Geschiedenis 5

Het einde van een tijdperk

In 1518 ondertekenden Erard de la Marck, de nieuwe bisschop van Luik, en zijn broer Robert II van Sedan, te Saint-Trond een verdrag dat hun loyaliteit aan de keizerlijke macht bevestigde. Het leek of er een einde gemaakt was aan de conflicten die het land sinds meer dan een halve eeuw hadden verontrust.

Snel, echter, zei de prikkelbare Robert zijn beloften vaarwel om zich te voegen bij de partij van Francois Ie, aan wiens zijde zijn zonen Robert III en Guillaume de Jametz, de nieuwe leenheer van Logne sinds 1514, zich reeds bevonden.

Welnu, de abt van Stavelot, Guillaume de Mandescheidt rustte niet voordat Logne hem terug zou worden gegeven en dat de familie de la Marck er definitief zou worden verjaagd: hij had al een aktie ondernomen tegen Guillaume de Jametz, die weigerde de plek terug te geven, zelfs tegen terugbetaling van de lening. Deze redenen vermeerderd met de afvalligheid van Robert II en vooral de onrust die deze opnieuw aanwakkerde ten voordele van Frankrijk, deden Karel V, erfgenaam van Maximiliaan van Oostenrijk, beslissen een leger naar de Ardennen te sturen om de versterkte plaatsen van de oproermakers te overmeesteren. Logne werd het eerste kasteel dat vernietigd werd door het keizerlijke leger.

Als we de kroniekschrijvers uit die tijd mogen geloven, duurde het beleg twaalf dagen van 20 april tot 1 mei 1521. De plek werd zwaar gebombardeerd, en het uitgedunde en gedemoraliseerde garnizoen " gedeeltelijk aangevallen, omdat degenen in het kasteel zich van boven naar beneden van de muren en door de ramen stortten."

Voor de kapitein Niselle en de overlevenden restte er slechts één mogelijkheid zich overgeven. Met enkele wapenbroederes werd hij geëxecuteerd volgens de gebruiken in dit tijdperk en het kasteel werd definitief ontmanteld.

Op 24 mei werd de plek teruggegeven aan Guillaume de MAndescheidt met het strikte bevel er nooit meer een vesting te bouwen.