Les 2.3: De spieren

Wat heb je nodig?

Koppige vinger 

Je kunt heel veel doen met je vingers. Eenvoudige dingen zoals iets aanwijzen of ingewikkelde dingen zoals pianospelen. Jouw vingers doen precies wat jij wil. Of toch niet?

Stappen

1. Buig de middelvinger van je rechterhand

2. Leg je rechterhand op tafel zoals op het plaatje

        3. Til de wijsvinger van je rechterhand op

4. Til de ringvinger van je rechterhand op

5. wat gebeurt er? Hoe komt dit? 

Wij gaan het dus hebben over spieren. Wist je dat jij 640-850 verschillende spieren hebt! Maar hoe zit het met jouw spieren? Ben jij een beetje sterk?  

Jullie gaan ontdekken wat spieren zijn en hoe ze werken.

Overleg met je groepje: ben jij sterker als je spieren zijn opgewarmd?  

Proefje 

Je gaat een proefje bedenken waarmee je antwoord kan geven op de vraag 'Ben je sterker als je spieren zijn opgewarmd?' Stel dat de vraag was: 'Zijn jongens sterker dan meisjes?'. Dan had je als proefje kunnen doen dat je de meisjes zo vaak mogelijk laat opdrukken, en de jongens zo vaak mogelijk. Degenen die dan het vaakst op konden drukken waren het sterkst. Als je de uitkomsten weer had moeten geven in een tabel. Dan had je bijvoorbeeld op kunnen schrijven dat de meisjes in totaal maar 40 keer op konden drukken, en de jongens wel 70 keer. Dit was een voorbeeld. Bedenk nu met je groepje een proefje passend bij de vraag (ben je sterker als je spieren zijn opgewarmd?). Welke materialen (die op school aanwezig zijn en makkelijk kan gebruiken) heb je nodig? 

Leg aan je docent uit wat jullie bedacht hebben. Wanneer je docent het goed vind ga je het proefje uitvoeren. 

Poster

Wat is nu het antwoord op de vraag? Je pakt een A3 papier en gaat een poster maken. Het volgende is op de poster te zien: 

• De vraag 

• Uitleg van het proefje 

• Antwoord op de vraag 

Maak er iets moois van! 

Filmpje

Je gaat dit filmpje bekijken, maar let op! tussendoor beantwoord je de vragen. Dus kijk goed vanaf welke minuut je het filmpje bekijkt en welke vraag of vragen je gaat beantwoorden. 

Bekijk het filmpje: 

Pak het whiteboard en stift, schrijf de antwoorden op:

1. Wat is je grootste en dikste spier?

2. Waar zit je langste spier?

3. Waar zit je kleinste spier?

4. Welke spier is het belangrijkst?

5. Wat gebeurt er met je spier als je je arm buigt?

6. Hoe kan het dat die mevrouw zo schrok toen ze het ei kapot kneep?

7. Hoe krijg je je spieren dikker en sterker?

Laat de antwoorden controleren door je docent. 

Extra filmpje