Palliatieve fase
In palliatieve zorg worden drie fasen onderscheiden:
1. de aandoening/ziekte is niet stabiel, progressief: de prognose is maanden in plaats van jaren;
2. verslechtering van de ziekte, verdere achteruitgang: de prognose is weken;
3. laatste dagen tot overlijden.
Afhankelijk van de fase zullen de volgende aspecten van de diabetesbehandeling aanpassing behoeven:
■ glykemische behandeldoelen;
■ verwachtingen van het individu en van de verzorgende/mantelzorger;
■ het reduceren van het risico op hyperglykemie en hypoglykemie;
■ managen van het effect van comedicatie op de bloedglucosespiegel, zoals starten of staken van glucocorticosteroïden (dexamethason, prednison);
■bloedglucoseverlagende medicatie aanpassen (dosisreductie, staken, simplificeren doseerregimes). In geval van gewichtsverlies, verminderde nier-of leverfunctie en/of gebruik van glucocorticoïden kan snelle aanpassing van de behandeling gewenst zijn.
De Multidisciplinaire richtlijn Diabetes geeft aan dat in de laatste levensfase de noodzaak om lange termijn complicaties te voorkomen niet meer aanwezig is, waardoor het doel van de diabetesbehandeling verandert [18].
De behandeling in de laatste levensfasen dient gericht te zijn op comfort (eventueel versoepeling voedselbeperking en vermindering bloedglucosecontroles) en het voorkómen van bijwerkingen van de behandeling. Tijdens deze fasen is het belangrijk om klachten van hypoglykemie en hyperglykemie te vermijden. Daarbij is het belangrijk om ernstige ontregeling zoals diabetische ketoacidose, hyperglykemisch hyperosmolair syndroom en dehydratie te voorkomen. Derhalve is het advies om de bloedglucosewaarde niet < 6 mmol/l en niet > 15 mmol/l te laten worden. De multidisciplinaire richtlijn geeft aan dat in de laatste dagen waarden tot 20 mmol/l acceptabel zijn, mits klachten ontbreken [18]. Algemeen gelden de volgende regels voor bloedglucose verlagende medicatie volgens de richtlijn [18].
Terminale Fase
Diabetes kan de levenskwaliteit van de (pre)terminale patiënt op verschillende manieren beïnvloeden:
Hyperglykemie: klachten van dorst, polyurie, vermoeidheid en verlaagd bewustzijn.
Hypoglykemie: onplezierig en potentieel gevaarlijk. Moeilijk te behandelen bij verminderde eetlust, misselijkheid, braken of moeilijke veneuze toegangsweg.
Corticosteroïden: (symptoomcontrole: pijn, misselijkheid, verhoogde intracraniële druk, verminderde eetlust) kunnen hyperglykemie veroorzaken of verergeren [18].
Hoofdbehandeldoel is het voorkomen van hypo-en hyperglykemie en het stabiliseren van de bloedglucosewaarden. Beperk het aantal bepalingen zo veel mogelijk [18].
Medicatie
Orale medicatie: Overweeg dosisverlaging of stoppen medicatie in de terminale fase. De meeste medicatie kan zonder afbouwen worden gestaakt. Maak afspraken met de hoofdbehandelaar over medicatie-afbouw. In de richtlijn zorg in de stervensfase wordt specifiek aandacht besteed aan het afbouwen van medicatie bij cliënten met DM type 2 [33].
Staak insuline bij DM type 2 [33].
Halveer de dosering insuline bij DM type 1 met 50% en ga over op 1 dd langwerkende insuline in de ochtend [33].
Bepaal glucose alleen op indicatie, zie voor eventuele actie de richtlijn 33].
Zorgverleners/mantelzorgers
pas toedieningsvorm aan (type pen of pomp);
kies het eenvoudigste toedienregime, dus 1 dd of 2 dd insuline;
kies voor een analoge basale insuline bij een hoog risico op hypoglykemieën;
staak nooit insulinetoediening bij diabetes type 1.
De richtlijn van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) geeft gedetailleerde adviezen met betrekking tot de specifieke aandachtpunten bij iedere fase van de levensverwachting (maanden, weken, dagen/uren) [19]. De multidisciplinaire richtlijn benadrukt dat het belangrijk is om onderhoudsmedicatie vooral in de terminale fase te blijven evalueren en geeft daarover specifieke adviezen. De adviezen uit beide richtlijnen zijn meegenomen en verwerkt in dit kennisdocument [18].
18. Verenso, multidisciplinaire richtlijn diabetes [internet]. Beschikbaar via: (verenso.nl)https://www.verenso.nl/_asset/_public/Richtlijnen_kwaliteit/richtlijnhttps://www.verenso.nl/_asset/_public/Richtlijnen_kwaliteit/richtlijnen/VER_Richtlijn_Diabetes_Deel2_2011_web.pdf [Geraadpleegd 11 april 2024].
19. NHG, eindversie bloedglucoseverlagende middelen [internet]. Beschikbaar via: https://richtlijnen.nhg.org//files/2020-11/Eindversie%20Kennisdocument%20Bloedglucoseverlagende%20middelen_0.pdf [Geraadpleegd op 11 april 2024].
33. Richtlijn zorg in de stervensfase [internet]. Beschikbaar via: https://palliaweb.nl/richtlijnen-palliatieve-zorg/richtlijn/stervensfase [Geraadpleegd op 4 oktober 2024].