

  • Wat is de impact van een doelenrapport op de motivatie van de leerlingen? In mijn argumentatie heb ik opgenomen dat punten leerlingen demotiveren. Verschillende onderzoeken steunen die stelling. Anderzijds ben ik dan ook wel heel erg benieuwd naar de omgekeerde stelling. Zorgt een doelenrapport ervoor dat de leerlingen meer gemotiveerd zijn? Aangezien dit onderzoek ook een langere periode zou moeten bestrijken, lijkt me dit ook zeker voorwerp van wetenschappelijk onderzoek op masterniveau.


Op bachelorniveau lijkt me de volgende onderzoeksvraag heel interessant voor een professionele opleiding:

  • Leidt het werken met een doelenrapport ertoe dat de leerlingen een meer realistisch curriculum vitae op kunnen stellen? Kan een leerling met andere woorden dankzij evaluaties met doelenrapporten zichzelf beter inschalen naar een werkgever toe om zo de arbeidskansen te verhogen? Kan een doelenrapport het einddoel ('gaan werken binnen de sector') beter in beeld brengen, waardoor de contextverbreding ertoe leidt dat de leerling zichzelf beter kan tonen aan toekomstige werkgevers?

Algemeen besluit

Het einddoel dat buiten dit praktijkonderzoek ligt, is mijn school bruikbare informatie geven over het doelenrapport in Opleidingsvorm 4. En dit zowel inhoudelijk als vormtechnisch. Wat werkt goed voor de leerlingen en ouders? Wat werkt goed voor de leerkrachten en de school? Ik hoop dat deze website hiertoe de nodige handvaten heeft gegeven.

Met de nodige aandacht voor de verbeterpunten is mijn conclusie dat een doelenrapport autisme-vriendelijk opgesteld en ingebed kan worden voor leerlingen van het leerniveau BSO in Opleidingsvorm 4.