Richtlijn voor ouderen, > 70 jr, met diabetes
- Geef zorg op maat. Let op individuele kenmerken zoals comorbiditeit, levensverwachting en voorkeuren.
- Pas shared decision making toe, gericht op behandelwensen van de cliënt.
Bij kwetsbare ouderen (levensverwachting < 5jaar) is er geen bewijs dat intensieve glykemische behandeling zinvol is.
Het voorkomen van symptomatische hypo- en hyperglykemische klachten is het belangrijkste behandeldoel.
Inzet van bepaalde medicatie kan zelfs risicovol zijn:
conform leeftijd is er verhoogd risico op bijwerkingen, zoals verminderde renale uitscheiding of verhoogde gevoeligheid voor medicatie. Bij inzet van nieuwe middelen wordt terughoudendheid geadviseerd.
Belangrijk
Jaarlijkse screening op geriatrische symptomen zoals cognitie, stemmingsproblemen en valgevaar wordt aanbevolen. Bij verandering neem je contact op de regiebehandelaar.
Let op
Hypo en/of hyperglykemie bij kwetsbare ouderen kan zich anders manifesteren, zie ook de tabel.
Hypo:
licht gevoel in hoofd/duizelingen, incontinentie, verwardheid/desoriëntatie, slaperigheid, transpireren en bleek zien, cognitieve achteruitgang, hallucinaties, vallen.
Hyper:
visusklachten, gewichtsdaling, uitdroging, vermoeidheid/lusteloosheid, infectie, slechte wondgenezing, toename dementie of verwardheid, forse incontinentie, vallen.
Goede voetzorg is van essentieel belang. Let bij controle op de volgende punten:
- integriteit huid,
- botmisvormingen,
- verminderd gevoel,
- verminderde doorbloeding.
Adviseer de cliënt om naar de pedicure te gaan met een diabetes-aantekening voor een juiste voetverzorging.
Aanbevelingen in de laatste levensfase
De behandeling van diabetes mellitus in de laatste levensfase kan ingedeeld worden in twee fases, aan de hand van de levensverwachting (langer of korter) en hangt uiteraard volledig af van de wensen en de toestand van de patiënt. Behandeling is gericht op comfort en voorkomen van bijwerkingen van de behandeling.
Het is belangrijk om onderhoudsmedicatie vooral in de terminale fase te blijven evalueren
Voor beide groepen (langere of kortere levensverwachting in palliatieve fase) geldt dat de noodzaak om lange termijn-complicaties te voorkomen niet meer aanwezig is, waardoor het doel van de diabetes mellitus-behandeling verandert:
Zo min mogelijk bloedglucose controles.
Richt op bloedglucose tussen 10 en 20 mmol/l, vermijd hypoglykemie.
Verminder de dosis orale medicatie wanneer de eetlust en/of het gewicht afneemt.
Houd bij gebruik van metformine rekening gastro-intestinale bijwerkingen.
Evalueer de noodzaak van corticosteroïden en wees alert op symptomen van hyperglykemie.
Besteed aandacht aan vroege herkenning en behandeling van orale candida infectie of andere infecties.
Bespreek en leg deze maatregelen uit aan patiënt en familie en noteer in dossier.
Overweeg verwijzing/overleg met palliatief team.
Bij een levensverwachting van slechts enkele dagen geldt dat:
Als de patiënt bij bewustzijn is en de hyperglykemie symptomatisch is: controle glucose en bijregelen met kortwerkende insuline bij glucose >20mmol/l
Als patiënt niet bij bewustzijn is, in principe alle medicatie stopzetten (na bespreken met familie en geen glucosecontroles meer doen [25].
25. Verenso, multidisciplinaire richtlijn diabetes [internet]. Beschikbaar via: (verenso.nl)https://www.verenso.nl/_asset/_public/Richtlijnen_kwaliteit/richtlijnhttps://www.verenso.nl/_asset/_public/Richtlijnen_kwaliteit/richtlijnen/VER_Richtlijn_Diabetes_Deel2_2011_web.pdf [Geraadpleegd 11 april 2024].